- door Sef Derkx -
We
beginnen met een vraag. Zelfs de echte deskundigen zullen er even over moeten
nadenken. Let op! In het naoorlogse Jocusrieëk
is een prins twee jaar hoeëgheid geweest.
Een unicum. Tot dan, want misschien gebeurt het opnieuw door de
coronapandemie. Maar nu de vraag: wie is
deze prins? En er meteen achteraan de volgende hersenkraker. Wat was de reden
van zijn tweejarige regeerperiode? We moeten 67 jaar terug in de tijd, we gaan
naar 1953. Het jaartal zal een belletje laten rinkelen. Wacht even…1953?
Natuurlijk, dat is het jaar van de catastrofale watersnoodramp.
Sef I Arends (bron www.prinsekruuts.nl)
Het was de
bedoeling, dat Sef Arends in 1953 als prins Sef I Venlo zou voorgaan in de vastelaovend. Maar in de nacht van 31
januari op 1 februari voltrok zich een nationale ramp. Springtij en een
noordwesterstorm stuwden het water in de trechtervormige Noordzee op tot
recordhoogte. Een groot deel van Zeeland, Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden
overstroomde. Meer dan 1.800 mensen verdronken, 100.000 inwoners van de
getroffen kustgebieden verloren hun huis en bezittingen. Nederland verkeerde in
een shock. In het zuiden werden alle carnavalsactiviteiten vanzelfsprekend afgelast.
Sef Arends kon niet worden uitgeroepen en moest zijn mantel, muts en scepter ruim
een jaar langer verborgen houden voor al te nieuwsgierige blikken.
1953: leerlingen van de Ambachtsschool vullen bij de kazerne zandzakken bestemd voor de door de watersnood getroffen gebieden (foto Dagblad voor Noord-Limburg)
Het Dagblad
voor Noord-Limburg van maandag 16 februari1953 doet onder het kopje ‘Carnavalloze
Vastenavond’ verslag:
‘De dag
van gisteren, was een vreemde Zondag in Limburg. De gloed en de kleur van de
carnavalsfeesten die andere jaren hun stempel drukten op deze dag, ontbraken
geheel. Het was op de straten wel iets drukker, maar van enige
Vastenavond-stemming was geen sprake. De cafés sloten overal op het normale
sluitingsuur, al was het er voller dan op gewone Zondagen. Nu het Carnaval dit
jaar werd afgelast heeft Limburg blijk gegeven van een verblijdende
solidariteit.’
De
journalist was poolshoogte gaan nemen bij de grenspost aan de Kaldenkerkerweg.
Het was er wel drukker, maar de auto’s droegen vooral kentekenplaten uit Zuid-
en Noord-Holland. Kentekenplaten werden indertijd per provincie uitgegeven,
waardoor elk bord begon met een of twee letters om de provincie mee aan te
duiden. In de Limburgse auto’s, die de grens passeerden, zaten geen verklede
carnavalsvierders die op weg waren naar Keulen of Düsseldorf.
Alles wees
erop dat: ‘Van ’n grootscheepse uittocht over de grenzen naar Duitsland geen
sprake is geweest. Ook aan de Wezelse barrière, aan de Herungergrens en in
Tegelen was ’t gewoon als op elke Zondag.’ De enige uitzondering in Limburg
vormden de inwoners van Vaals die massaal naar de carnavalsviering in Aken
togen. Wrang was dit wel, want uitgesproken op deze zondag was de nationale
herdenking van de slachtoffers van de watersnood.
Januari
1954 bracht strenge vorst. Op 3 februari werd de Elfstedentocht gereden die in
een eindsprint gewonnen wordt door schaatslegende Jeen van den Berg. Het vroor dagenlang
zo hard, dat in de eerste week van februari de Maas bij de bruggen ‘dichtzat’.
Een enkeling waagde de levensgevaarlijke overtocht over de bevroren Maas van
Venlo naar Blerick en omgekeerd. Op zaterdag 20 februari brak dan eindelijk de
grote dag aan voor Sef Arends en zijn adjudanten Willy Lamers en Karel Jonkers.
Verkleed als alde wièver en getooid
met een passend masker en hoofddoekje kwamen ze de bomvolle Prins van Oranje
binnen tijdens het Prinsebal. Op het
podium aangekomen vroeg Vors Joeccius XI,
Toeën Schrijnen, hen hun ware gezichten te tonen. D’n Hoonderstal reageerde uitgelaten bij het bekendmaken van ’t Dreejspan 1954 en dus een beetje ook
dat van 1953.
Reageren?
Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten