door Jos Wolbertus -
Als we een willekeurig iemand in Tegelen vragen om enkele
kernwoorden van de Tegelse carnaval te noemen zullen de namen Joes en Petatte
Nelke snel valen.
Wat is het toch dat deze twee personen in de Tegelse carnaval zo’n grote rol
spelen?
In 1960 schreef de redacteur van de Tegelse Courant, naar aanleiding van
een fototentoonstelling bij fotograaf Lommen waar ook foto’s van het echtpaar te
zien waren, een stukje over de beide bekende figuren. Kern van het artikel was
dat zowel Joes alsook Petatte Nelke geen invloed uitoefenden op het openbare
leven in Tegelen. Met andere woorden: een normaal echtpaar met een gezellig
café.
In 1977 schreef Frans Oehlen, redacteur bij de Tegelse Courant in een
artikel over Joes en Petatte Nelke: 'of is het alleen maar de nostalgie (waaraan
we allemaal zo’n beetje lijden) die ons Joes en zijn vrouw door een vergrootglas
doen zien?' Ook in het artikel van 31 oktober 1952, geschreven na het overlijden
van Nelke, schrijft men: 'Hoewel noch zij noch haar man op het openbare leven
enige invloed uitoefenden
of in onze plaats betekenisvolle functies hebben vervuld …'. Weer een ander
artikel schrijft: 'dat het in het kleine kefeetje altijd tam-tam was, is
bezijden de waarheid.
Dat zou, gezien de kleine behuizing, niet eens mogelijk zijn. Zondagsmorgens
kon het er wel eens druk zijn, althans in de zomerdagen als de beugelbaan was
opgezet'.
De geschiedenis van deze twee markante figuren napluizen is niet
makkelijk. De stamboom van de familie is uiteraard bekend, het cafeetje ook, het
uithangbord, het liedje enzovoort. Maar een eenvoudige vraag als hoeveel jaren
was het café geopend is al moeilijk te beantwoorden. En waarom juist bij Joes?
Ook in de vele andere cafés - rond 1900 waren het er in Tegelen circa honderd -
werd volop feest gevierd.
Zeker in en rondom de Hoogstraat. Deze straat stond
bekend om zijn carnavalsoptochten
en om zijn zaal Batavia waar veel verenigingen bijeen kwamen. Tijdens het carnaval en de kermis werden er grote feesten georganiseerd.
En toch
wordt steeds weer de huiskamer van Joes en Petatte Nelke als voorbeeld gebruikt.
Feit is dat vooral het lied dat voor Joes en Petatte Nelke werd geschreven
aan de populariteit van de twee mensen heeft bijgedragen. Zonder het bekende
liedje hadden we waarschijnlijk nooit meer iets gehoord van het echtpaar.
De ons
tot nu toe bekende gegevens: Op 18 augustus 1895 trouwde Gustaaf Schreurs voor
de tweede keer. Zijn eerste vrouw Maria Loeff stierf al op jeugdige leeftijd.
Zijn tweede vrouw werd Petronella
Muller. Joes was een harde werker, hij verdiende zijn dagelijkse boterham bij de
Globe. Zo wordt althans vermeld. Eerst als gewoon fabriekswerker, later als
vormer. Maar uit het Globe-nieuws van februari 1955 blijkt dat Joes pas op zijn
46e jaar bij de Globe is gaan werken. Wat heeft hij hiervoor gedaan? Toen Joes
in 1895 trouwde met Nelke was hij soldaat in het 2e regiment infanterie. Omdat
beiden geen geld hadden om de trouwkosten te betalen, werd er een attest van
onvermogen
afgegeven zodat het huwelijk kosteloos kon worden gesloten.
Dat hij overdag
gewoon moest werken toont aan dat de inkomsten van het café bij lange niet
voldoende waren om een gezin groot te brengen. Deze inkomsten waren een prettige
bijzaak. Joes was verder lid van het zangkoor Excelsior waar hij het vaandel
mocht dragen. Dat deed hij dan ook met veel trots. Als zanger was hij een stuk
minder getalenteerd, met zijn zware basstem gaf hij in ieder geval niet de toon
aan. Op 1 mei 1940, vlak voor de Tweede Wereldoorlog, stierf Joes op 71e jarige
leeftijd. Petronella, klein van stuk, werkte van jongs af aan bij de paters waar
zij net als vele anderen aardappelen schilde. Vooral voor de vele Duitsers die
in het Missiehuis
retraite hielden, maar ook voor de vele honderden bewoners van het Missiehuis.
De vrouwen deden dit enkele uren per dag, het was dus geen volledige baan.
Nelke moet dit werk erg lang gedaan hebben, anders had zij hier beslist haar bijnaam Petatte Nelke niet aan overgehouden. Een bijnaam was trouwens in die tijd niet vreemd; honderden Tegelenaren en Steylersen hadden rond de eeuwwisseling een bijnaam. Ook na het huwelijk met Joes bleef zij deze bijnaam behouden. D’n Eike schreef het al in 1980: 'De ingang lag in de gevel, met een trapje af kwam je in het café. Direct naast de deur stond een tafel met de schone bierglazen. Achter in de cafékamer was een luik naar de kelder waar het bier werd getapt'.
Echter, uit bovenstaande tekening blijkt dat de ruimte waar het kelderluik was, geen
toegangsdeur naar buiten had. Deze deur was in de achterkeuken van waar men
binnendoor in het woonvertrek kon komen. En hoe klein? Nogmaals de plattegrond
van het huis waar Joes en Petatte Nelke hebben gewoond. De tekening is onderdeel
van een aanvraag tot het vernieuwen zijner (G. Schreurs) woning gelegen aan de
Hoogstraat. In 1925 is namelijk de woning
van Joes onbewoonbaar verklaard. Als hij geen verbeteringen aanbrengt, zal hij
de woning moeten verlaten. Joes richt zich dan ook met een vergunningaanvraag
tot het college van B&W in Tegelen.
Enkele opvallende zaken in de vergunningaanvraag:
Wijze
van watervoorziening: welput met pomp
Inrichting der privaten en urinoirs: in
open schop, geen plafond Voorzorgsmaatregelen te nemen:
voorzichtigheid
Wijze van afvoer der fecaliën: in open beerkelder
Opmerkelijk is
het volgende: daar waar men verdere opmerkingen en toelichtingen
bij de vergunning kan zetten, schrijft Joes: grote geldzorgen, hulp! Dit kan
alleen betekenen dat het café in 1925 al gesloten was. Aan de ene kant wijst de
onbewoonbaarverklaring hierop en aan de andere kant de grote geldzorgen
van Joes.
Op de plattegrond zijn enkele maten aangegeven. Daaruit blijkt dat de
kamer die D’n Eike omschrijft een afmeting had van 4,30 x 4,00 meter. In deze
kamer was niet alleen het luik naar de kelder maar ook de trap naar de
bovenverdieping. Het gehele café had een vloeroppervlak van iets meer dan 16 m2
, trouwens iets wat veel voorkwam in Tegelen. Tenslotte waren de meeste cafés in
huiskamers of achterkamers gevestigd. Op 23 oktober 1925 krijgt Joes toestemming
zijn woning aan te passen zodat bewoning weer mogelijk is.
In 1901 plaatst Joes een kleine
advertentie in het Venloosch Nieuwsblad dat er bij hem kienavonden worden
georganiseerd met wild als prijs. In 1906 staat er nog een kleine advertentie in
de krant waar men het over carnaval bij Joes en Nelke heeft.
In mei 1912 is
Joes medeondertekenaar van een verzoek aan de gemeenteraad om vergunning te
verlenen tot het houden van dansmuziek op vastenavond en kermiszondagen. Circa
55 'kasteleins' ondertekenen het verzoek van wie G. Schreurs er één van is. In
1913 plaatst Joes nog een advertentie in de Venlosche Courant. Hij laat de
inwoners van Tegelen weten dat er een carnavalsbal is bij Joes en Nelke, men
kan er mastklimmen en na afloop is er hip hip hip hoera.
In het
overlijdensbericht uit 1952 schrijft men: 'jarenlang heeft zij met haar man een
café met beugelbaan geëxploiteerd'. Ook hier geen vermeldingen van begin of
eindjaar. Het is niet bekend of Joes, net als bij zeer vele andere cafés in
Tegelen, een vergunning
had voor het schenken van alcoholische dranken. De registratie hiervan was in de
jaren 1900-1920 zeer incompleet.
Uit: Dreej daag zwaaje - CarnavalsgeschiedenisTegelen 1850-1950, Jos Wolbertus (2011)
Reageren? Stuur Jos Wolbertus een e-mail: stjoseph@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten