donderdag 13 maart 2025

'Aevel' van zaterdag 8 maart 2025 - Een herdenkingsplaatje in het Ursulastraatje

 Hoe goed ken ik mijn eigen stad? Redelijk, durf ik best te zeggen. Er zijn aevel altijd nog verrassingen. Vastelaoveszaoterdaag liepen we door het Ursulastraatje.

Ineens ontdekte ik halverwege op een muur een bordje ter grootte van een naamplaatje naast een deurbel. Het is zo hoog bevestigd, dat je de tekst van beneden af niet kunt lezen. Of je moet Arendsoog heten.


Door het Ursulastraatje
 kom ik vaak, ook met groepen tijdens Waerse Wandelinge. Het bordje was mij aevel nooit opgevallen. Het intrigeerde mij. De volgende dag waren we alzoeë terug en hebben we met het mobieltje een foto gemaakt.

De tekst op het bordje luidt: Vastelaoves zaoterdaag - Bert Stoop† Wanneer er een kruisje achter iemands naam staat, kun je ervanuit gaan dat de persoon in kwestie is overleden. Hoe komt het plaatje daar op die specifieke plek en bovenal wie was Bert Stoop?

Om erachter te komen een oproep op Facebook gezet.

Filosoof Mattie Peeters liet weten dat Bert Stoop lid was van de legendarische toepclub ‘Caecus non videt’. ‘nne Blinde kièk neet, betekent dit in goed Venloos. Opgericht in 1972 of 1973 in ’t Fleske, komt de club al meer dan een halve eeuw samen in wereldberoemde Venlose etablissementen als de Blauw Trap, Kefee Pollux en Eugenia en bij legendarische kasteleins als Hannelore, Sjaak Bakker en Boy Cremers. Het is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de oudste toepclub van deze stad. Aldus Mattie Peeters.

Tijdens de Boerebroèlof stonden we bij Take Five. Altijd gezellig. Vrienden van vroeger die uitgevlogen zijn, maar die voor de nestwarmte van vastelaovend even naar dit café terugkeren. Muziek van ‘n joekskepel die slechts een keer per jaar optreedt en wel hier op deze dag. Een van de Broelofsgaste stopte en vertelde spontaan over zijn vriendschap met Bert Stoop. Bijzonder om dit in d’n toemel mee te maken.


Aswoensdaag kreeg ik een bericht van Mike Wijnands. Bert Stoop was een van zijn beste vrienden, die helaas zo’n tien jaar geleden naar de hemel is gegaan. Met een hechte groep vrienden gingen ze op vastelaoveszaoterdaag altijd eerst ontbijten bij Deckers. Daarna bezochten ze cafés buiten de afzetting van de Boètezitting. Ze kwamen dan smeis door het Ursulastraatje, waar traditiegetrouw een groepsfoto werd gemaakt. Als blijvende herinnering aan een goede vriend hangt er nu dit plaatje.  

Het verhaal ontroerde me, want vastelaovend vier je:

same met vrinde en vrindinne

van noow en van vruuger

van heej en van boete

vrinde en vrindinne in leefdevolle

herinnering veur altied in ós hert

 

Wies ’t aevel weer ens is,

Sef Derkx

De Halte XXL van woensdag 12 maart 2025 - Frans Coehorst, verzetsheld... een jongen nog

 - door Sef Derkx -

Iedere buurt heeft verhalen, zo ook onze eigen buurt. Vorige week stonden we stil bij de villa van Piet Leusen aan de Hertog Reinoudsingel. 



Een eindje verderop, aan de overzijde van de straat, herinnert een plaquette aan de Oorlogswinter van 1944-1945. De gedenkplaat van keramiek is ingemetseld boven de kelderdeur van het pand met huisnummer 127. In de oorlog kwam de buurt er samen om keldermissen bij te wonen. Een kelk met een hostie en de letter IHS, korenaren en druiven staan in het midden. Links en rechts is een impressie van de brandende binnenstad na een bombardement. In een banderol onderin staat de raadselachtige spreuk: ‘God verscheen in de vlammen van het vuur’. Als leerlingen van de lagere school werden ons de verhalen verteld over Frans Coehorst (1925-1944) die op dit adres woonde. We waren diep onder de indruk.

Frans Coehorst (collectie familiearchief)

In de Tweede Wereldoorlog komt Frans in contact met de onderwijzer Jan Hendrikx, plaatselijk leider van het verzet. Frans wordt zijn persoonlijk assistent. Op 28 februari 1944 moet een geallieerde piloot van Nijmegen naar Venlo worden gebracht. Coehorst en een kennis nemen die taak op zich. Omdat het laat wordt, besluiten beiden te overnachten bij Frans thuis. De volgende ochtend staat een Duits arrestatieteam aan de voordeur. Een onderduiker die eerder gearresteerd is, heeft onder druk de namen van onderduikhelpers prijsgegeven. 

Frans wordt overgebracht naar het Huis van Bewaring in Maastricht. De genadeloze SD’er Richard Nitsch doet er alles aan om de Venlonaar aan het praten te krijgen. Vier dagen lang wordt Coehorst aan zijn polsen opgehangen, al die tijd krijgt hij geen eten of drinken. Door tussenkomst van een cipier worden briefjes van hem heimelijk uit het Huis van Bewaring gesmokkeld. Een plan van het verzet om Frans te bevrijden, gaat niet door af omdat hij de dag tevoren door de Duitsers op transport is gezet naar kamp Amersfoort. Vandaar schrijft hij in een brief aan zijn ouders: ‘Het is hier een maatschappij, waar je jezelf leert kennen en anderen, waar je kunt oefenen voor het echte leven. Maken jullie je maar geen zorgen, alles komt terecht, maar bid veel voor onze zaak en vraag ook anderen dat te doen.’ 



Acte overlijden Frans Cohorst (collectie familiearchief)

Frans wordt tewerkgesteld in het Radiokommando, een afdeling van de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF). Eind augustus 1944 wordt hij overgebracht naar concentratiekamp Flossenburg in Duitsland. Gesloopt door zware arbeid en ontberingen overlijdt hij op 1 november 1944. Frans is negentien jaar oud, een jongen nog

Het verzet tegen de barbarij van de nazi's is natuurlijk een van de onderwerpen in onze voorstelling ... Eindelijk vrij!  Grensstreek in oorlogstijd. Voor informatie en tickets ga naar: eindelijkvrij.eu.



Reageren Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.


donderdag 6 maart 2025

De Halte XXL van woensdag 5 maart 2025 - De villa uit de jaren dertig van Piet Leusen aan de Hertog Reinoudsingel

- door Sef Derkx -

De dichtstbijzijnde bushalte voor ons is die aan de Karel van Egmondstraat. Vandaaruit is het slechts enkele minuten lopen naar huis. Enkele weken geleden zagen we dat de deuren van de Familiekerk geopend waren. Zo maar overdag. Het leverde een aflevering van De Halte op over het jaren dertig bedehuis. Schuin tegenover de kerk ligt aan de Hertog Reinoudsingel een bijzonder villa uit dezelfde periode. 

Onthulling van het standbeeld van Henri belletable, 1938. Op de achtergrond is de villa van Piet Leusen te zien (colectie Limburgs Museum)

Het is een rijksmonument, in 1936 gebouwd door architect Piet Leusen in de vormentaal van het Nieuwe Bouwen. Voor het vooroorlogse Venlo een villa van een ongekende nieuwerwetsheid. Het was de eerste woning in   beton. Het Rietveld Schröderhuis van ’t stedje, zogezegd. De charme en het bijzondere karakter ervan werd niet door iedereen gewaardeerd. Meesmuilend had men het over die lillike doeës. Die lelijke doos. Het besef dat het architectonisch een zeer bijzondere villa is, brak pas breed door in de jaren zestig.


Piet Leusen (collectie Will Soree)

Piet Leusen (1905-1971) was een talentvolle architect in het vooroorlogse Venlo. Hij had een opleiding gehad aan de bouwacademie in Tilburg. Een van zijn docenten was Willem Dudok, de architect van onder meer het stadhuis van Hilversum. Naar verluidt zou het ontwerp van de villa aan de Hertog Reinoudsingel deels uit de koker van Dudok komen. Interessant om nader te onderzoeken. Leusen was vlak voor de oorlog betrokken bij de verbouwing van de City Bioscoop aan de Vleesstraat. Ook een parel van moderniteit.

Gevel City Theater, tekening Piet Leusen (bron onbekend)


'Gevel detail van bestaande gevel aan de oude markt te Venlo.' Gedaterd en gesigneerd ''Venlo juni 1940 de arch. P. Leusen.'  (van website Venlo wie ut vruuger waas)

Piet Leusen hield kantoor aan de Tegelseweg en was niet alleen actief als architect. In 1936 trok voor het eerst weer een vastelaovesoptocht door Venlo. De werktekeningen van  de wagens waren van Leusen, de ontwerpen van de hand van Giseile Kuster. Uit de stroom van advertenties in de Nieuwe Venlosche Courant wordt duidelijk dat leusen zeer actief was. De villa aan de Hertog Reinoudsingel is gebouwd in opdracht van Harry Bartels, kinderarts in Roermond. Zijn broer Sef, van de bekende Venlose groothandels Bartels-Maas, ging er met zijn gezin wonen. Het pand is in loop van de jaren vaak gewijzigd en verbouwd. Tussen 1997 en 1999 is een grootscheepse restauratie uitgevoerd in opdracht van de architecten Ton Kleinjans en Marion Pieters. Getracht is het pand zoveel mogelijk in oude staat te herstellen. 

Villa Piet Leusen (bron Google Maps Street View)

Een aangebouwde opslagruimte is verwijderd en dichtgemetselde gevelopeningen weer opengemaakt. Geglazuurde blauwe bakstenen blauw werden, naar het ontwerp van Leusen, opnieuw aangebracht. Het exterieur heeft daarmee zijn oorspronkelijke gaafheid teruggekregen. 

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

Van nul tot nu van woensdag 26 februari 2025 - Staek de plavuuze oët de mouwe

- door Albert Lamberts - 

Letste en ergste berich: Nao ôs ter oere kump en wie auk door geruchte bevestig wuerd, zal de Hofkapel op de iërsvolgende zitting ’t “ELF VAN ELF” speule. Nog los van het feit, dat Veldeke duchtig de rode pen zou hebben moeten hanteren heeft de Hofkapel toch even achter de muzikale oren moeten krabben om wat uiteindelijk een grap bleek van de redactie van de Träöt, de Staatskrant van ’t Jocus-riëk van november (!) 1948; (bijna) 7 x 11 jaar geleden dus.                                              

Toën Schrijnen (midden) drong aan op samenwerking. (Foto: Archief Jocus Venlo)

Voor 25 cent konden vastelaovendvierders de Träöt aanschaffen en genieten van de inhoud, die bestond uit grappen, verzonnen, leuke verhaaltjes en hier en daar een serieus woord, zoals een introductie-artikel van Vors Jocus (zo ondertekend en niet met Vors Joeccius). Dat was sinds 1938 Toën Schrijnen.  

Na een woordgrapje met het werkwoord träöte – muziek maken of een biertje drinken – steekt Schrijnen van wal en roert een thema aan, dat anno 2025 weer hartstikke actueel is: het gedoe over wagenbouw, daarmee gepaard gaande kosten en vrijwillige wagenbouwers.

Even in herinnering roepen dat deze Staatskrant verscheen in november en dat er dus tot het trekken van de optocht nog ruim tijd was om iets moois te maken. De vors schreef: Jocus rup ôch Träötsgewiéze op veur de Vastelaovend. We beginne vruug mit alles um alles baeter klaor te kriege. Maar de Raod van Ellef en alle commissies die kinne niks paraat make as de ganse koedeljach van Vastelaovend-vrinde en vrindinne neet mei werk en VAN HERTE meiwerk. Blief neet langs de straot staon kieke, allein um hoera te rope of lever nog kukeleku te krei-je en dan gauw nao hoës te gaon en achter de kachel gaon kritisere waat baeter môt en waat joeksiger kôs. Staek de plavuuze oët de mouwe en doot zelf mei! Maak zelf wat, doedel ôch wat aan, of help andere wat te make. En dan veural det helpe en make môt oet ôch zelf veurt kômme en dan môt neet, veur elke kleinigheid, de hand waere opgehalde en gevraog: Wae betaalt det. Jocus is toch riëk!

De vors haalde een streep door die opvatting: Jocus is neet riëk, we probere elkes kier de indjes aanein te knuppe, eeder jaor is det nog gelök, maar as dit jaor de belasting zoë wuerd aangeschroef as de verordening zaet, dan geit ut ôs mauw.

Help ôs met ideeë, mit ôntwerpe, mit bouwe en mit massale deilname, dan zal de Träöt neet veur niks geträöt hebben en dan kinne we d’r nao Vastelaovend allemaol same eine träöte op de bleuj van Jocus.

Jocus-secretaris Ververgaert onderschreef de woorden van vors Schrijnen ondubbelzinnig in een groot artikel. Hij richtte zich met Ein ernstig wäördje tot de wage-bouwers. Het ging over de geis beej ut bouwe van de optoch-wages en over de ontwerpers. Ze gebroeke dan einen hielen boel terme, wao weej maar ein klein percentage van snappe, maar zeej deene ut aan as ut toppunt van originaliteit en geistigheid. En dan komt de uitsmijter: de medelijdende glimlach bedoeld voor de onneuzele, die ’t geweldige in ’t ontwerp ontgeit.

O ja, zelf bouwen svp en neet probere d’r ein slaatje oët te slaon

Reageren? Stuur Albert Lamberts een email: albertlamberts@home.nl.

zondag 2 maart 2025

Eindelijk vrij! - Theo Noldus rookte 'Echte Chesterfield' op 2 maart 1945

- door Sef Derkx -

Meestal eindigen de oorlogsdagboeken uit Venlo op 1 of 2 maart 1945. Op de beide dagen van de bevrijding van de stadsdelen op de oostelijke Maasoever. Het dagboek van Theo Noldus (1919-1991) loopt echter door tot 10 mei 1945, Hemelvaartsdag.

Theo maakt de bevrijding mee als evacué in huis Lovendaal in ’t Ven, bij de familie Hoffmann. Deze was oorspronkelijk afkomstig van een boerderij uit de omgeving van Kleef in Duitsland. De buurtschap waar ze woonden, werd door de Duitse overheid onteigend in verband met zoutwinning. In november 1911 was opa Hoffmann aanwezig in National aan de Keulsepoort, waar door notaris Joosten op verzoek van de erven van mr. Hyppolitus Collaes een aanzienlijk bezit aan onroerend goed werd verkocht. Hoffmann kocht Huis Lovendaal, twee ernaast gelegen boerderijen en ongeveer honderd morgen grond. Er werd een veehouderij op het landgoed gevestigd. 

Theo Noldus en fragment uit zijn dagboek over de bevrijding van 't Ven (famliearchief Noldus)

Op donderdag 1 maart 1945 horen de bewoners van Lovendaal bij gerucht dat de bevrijders er zijn. Aanvankelijk denken ze dat de Engelsen vanuit Blerick overgestoken zijn. Iedereen is enthousiast, maar Theo twijfelt of het werkelijk zo is. De volgende dag wonen ze een eucharistieviering bij. Opeens wordt geroepen dat de tanks van de bevrijders op de Straelseweg staan. Het blijken Amerikanen te zijn: ‘In de verte zagen we het Amerikaanse materiaal voorbijrollen. Een eindeloze colonne bestaande uit tanks, stukken geschut en wagens van allerlei pluimage. Ongelooflijk groot was onze blijdschap. Ontroerd werden handen gedrukt en vlogen enkelen elkaar om de hals. Leuk was het toen moeder Hoffmann in de schort, met een groot mes in de hand kwam aanhollen. Staande voor onze provisorische W.C. (kribbe) hebben wij het Wilhelmus laten weerklinken.

Op vrijdag 2 maart 1945 valt hem als straffe roker een buitengewoon groot geluk ten deel. Eerder die dag had hij nog een sigaret gerold van eigenteelt tabak: “Van een Americaan die in de Panhuisstraat een uitdeling hield, kreeg ik een pakje echte Chesterfield. Dat was nog eens een sigaretje. Even later had ik al een tweede pakje te grazen.”

Hij gaat kijken naar de door de Duitsers opgeblazen Maasbruggen: “De Americanen waren echter al twee bruggen aan ’t slaan, terwijl de mensen al met een bootje over en weer voeren.” Een dag later, zaterdag 3 maart, moet hij zich melden op de Hertog Reinoudsingel 65, waar een groep van zo’n veertig man van de “Ondergrondse” vergadert en taken verdeelt. Theo Noldus wordt ingedeeld bij een eenheid, belast met de bewaking van Velden en Schandelo. De bevolking was in januari 1945 door de Duitsers geëvacueerd. In de dagen die volgen houdt hij urenlang de wacht om te voorkomen dat dieven hun slag slaan in de leegstaande huizen en boerderijen. Hij heeft een geweer gekregen, maar ermee omgaan kan hij niet: “Het moest eens gek lopen als ik ermee aan het schieten ging”.

Theo gaat weer aan de slag in de brandstoffenhandel van het gezin Noldus aan de Heutzstraat. In de eerste week van april wordt na lange tijd de levering van steenkolen hervat. Op 11 april krijgen de inwoners van Venlo bonnen, waarmee ze bij handelaren steenkolen kunnen afhalen. Het loopt storm: op één dag komen zo’n driehonderd klanten bij Noldus. Twee dagen later - op vrijdag 13 april nota bene - leest Theo in de Gazet van Limburg dat de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt plotseling is overleden: “Ongetwijfeld zullen velen in Venlo dit bericht met weemoed hebben vernomen, want indirect hebben wij toch voor een groot deel onze bevrijding aan Roosevelt te danken.”

Heutzstraat met winkel Noldus Haarden jaren ’70; pijl bij ingang naar kolenlager, de huidige Noldusplaats (foto met dank aan Piet Braem) 

Deze droeve dag eindigt met een belangrijke vergadering van de R.K. Vereeniging van Handelaren in Brandstoffen. De leden herdenken eerst hun collega Sjang Schreurs, die bij een van de bombardementen om het leven is gekomen. Vervolgens worden uitvoerig de moeilijkheden besproken van de distributie van steenkolen onder de bevolking. De meeste handelaren beschikken niet over een paard met wagen, laat staan een vrachtauto. Daarover wordt lang gedelibereerd.

Maar, meldt Theo ironisch: “Tijdens de vergadering was er bier te krijgen. ’t Was heel goed.” In de dagen erna komt de aanvoer van brandstoffen pas echt goed op gang. In het dagboek lezen we bijvoorbeeld op woensdag 18 april over een vracht van 12.000 kilo briketten. Ze worden in de Heutzstraat gelost, omdat de vrachtauto de draai naar het lager niet kan maken. Met kruiwagens orden ze van de straat naar de voorraadboxen getransporteerd: “wat lang geen mals karweitje was.”

Melodian Singers, 1939

Theo Noldus is lid van de verkennersgroep Belletable, die meteen na de bevrijding weer activiteiten ontplooit. Op zondag 8 april melden de verkenners zich als vrijwilliger aan bij het puinruimen: “Wij hebben huisvuil geruimd in de Van Pontstraat. Er werd flink gewerkt. Practisch in alle straten van de stad was men bezig. De Melodian Singers luisterden het werk op met op verschillende plaatsen ’n nummertje te geven.” De Melodian Singers waren in 1938 opgericht door enkele leden van Venlona. Hun luchtige repertoire was geïnspireerd op dat van de destijds razend populaire Comedian Harmonists. In de Tweede Wereldoorlog weigerden de Melodian Singers het verplichte lidmaatschap van de Kultuurkamer en staakten ze hun optredens. Na de bevrijding werd de groep heropgericht. De laatste aantekening in het dagboek van Theo Noldus dateert van 9 mei 1945 als hij met zijn vrienden van de Belletablegroep samen is rond een kampvuur nabij de Rijks H.B.S.De bevrijding van de stadsdelen op de oostelijke Maasoever tussen 1 en 3 maart 1945, is de apotheose van de voorstelling … Eindelijk vrij!  Klik hier voor info en tickets: eindelijkvrij.eu.

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.