zondag 16 mei 2021

In memoriam Jan van 't Hek - De ware geest

Deze morgen meldt Omroep Venlo dat oud-VVV'er Jan van 't Hek, bijgenaamd  De Blauwe is overleden (zie: https://omroepvenlo.nl/nieuws/artikel/oud-vvver-jan-de-blauwe-van-t-hek-overleden).


Jan van 't Hek was een onverzettelijke voetballer, een terriër. Lang, lang geleden waren we er getuige van dat hij Coen Moulijn uit de wedstrijd speelde. Als eerbetoon aan 'De Blauwe' herplaatsen we de blog, die Gerrit van der Vorst in 2019 schreef. 

Jan bedankt, onze condoleances gaan naar zijn familie, vrienden en vriendinnen.   

 - door Gerrit van der Vorst -

We schrijven zaterdag 5 mei 1956. Voetballertje Luc van ’t Hek kan met de B1 van RK DEV (Door Eendracht Verkregen) kampioen worden, maar dan moet er in Geijsteren gewonnen worden. Van Arcen naar Geijsteren is een fietstochtje van ruim een uur, inclusief een overtocht per veer bij Broekhuizen. Lucs jongere broer, de elfjarige Jantje, vergezelt het elftal. Met de aanduiding ‘supporter’ doen we bloedfanatieke Jantje beslist tekort, de term zou minstens met hoofdletters geschreven moeten worden. Hij is zenuwachtiger dan de spelers, maar heeft een uitgekiend plan in zijn hoofd om de B1 het kampioenschap te bezorgen. Daarvoor moet hij tijdens de overtocht de veerman het veergeld onthouden.

De vooruitgang heeft in Geijsteren zijn tol geëist. Sinds 2014 bestaat de lokale voetbaltrots niet meer.

Maar het veer bij Broekhuizen vaart nog steeds (mapio.net).

 Als de spelers omgekleed zijn, en de wedstrijd begint, is Jantje van ’t Hek tot ieders verbazing nergens te bekennen. Pas in de rust daagt hij op en wordt zijn plan, dat hij inmiddels uitgevoerd heeft, duidelijk. Jantje is in Geijsteren doorgefietst naar de kerk. Daar heeft hij van het uitgespaarde veergeld een kaars gekocht en die aangestoken voor het Maria-altaar, om met een vurig gebed het kampioenschap voor de B1 af te smeken. Zo’n smeekbede kan God natuurlijk niet weerstaan en de B1 van RKDEV behaalt die middag een Door Eendracht en met Gods hulp Verkregen kampioenschap.


 Het interieur van de Sint-Willibrorduskerk in Geijsteren (https://www.kerkgebouwen-in-limburg.nl/kerken/geijsteren/willibrordus).

Dat Jantje van ’t Hek in Geijsteren is gaan doen wat hij al in Arcen had kunnen doen, heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de kerk in Geijsteren de naam van zijn vader draagt. Willebrordus van ’t Hek (Amsterdam, 1902) is geboren in de Amsterdamse Jordaan, en vanuit een weeshuis naar Noord-Limburg gedirigeerd, om daar als dertienjarige aan de slag te gaan. Willebrordus zal zijn hele leven geen woord dialect leren spreken, maar dat heeft hem niet belet om met zijn Arcense echtgenote een gezin van zes jongens en drie meisjes te stichten. Een man waar Jantje respect voor heeft en die dus in zekere zin deels betrokken is bij zijn succesformule. Een nadeeltje van die formule is overigens wel dat hij niet samen terug kan met het elftal, want de veerman van Broekhuizen zal deze kleine wanbetaler de overtocht beslist weigeren. Jantje moet daarom in zijn eentje omfietsen via de brug bij Well, maar dat heeft hij graag over voor het kampioenschap. Het Dagblad voor Noord-Limburg wijdt een bericht aan de ware supportersgeest van de kleine jongen.


Bericht in het Dagblad voor Noord-Limburg van zaterdag 12 mei 1956. Jan van ’t Hek was elf jaar in plaats van acht.

Met een dergelijke instelling kun je ver komen, heel ver. En dat blijkt. Zo’n vier of vijf jaar later komt Jan van ’t Hek van RKDEV bij VVV, waar hij in de jeugd begint. Met ingang van het seizoen 1963/1964, als hij achttien is, gaat hij deel uitmaken van de hoofdmacht die dan in de eerste divisie speelt. ‘D’n Blauwe’,  zoals VVV-supporters Jan van ‘t Hek vanwege zijn rode haardos liefkozend noemen, zal later een mooie beschrijving krijgen in het boek ‘Vertel nog eens .... Vijftig vedetten en vazallen van The Good Old’ van auteur Paul Seelen (2008).

De cover van ‘Vertel nog eens .... Vijftig vedetten en vazallen van The Good Old’ van Paul Seelen.

Een van zijn leermeesters is VVV-icoon Herman Teeuwen die de jeugdspeler het volgende adagium meegeeft: ‘Pas als je hoofd eraf ligt, is het mis.’ Die woorden zijn niet aan dovemansoren besteed. Helaas is Herman Teeuwen al vertrokken, als Jan van ’t Hek’s betaalde voetbalcarrière in 1963 begint. Die carrière bestaat uit tien seizoenen en 211 wedstrijden, waarvan 6 seizoenen - 166 wedstrijden bij VVV, 2 seizoenen - 37 wedstrijden bij Fortuna SC en 2 seizoenen - 8 wedstrijden weer bij VVV.

Jan van ’t Hek is een mandekker pur sang, die voormalige of opkomende vedetten als Mick Clavan (ADO), Johan Neeskens (RCH) en Willy Dullens (Sittardia) - ‘soms letterlijk’ - uit het veld speelt. Als zijn beslissende wapen wordt zijn ontembare vechtlust genoemd. Jan van ’t Hek anno 2019: ‘Maar mijn geheime wapen was mijn sliding!’ Nou ja, ‘geheime’, tegenstanders vliegen soms letterlijk door de lucht.

Jan van ’t Hek geeft vliegles aan een speler van Fortuna Vlaardingen, waarbij Huub Vercoulen – ongetwijfeld goedkeurend –  toekijkt. Met dank aan Paul Seelen, ook diens bijschrift: ‘Van ’t Hek kende geen genade met zijn tegenstanders. Met zijn woeste slidings trok hij soms diepe voren in het veld.’

Overigens wordt hij nooit het veld uit gestuurd of geschorst - ‘ik speelde altijd eerst de bal’ - maar hij heeft wel de mazzel dat de invoering van gele (en rode) kaarten samenvalt met zijn afscheid in 1973 als actief voetballer.

In al die jaren deelt de spijkerharde verdediger royaal uit, maar hij is ook hard voor zichzelf. Dat kan overtuigend geïllustreerd worden met het feit dat hij eens een halve wedstrijd met twee gebroken ribben loopt te voetballen.

In de eerste divisie krijgt Jan van ’t Hek dus te maken met gerenommeerde tegenstanders. Maar wat te denken van medespelers als Jan Klaassen, Frans Swinkels, Hay Lamberts, Harrie Steegh, Ton van den Hurk, Cor de Meulemeester en Jan Schatorjé?

Staand 5e van links Jan Klaassen, en 4e van links André Orval, zittend links Jan van ’t Hek en 2e van rechts Frans Swinkels.

Ook speelde hij met ‘exotische’ aankopen als Dick Schenkel en de fameuze Arie de Oude, beiden afkomstig van DWS (en caféhouders). Succes brengen dergelijke aankopen niet. In 1966 volgt zelfs degradatie naar de tweede divisie. VVV lijkt zich op te richten en promoveert in 1967 terug naar de eerste divisie.

Tekenaar Piet Camps laat de VVV-selectie een polonaise lopen na de promotie in 1967. Jan van ’t Hek loopt een na laatste.

Maar een seizoen later is het prompt weer mis. VVV degradeert in 1968 opnieuw. Na een nieuw seizoen in de tweede divisie worden VVV-spits Frans Derix en Jan van ’t Hek in 1969 voor 50.000 gulden aangekocht door eerste divisionist Fortuna SC ’54. Dat betekent veel gereis voor Jan van ’t Hek, heen en weer naar Sittard per trein voor trainingen en wedstrijden. Gelukkig krijgt de machinebankwerker alle medewerking van zijn werkgever in Lomm: ‘Ik had een goede baas.’ Het leven van een betaald voetballer is zwaar en de betaling is doorgaans matig. De eer is misschien nog wel het belangrijkst. Hij draait één goed seizoen in Sittard, maar dan begint de voorheen zelden geblesseerde Van ’t Hek te kwakkelen. Hij keert in 1971 terug bij VVV, maar door een kapotte meniscus valt - na zegge en schrijve acht wedstrijden - in 1973 het doek voor Jan van ’t Hek. Er volgt een meer dan dertigjarige periode als trainer. Zoon Marcel treedt in 1992 in de voetsporen van zijn vader, door van RKDEV naar VVV over te stappen. In 2 seizoenen speelt Marcel 13 wedstrijden in het eerste van VVV, waarna een tocht langs amateurclubs volgt.

Jan van ’t Hek was een karaktervoetballer zoals ze tegenwoordig weinig meer te vinden zijn. Als semiprof bezat hij dezelfde ware geest die hem als supporter kenmerkte. Helaas komt hij nog maar hooguit twee keer per jaar bij VVV, terwijl de club zijn diensten toch wel nodig lijkt te hebben. Een kampioenschap zal er niet in zitten, maar laat Jan nog een keer zo’n plannetje uitvoeren om VVV dit seizoen op een mooie plek in het linkerrijtje te krijgen. Voor alle zekerheid!

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.


1 opmerking: