- door Sef Derkx -
De kleine deur van het gebouwtje aan de Rummerkampstraat geeft toegang tot de schuilkelder uit de Tweede Wereldoorlog (foto MeerWolff)
Lijn 83b van Arriva heeft ons naar Genooi gebracht. We gaan terug naar de plek die we vijftien jaar geleden bezochten. Toen en ook nu is het in het kader van een tocht langs plaatsen, die herinneren aan oorlog en bevrijding. Eind jaren dertig werden door de gemeente Venlo openbare schuilkelders gebouwd. Die in Genooi stond in de volksmond bekend als De Bunker. De wijkbewoners, die zelf niet over een schuilgelegenheid beschikten, hebben hier bange uren beleefd tijdens bombardementen en granaatbeschietingen. De kelder was berekend op zevenhonderd mensen. In de jaren vijftig kocht Van der Grinten het perceel en zette bovenop de schuilkelder een bedrijfshal. Onze gids in 2005 was Funs Peeters.
Funs Peeters geeft uitleg in de schuilkelder (particuliere collectie)Via een onopvallend deurtje, een hellingbaan en een gepantserde deur gingen we naar binnen. Er bleek niets veranderd. De schuilkelder zag er nog altijd hetzelfde uit als in de Tweede Wereldoorlog. Met aan de muren lange banken, waar de mensen op zaten of onder lagen. De omstandigheden in de kelder waren erbarmelijk. De mensen waren ziek en hadden last van ongedierte. Velen leden aan hongeroedeem. Men deed zijn behoefte op een emmer achter een deur. Er was nauwelijks licht. Eén peertje. Toen er geen elektriciteit meer was, werden er kaarsen gebrand. Nelis Bosman werd in 1940 aangesteld als beheerder. Hij was zijn taak zeer toegewijd. Hij probeerde zo goed en zo kwaad als het ging om de schuilkelder netjes te houden. Op 28 oktober 1944 was hij op weg naar het lager van de gemeente aan de Lohofstraat. Hij wilde nieuwe lampen gaan halen voor de kelder. Toen hij op de Houtstraat was, verschenen er bommenwerpers boven de stad die hun dodelijke last lieten vallen. Nelis Bosman was een van de slachtoffers.
Nelis Bosman (bron: Historie Venlo Dodenboek)
Op zondag 14 januari 1945 werd Genooi door de bezetter geëvacueerd. Stadsarchivaris C.Th. Kokke schrijft in zijn kroniek over deze dag: ‘De Zondag van vandaag was de “Zwarte Zondag” en zal nooit uit het geheugen gaan van allen die haar mee gemaakt hebben. Vanaf de hoek bij ’t Pumpke langs de Veldenseweg en vandaar naar het Westen, werd de wijk afgezet. De compagniesoldaten hielden halt bij de schuilkelder en gingen vervolgens de schuilkelder binnen en zegden de mensen, om eruit te gaan. De schrik en ontzetting, hierdoor veroorzaakt, was niet te beschrijven. Hartverscheurende taferelen speelden zich hier af. Hauptmann Schneider liep de ganse wijk door onder het uiten van allerlei bedreigingen, “Wenn um halb 10 nicht 500 gesunde Männer und Frauen bei den Bunker sind, dann lasz Ich sofort knallen. Alle 200 Gewehre scharf stellen!”. Onder de grootste consternatie liepen de mensen als gekken door elkaar. Radeloos. Van links naar rechts. Van den een naar den ander.’
Op die naargeestige, koude zondag in januari 1945 begon de exodus van Genooi. De mensen ploeterden eerst te voet door de sneeuw naar Kaldenkerken, waar werd overnacht. De volgende ochtend vertrokken de evacués per trein naar het noorden van ons land. Zij zouden Genooi pas in de zomer van 1945 terugzien.
Lei Frits (met dank aan familie Frits)
De schuilkelder wordt bezongen in een oorlogsliedje van de violist en vocalist Lei Frits, bijgenaamd De Golde. Het dialectliedje is geschreven op de melodie van ‘Sterrenhemel van Hawaii’. Het couplet over de schuilkelder in Genooi gaat als volgt:
Noeit zal ik vergaete de kelder in Genuuë
Och waat zote dao toch dièke vluuë
Ik zal ’t noeit vergaete ’t waas dao ouk neet pluùs
De minse zote al onder de luùs
Dao heerste toen ouk d’n bitterste noeëd
Ze hadde nog neet mièr ein klein stökske broeëd
Kinder op de erm begasjes in de hand
Trokke weej nao ’t noorde van òs land.
Het evacuatieliedje van de Golde was vlak na de oorlog een hit. Als Lei Frits met zijn trio speelde in een café werd het steevast aangevraagd en meegezongen door het publiek.
Evakewasie-Leedje, tekst Lei Frits (met dank aan familie Frits)
Toegangsdeur met waarschuwingsbordje (foto MeerWolff)
We zijn terug bij de schuilkelder aan de Rummerkampstraat. Een bezoek is onmogelijk vanwege het veiligheidsrisico. Een bordje naast de deur waarschuwt ervoor. Het zou goed zijn wanneer er nóg een bordje komt, waarop de geschiedenis wordt beschreven van deze plek. Of het er komt, daarin hebben we echter een hard hoofd. De oorlogsherinnering-cultuur is in de gemeente nooit tot ontwikkeling gekomen.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
NB:
Door de coronapandemie zouden we het bijna vergeten zijn, maar 2020 is ook het jaar waarin we de bevrijding herdenken in 1945. Op op 9 en 10 november aanstaande verzorgen we in CityCinema een thema-avond met als titel en onderwerp ‘Venlo en Blerick na de bevrijding, dagelijks leven = overleven, 1945-1946’.
Naast persoonlijke getuigenissen worden interessante filmfragmenten vertoond uit het bevrijdingsjaar vertoond. Enkele zijn ontdekt bij het archiefonderzoek ter voorbereiding van de manifestatie ‘Heel Limburg vrij’, die op 3 maart voor het stadhuis werd gehouden. Je zou dus kunnen zeggen, dat deze filmbeelden na 75 jaar in première gaan.
Toegangskaarten voor ‘Venlo en Blerick na de bevrijding’ kunnen worden besteld via de website van CityCinema Venlo (https://citycinema.nl/movies/576/202/venlo_en_blerick_na_de_bevrijding). Door de coronamaatregelen van de overheid is het aantal plaatsen beperkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten