- door Albert Lamberts -
Vergeten helden van katholiek Friesland stond boven een artikel in Dagblad Trouw van 15 september verleden jaar naar aanleiding van een nieuw boek over Friese zouaven.
Henri Hubert Trienekens, zouave Pontificiaux, in vol ornaat (archief Jan Trienekens)
Maar ho, wacht even. Niets ten nadele van de Friese zouaven, maar Limburg leverde de meeste strijdkrachten van het Nederlandse contingent, dat op zijn beurt weer het grootste was van alle nationaliteiten, die paus Pius IX in de jaren zestig van de negentiende eeuw bijstonden in zijn strijd om zijn pauselijke staat te behouden.
Pius IX (foto van Wikipedia)
Noord-Limburg zag
tientallen dorps- en stadgenoten naar Rome vertrekken, nadat Zijne Heiligheid
katholieke jongemannen uit de hele wereld had opgeroepen hem te helpen in zijn
strijd tegen Victor Emmanuel II, koning van Sardinië, inmiddels gesteund door
Zuid-Italië en zijn militaire strateeg Guiseppe Garibaldi. Inzet was de
Kerkelijke Staat, die een groot stuk van Midden-Italië besloeg, en die Victor
Emmanuel in één ongedeeld Italië wilde samenbrengen.
Vanuit Venlo, Tegelen, Blerick, Helden en tal van andere plaatsen gaven aspirant-strijders zich op om voor de paus de wapenen op te nemen. We hebben het dan over de jaren 1860 tot 1870. Het pauselijke leger moest het Patrimonium Petri (Petrus’ nalatenschap) verdedigen. Onder de tientallen Noordlimburgers bevonden zich Henri Bauman, Hubert Schellen en Louis Cremers uit Tegelen, Louis Grubben uit Maasbree, een aantal uit Helden en maar liefst een kleine twintig jongemannen uit Venlo. Een van die Venlose zouaven was Henri Trienekens, geboren op 15 november 1842.
Henri meldde zich begin
1870 voor het pauselijke leger. Na de ‘keuring’ te hebben doorstaan aanvaardde
hij zijn zware reis naar Rome. Op 25 maart 1870 schreef Hendrik: Mijn lieve vader en broeders, ik laat u en
mijn hele vemielie en al mijne vrienden en bueren weeten dad ik en jansen (mogelijk
Johan Janssen, hoewel die naam met dubbel s werd geschreven) gezond in de heilige stad rome aan zijn
gekome (zijn strijdlust was beter dan zijn Nederlandse taal). Trienekens
schreef verder dat de soep hem goed smaakte en dat hij onder de indruk was van
de Sint Pieter en dad wij de zegen van de
hieligen vader gehat hebben. Als het thuisfront hem wilde schrijven, zijn
adres was Monsieur, Monsignori Hendrikus Trienekens, Zoauaaf Pontificio 2em
Depot te Rome.
Zouaven verzameld op het Sint Pietersplein in Rome voor de pauselijke zegen op 25 april 1870 (foto Wikimedia)
De Venlose zouaaf tooide
zich in het zouaven-uniform: hemd, jasje en pofbroek en een hoofddeksel. Hij was op 17 maart 1870 ingeschreven in het
Armée Pontificale.
Henri’s verblijf in de Pauselijke Staat was van korte duur. Zijn medestrijders hadden drie jaar eerder in de fameuze strijd om Mentana een indrukwekkende zege op Garibaldi’s strijdkrachten voor de paus behaald, maar de volgende jaren werden de pauselijke troepen steeds verder terug gedreven tot uiteindelijk de overgave volgde op 20 september 1870. Henri werd niet ontslagen, maar wel gerepatrieerd, omdat zijn regiment was ontbonden après l’invasion des Etats Pontificaux par l’armée Italienne au mois de septembre 1870.
Het graf van zouaaf Henri Trienekens op de begraafplaats in Venlo (foto Albert Lamberts)
Was het zouavenverhaal voor Henri Trienekens daarmee al afgesloten? Zeer zeker niet. Het pakweg halve jaar in pauselijke dienst zou voor hem en voor tientallen van zijn strijdmakkers nog jarenlang, in Henri’s geval tot aan zijn overlijden in 1932, een vervolg krijgen. Zelfs voor hun kinderen kreeg het zouavenverhaal een vervolg. Aanvankelijk bleef het nog stil na de terugkeer in Nederland – de zouaven waren op het station van Maastricht onthaald -, maar bij gelegenheid van de 25ste gedenkdag van de roemrijke overwinning bij Mentana kwamen de leden van de Limburgschen Zouavenbond Bene Merenti (is: Wel Verdiend) bij elkaar. Deze bond was op 18 april 1892 opgericht in Roermond, waar op 6 november van dat jaar ook een grote feestavond plaatsvond. Kort daarvoor was Henri Trienekens, in zijn vaderstad werkzaam als landbouwer, door paus Leo XIII onderscheiden met de bronzen medaille Bene Merenti. Zijn heldendaden zijn ons niet bekend, maar toch. Geen opgelegd pandoer, die onderscheiding; de koningin moest er zelfs aan te pas komen.
(Vervolg volgende week)
Reageren? Stuur een e-mail naar Albert Lamberts: albertlamberts@home.nl.
https://drive.google.com/open?id=1zilDt5UAW-LEHIz6p5_J1MuI648gNJMD
BeantwoordenVerwijderenEen van mijn voorouders, Sef. Hij heette Schell, niet Schellekens
Mooie geschiedenis, waarin Limburg toch weer groot kan zijn
BeantwoordenVerwijderen