- door Sef Derkx -
Even
het geheugen opfrissen. Vorige week waren we in een wonderlijk
landschapsmonument, de doolhof uit de achttiende eeuw bij kasteel Arcen. Op de
terugweg vroeg onze gids Edmond Staal van Het Limburgs Landschap of we de gerestaureerde
ijskelder wilden zien.
Het bijzondere object zit grotendeels in de grond. Een klein deel steekt, als het spreekwoordelijke topje van de ijsberg, erbovenuit. Op het eerste gezicht lijkt het op de getraliede deur naar een kerker. Door de ijzeren spijlen heen, zie je een volgende kleinere deur met een brievenbus. Het is de vliegopening voor de vleermuizen die er wonen. De naam ijskelder zegt het al, het was een ondergrondse opslag voor ijs. Geen consumptie-ijs, maar koelijs. Denk aan de ijsblokjes uit uw vriesvak, maar dan in het formaat XXXL. Voor de zegetocht van de koelkasten en koelcellen hielden brouwers, slagers, bakkers en andere neringdoenden met bederfelijke waar in de zomermaanden hun producten op temperatuur met grote brokken koelijs.
Gracht en voorburcht kasteel Arcen (foto van wbsite Cultuurhistorie Venlo)De adellijke heren van Arcen lieten tijdens een koudegolf hun personeel ijsblokken zagen en kappen uit de kasteelgrachten. Deze werden met kruiwagens naar de ijskelder getransporteerd, een stuk verderop in de bossen. Tot diep in de volgende zomer was er altijd ijs om bijvoorbeeld de flessen Rijnwijn te koelen. Een bediende toog naar de opgeslagen voorraad en hakte met hamer en beitel stukken af. Het ging naar de kasteelkeuken en kwam in de tussenruimte van een dubbelwandige ijskast. De kast is bewaard gebleven, gerestaureerd en staat in museum Hansenhof in Velden, leren we van Edmond Staal.
Toegang tot ijskelder, 1990 (foto Edmond Staal/Het Limburgs Landschap)Doorsnede ijskelder (tekening Louis Reutelingsperger)Naar verluidt dateert de ijskelder uit het begin van de negentiende eeuw. Men is bij de aanleg niet over een nacht ijs gegaan. Alles was erop gericht het ijs zo lang mogelijk te bewaren. De toegangsdeur lag op het noorden, erachter was een portaal en vervolgens een luik. Door de deur meteen te sluiten, hield je de warmte buiten. Op het keldergewelf lag een dikke, isolerende laag aarde. Rondom werden bomen geplant, die de warme zonnestralen tegenhielden. Mogelijk waren het grove dennen, waarvan er nog enkele staan. Door het luik in het portaal werd het ijs in de ongeveer drie meter diepe kelder gedeponeerd. Over de voorraad kwam stro of zaagsel. In het gewelf waren haken geschroefd, waaraan wild werd opgehangen, dat nog moest afsterven. Onder auspiciën van Het Limburgs Landschap is de ijskelder, die uniek is voor Noord-Limburg en dus van hoge cultuurhistorische waarde, gerestaureerd.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten