- door Albert Lamberts -
De katholieke kerk stond vroeger
bepaald niet enthousiast aan de carnavalszijlijn. Carnaval bevorderde achter de
maskerade wangedrag, ontucht, liederlijkheid, kortom was zedenbederf in
ernstige mate. Nog tot ver na de Tweede Wereldoorlog veroorzaakte het oprichten van (buurt-)
carnavalsverenigingen bij de plaatselijke geestelijkheid op zijn minst
gefronste wenkbrauwen, in de meeste gevallen onverbloemd afkeurende woorden.
Uiteindelijk werd de soep niet zo heet gegeten als ze werd opgediend en hoe de
houding is veranderd mag blijken uit het feit, dat de augustijn pater Van de
Sande zelfs een rol had in de Venlose boérebroélof. Ook de positieve betrokkenheid
van de voormalige pastoor John Dautzenberg in Tegelen - thans deken in
Maastricht - met de plaatselijke vastelaovend spreekt natuurlijk boekdelen.
In mijn jeugdjaren tijdens het Rijke Roomse Leven hadden geestelijken geen rol in carnaval, tenzij met een waarschuwende vinger. Des te groter en ook van meer invloed was hun optreden direct na de vastelaovesdagen.
De carnavalsvierders, in deze contreien toch voornamelijk katholieken, werden geacht op Aswoensdag een askruisje te halen in de kerk, meestal aansluitend aan het bijwonen van een eucharistieviering. Tegenwoordig is er de zogeheten krokusvakantie, die aansluit op het driedaagse carnaval, maar dat was vroeger niet. Op Aswoensdag gewoon naar de kerk, naar de mis van half acht, thuis ontbijt en dan naar school. Ook tijdens mijn hbs-jaren op Aswoensdag gewoon naar school.
De originele uitvoering van 'Straks is 't weer Aswoensdaag' uit 1975, gezongen door Tiny Hofman en Giel Geurts, die tevens de schrijver van dit prachtige Blerickse nummer is (https://www.cj.nl/venlo/originele-uitvoering-van-straks-is-t-weer-aswoensdaag-uit-1975-gezongen-door-tiny-hofman-en-giel-video_ae118c21f.html)
Wie op die dag Engelse les had van drs. J. Hendrickx kon de man, die de drie dagen daarvoor nog als Vors Joeccius van Jocus had gefungeerd, op Aswoensdag nou niet bepaald op groot enthousiasme voor zijn vak betrappen. Wij, scholieren, werden op woensdagochtend aan het (voor-)lezen gezet. Of het nu kwam door onze monotone voordrachten of door de naweeën van zijn ongetwijfeld forse inspanningen tijdens het carnaval, ach… feit is, dat hij nogal eens wat wilde wegzakken…
In de jaren van het Rijke Roomse Leven stond men in de rij om een askruisje te halen (foto uit Het Katholieken Boek van uitgeverij Waanders, 2006)
Katholieken stonden vroeger in de rij om het askruisje te ontvangen. Dat werd door de deken, pastoor of kapelaan met zijn rechter duim op het voorhoofd van de kerkganger aangebracht. Met dit askruisje werd de gelovige er aan herinnerd: bedenk, mens, dat ge stof zijt en tot stof zult wederkeren. En waarom dan van as? As heeft – het klinkt eigenlijk best wel raar – een reinigende werking en is tevens vruchtbaar.
Met Aswoensdag begon de vasten als aanloop naar het
paasfeest, veertig dagen later. De vasten had zijn eigen rituelen. In de kerk
droeg de celebrant grijze, zwarte of paarse kazuifels. Al te uitbundige uitingen
waren verwijderd of afgedekt en het feestelijke Gloriagebed werd overgeslagen,
met uitzondering in de mis van Witte Donderdag. In de vastentijd werden
volwassenen geacht vooral op de vrijdagen en zeker op Goede Vrijdag te vasten
en zich te onthouden. Op vrijdag werd het eten van vlees sowieso ontraden. Voor
ons, kinderen, hield vasten in, dat er niet werd gesnoept. Je mocht bij de bakker
of kruidenier wel snoepjes in ontvangst nemen, maar die moesten thuis in het
vastentrommeltje. Wie bijna zes weken goed had gespaard kon op paaszaterdag,
vanaf twaalf uur een fors gevuld vastentrommetje plunderen, als tenminste broertje
of zusje er niet al een voortijdige greep uit hadden gedaan.
Hieëringschelle...
Overigens is de katholieke
vastentijd niet uniek. Ook andere religies kennen een periode van vasten en
boete doen. Bijvoorbeeld de islam heeft de Ramadan en de joden Jom Kippoer. In beide
laatste religies beleven gelovigen over het algemeen hun vastentijd nog intens,
maar bij de katholieken is na de Aswoensdag ook het vasten vrijwel in de
vergetelheid geraakt. Carnavalsvierders, die het halen van een Askruisje nog
als een roomse plicht zien zijn van een uitstervend ras. De meeste carnavalsvierders
hebben nu een andere ‘plicht’: hiéringschelle.
Dit jaar in verband met corona trouwens geen askruisje, maar gezegende as strooien over het hoofd, zoals heel, heel vroeger ook bij zondaars gebeurde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten