(door Gerrit van der Vorst)
De gevreesde moord en doodslag bleef uit in Venlo, omdat de in het nauw gedreven Henk Wierks een beslissende fout leek te maken. Hij had een proces-verbaal uit de bezettingsjaren verdonkeremaand, omdat hij daar last mee zou kunnen krijgen, en vervangen door een op 20 punten vervalste versie. De vervalsing pakte opvallend gunstig voor uit voor Wierks zelf en dat viel op. Na heftige ontkenningen viel de waarnemend korpschef bij verhoor door de rijksrecherche door de mand. Hij verklaarde dat hij in een angstpsychose was geraakt door oorlogservaringen en de tegenstand die hij in Venlo ondervond.
Een van de felste opposanten van Henk
Wierks was agent Jan Theelen, rayonchef Venlo van de politieke recherche
(privé-archief). Jan Theelen, een geweldige verzetsman, zou uiteindelijk zelf
ook ten onder gaan in de intriges.
Valsheid in geschrifte was voor een politieman natuurlijk een doodzonde. Op 21 november 1945 schreef de procureur-generaal in Den Bosch dan ook aan de minister van Justitie dat Wierks niet meer te handhaven was. Volgens de procureur-generaal bevatten de publicaties in ‘De Waarheid voor Venlo en Omstreken’ een kern van waarheid. De burgemeester van Venlo had Wierks kort met verlof gestuurd, maar besefte ‘overigens niet de ernst van het gebeurde en is niet genegen tot het nemen van eenige maatregel.’ Er zat daarom niets anders op dan Wierks weg te halen uit Venlo.
Minister van Justitie was Hans Kolfschoten, op de foto in 1952 (Wikipedia). Kolfschoten zat in het RKSP-bestuur. Hij werd in deze kwestie bestookt door Wierks’ tegenstanders, zoals zijn oude kostschoolvriend mr. Forceville uit Venlo, maar ook door partijgenoot en eerste kamerlid Bernard Berger.
Ook bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken vond men dat Henk Wierks overgeplaatst moest worden, als de burgemeester van Venlo niet ingreep.
Minister van Binnenlandse zaken was de geboren Roermondenaar mr. Louis Beel, eveneens van de RKSP (Wikipedia). In de loop van 1946 werd Beel minister-president.
Maar eerst moest de waarnemend korpschef, tot zijn ontsteltenis, zelf in december 1945 voor de zuiveringscommissie verschijnen. Hij was immers breed in opspraak geraakt. Het werd een wanvertoning. Onder voorzitterschap van burgemeester Berger zette de commissie getuigen weg als onbetrouwbaar en vooral werden beschuldigingen weggeredeneerd.
De commissie vond het bijvoorbeeld niet verstandig dat Wierks twee kinderen had laten logeren bij de familie van een rijke arrestant, een NSB/WA’er die op zijn beurt opzienbarende faciliteiten had genoten op het Venlose politiebureau.
De Cuijkse kweker Jan Ebben junior was oprichter van de plaatselijke NSB en WA. Op de foto zijn kwekerij, niet zijn woonhuis (BHIC). Hij mocht onder meer Fliegerhorst beplanten en zat in 1941 wekenlang in de cel in Venlo op verdenking van malversaties.
Dat hij goederen had aangenomen van de door hem als zwarthandelaar bestempelde Jo Cantelberg kon Wierks niet ontkennen en de commissie vond zijn bewering dat hij alles betaald had niet geloofwaardig. Maar de commissie vond dat feit niet relevant voor de zuivering (…), terwijl zwarthandel wel een reden was geweest om Cantelberg vast te zetten in Kamp Steyl. En zo ging het maar door.
Om kort te gaan, in december 1945 werd een corrupte, liegende korpschef, die valsheid in geschrifte had gepleegd, gezuiverd. Al vond de commissie het wel in Wierks’ eigen belang dat hij om overplaatsing zou vragen.
Henk Wierks (rechts) zou tot en met de zomer van 1946 in Venlo blijven. Op de foto wijst de beruchte oorlogsmisdadiger Richard Nitsch op zondag 30 juni 1946 op de Hamert (toen Wellsche Heide geheten) de – verkeerde – plek aan, waar zeven geëxecuteerde mannen zouden zijn begraven.
Het was een staaltje klasse-justitie van de bovenste orde. Namens Bureau Nationale Veiligheid rapporteerde de chef van de Opsporingsdienst, Wim Sanders, begin januari 1946 aan het Directoraat-Generaal van Politie: ‘WIERKS, inspecteur van Politie te Venlo, bleef gedurende zijn staking zijn functie in de Zuiveringscommissie vervullen. Thans is hij weder in dienst gekomen. Er gaan geruchten, dat alle klagers tegen hem in zijn tegenwoordigheid bij de burgemeester geweest zijn, die de kwestie Wierks uiteengezet heeft, waarop de klagers excuus gevraagd zouden hebben. Enkele klagers echter hebben geen gelegenheid gekregen, hun klacht contra Wierks in te dienen.’
Wim Sanders van het BNV werd in september 1946 zelf vanwege de ontvreemding van dossiers gearresteerd in het kantoor van mr. Louis Beel die inmiddels minister-president was geworden (Wikipedia). Sanders speelde een dubieuze – later verfilmde – rol in de zaak rond Dries ‘al Capone’ Riphagen, een beruchte Amsterdamse crimineel en collaborateur.
Hoe burgemeester Berger zich ook inspande voor Wierks, en getuigen onder druk zette, overplaatsing was niet te voorkomen. In zijn verzet tegen een strafoverplaatsing zou Berger zelfs minister Beel van Binnenlandse Zaken bezoeken, maar in 1946 moest Wierks het veld ruimen. Toen was er al veel schade aangericht voor een aantal mensen die onder beroerde omstandigheden in Kamp Steyl hadden gezeten. Bij Justitie (Bijzondere Rechtspleging) lag inmiddels een vuistdik dossier-Wierks. Burgemeester Berger sloot in Venlo het personeelsdossier van Wierks wrokkig af, met de opmerking dat de waarnemend korpschef slachtoffer van intriges was geworden. Dat was de omgekeerde wereld.
Het optreden van burgemeester Berger in de affaire-Wierks riep onbegrip en ongenoegen op bij de ministeries (Gemeentearchief). Aan Bergers geweldige status in Venlo deed het geen afbreuk. Op de foto wordt de burgemeester – die bij de wederopbouw een belangrijke rol speelde – toegesproken op het bordes van het Venlose stadhuis, bij gelegenheid van de viering van zijn 25-jarig ambtsjubileum (de jaren van zijn voorganger werden hem ook toebedeeld).
Henk Wierks werd hoofdinspecteur in Hilversum. Een carrière als korpschef kon hij vergeten. Bij gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum in 1953 en later zijn pensionering gaf hij interviews af, waarin hij er op los fantaseerde. Hij zou bijvoorbeeld leiding hebben gegeven aan het illegale werk in Noord-Limburg. Hij claimde dat hij in 1943 een verrader had gearresteerd, maar die arrestatie was verricht door de jonge agent en verzetsman Jan Theelen.
De joodse V-mann Menasse Eckstein alias ‘Hendrik de Vos’ die in 1943 door korpschef Otto Couperus was ingezet tegen zijn eigen personeel. Henk Wierks had dat ontdekt en Jan Theelen had de verrader gearresteerd.
Artikel in het dagblad Trouw van 12 juni 1953 bij gelegenheid van het 25-jarig ambtsjubileum van Henk Wierks.
Na zijn pensionering haalde Wierks nog eenmaal de pers. Dat was eind 1964, toen hij de vereniging Saturnus had opgericht, die het roulettespel Saturne promootte. Het spel werd echter al snel verboden door justitie.
Artikel in De Telegraaf van 12 december 1964 (www.delpher.nl).
Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten