- door Sef Derkx/foto's Heinz Helf en auteur -
Zo uitbundig worden trappenhuizen heden ten dage niet meer gebouwd. Vloeren met kleurrijke tegels in geometrische motieven, terrazzo traptreden en leuningen van krullend smeedwerk. Er is aandacht aan besteed, tijd ook. En geld.
André Wiehager
(1966) gaat voor naar zijn atelier op de eerste verdieping. Het valt op dat hij
wat moeilijk loopt, de kwieke tred van vroeger is er niet meer. Even hiervoor
stond ik op het pleintje voor het Missiemuseum van Steyl. Op zoek naar een bel en
naambordje bij een deur die misschien al jaren niet meer open was gegaan. Het
begon ook nog een beetje te miezeren. Kijk, dan is een mobieltje een uitkomst. ‘Nee,
aan de voorkant is geen bel. Je moet achterom binnen,’ legde Wiehager lachend
uit. Achterom binnen, een fenomeen van lang geleden. Uit de tijd ook van het fameuze
touwtje uit de brievenbus.
De
trap komt uit bij een verrassend brede gang aan de voorzijde. Het pand dateert
van 1929 en was oorspronkelijk kloosterbibliotheek van de paters. Nu zijn er
ateliers in gevestigd van beeldend kunstenaars. Rechts tegen de gangmuur staan
de meer dan manshoge schilderijen van Wiehager. Links zijn ramen van
gebrandschilderd en geëtst glas, waardoor het licht prachtig naar binnen valt. In principio erat verbum, lezen we in een
van de ramen: In het begin was er het woord.
Heel toepasselijk voor een bibliotheek, bovendien een mooie opsteker voor een
schrijver.
Voor André Wiehager is zijn atelier de navel van de wereld. Hij huurt het sinds een half jaar. Eindelijk heeft hij de ruimte: ‘Het plafond is op 4,5 meter hoogte en drukt dus niet meer op me. Het is hier weldadig rustig en er zijn zo weinig prikkels van buiten, dat ik onder het schilderen af en toe weer muziek kan draaien. Soms maak ik een dansje. In mijn vorige atelier in Blerick was er constant rumoer van buiten. Het stoorde mij in mijn concentratie. Daar kon absoluut geen muziek meer bij.’
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten