- door Sef Derkx -
Vijftien
of zestien waren ze en ze kenden elkaar van de verkenners. Paul Ex woonde aan
de Goltziusstraat, zijn vriend Lambert Meijers de Kleine Beekstraat. In het
Venloos ‘Op de Baek’, een straat met de prachtige neogotische gevel van het
klooster Trans Cedron van de dominicanen.
Maasschriksel (met dank aan Piet Braem)
Goltziusstraat voor de Tweede Wereldoorlog (particuliere collectie)
Op 31 augustus 1941 vierde koningin Wilhelmina in Engeland haar verjaardag. In Venlo waren op Koninginnedag geen feestelijkheden. Maar het weerhield beide vrienden er niet van om de dag toch een oranje tintje te geven. De buurman van Paul Ex aan de Goltziusstraat, huisschilder Jacobs, stelde voor het doel een blik oranje menieverf ter beschikking. Gewapend met kwast en blik gingen de jongens op weg om op het trottoir en tegen gevels van huizen van Duitsers en NSB’ers de letters O.Z.O. te schilderen. De afkorting stond voor ‘Oranje Zal Overwinnen’. Ze werd vanaf het begin van de bezetting door velen als een soort van groet of yell gebruikt. Je kwam elkaar tegen op straat en riep: ‘O zo!’ De letters, gescheiden door punten, werden bovendien overal in Nederland op muren en schuttingen gekalkt. Het was een speldenprik tegen de bezetter en er werd trouw mee betoond aan koningin Wilhelmina. Een vorm van protest dus.
Maar terug naar de avond van Koninginnedag 1941. Paul en Lambert begonnen aan de Parade. Daar stond een Duits militair voertuig met open dak. De jongens zagen hun kans schoon en verfden de zittingen met de menie. Vervolgens kleurde een deel van de Kaldenkerkerweg, Burgemeester van Rijnsingel, Hamburgersingel (nu Deken van Oppensingel), Goltziusstraat en Julianastraat oranje. Via de Lohofstraat kwamen de tieners uit bij het voormalige belastingkantoor op de hoek van de Parade. Daar werden de natuurstenen vensterdorpels versierd met O.Z.O.
Omdat het al laat geworden was, vond Paul het welletjes en nam hij afscheid van Lambert. Onderweg naar huis liet de laatste nog hier en daar O.Z.O.’s achter. Ter hoogte van de Floddergats werd hij staande gehouden door een lokaal leider van de NSB. De man in kwestie kwam van het National waar een partijavond was geweest. Daarom was hij gestoken in een gala-uniform. De NSB’er sprak Lambert Meijers aan op het verband tussen de graffiti alom, het blik met menie en de druipende verfkwast. De jongen bedacht zich geen moment, kieperde de rest van de menie over het gala-uniform en maakte zich uit de voeten.
Een van de rekeningen die binnenkwam bij de ouders van Lambert Meijers (met dank aan Marianne Meijers)
Helaas was hij herkend, dus stond niet veel later de politie voor de deur en werd Lambert meegenomen naar het bureau. Zijn jeugd, de belofte van beterschap en het betalen van de kosten voor het verwijderen van de graffiti en het reinigen van het NSB-uniform spaarden Lambert Meijers voor erger. De zaak werd geschikt. De beloofde beterschap resulteerde erin dat Lambert Meijers, Paul Ex en andere leeftijdgenoten weldra diep in de illegaliteit zaten. Ze hielpen met het vervaardigen en verspreiden van het blad ‘Oranje Hagel’ en zorgden voor vervalste persoonsbewijzen die werden gegeven aan Joden en onderduikers. Bovendien ontfermden de jeugdige Venlonaren zich over ontsnapte Franse krijgsgevangen.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten