donderdag 6 oktober 2022

Zeppelin boven Venlo

- door Sef Derkx -

Op de Elfde van de Elfde 1930 schreef Venlo luchtvaarthistorie én postgeschiedenis. In de vroege ochtend van die dag deed een zeppelin Venlo aan. Het majestueuze luchtschip daalde boven de Groote Heide tot een hoogte van honderd meter. Er werd post uitgeworpen en ingenomen. Vervolgens zeilde de zeppelin nog even over de stad. Heel Venlo was uitgelopen om dit historische moment mee te maken. De straten stonden vol mensen en duizenden waren naar de Groote Heide getogen.

Tekst: Sef Derkx | Beeld: collectie Sef Derkx

Het moment dat de zeppelin verscheen, was onvergetelijk. Iedereen was diep onder de indruk. Zoiets groots in de lucht was ongekend. De zeppelin daalde, jong en oud ging spontaan zwaaien. De passagiers in de cabines wuifden terug. Het was een historische gebeurtenis, waarover nog lang is nagepraat.

Dat de aanwezigen op de Groote Heide geïmponeerd waren, is niet zo verwonderlijk. Het luchtschip LZ-127 Graf Zeppelin dat Venlo bezocht, was bijna 240 meter lang, had een doorsnede van 30 meter en een volume van 105.000 m3. Het was de grootste zeppelin ooit gebouwd. ‘De reus van de lucht’ had in 1929 een zeer tot de verbeelding sprekende tocht rond de aarde gemaakt. Vanaf 1930 werden trans-Atlantische vluchten tussen Duitsland en Brazilië ondernomen. Om de kosten te dekken werden ook luxe cruises voor vermogende passagiers georganiseerd. Er gingen altijd poststukken mee die speciale stempels kregen en die daardoor grif aftrek vonden onder filatelisten. 

De passagiers reisden comfortabel. De luchtvaartmaatschappijen zouden er heden ten dage een voorbeeld aan kunnen nemen. Een chef-kok behoorde tot de bemanning. De gasten ontbrak het aan niets. Nu ja, roken was ten strengste verboden. Na de catastrofe met de Hindenburg op 6 mei 1937 kelderde het enthousiasme. Een maand na de ramp werd de LZ-127 uit de vaart genomen en herbestemd tot museum. In maart 1940 besloot Herman Göring de zeppelin te slopen en het aluminium te gebruiken in de oorlogsindustrie.


Venlo had voor de oorlog een grote en invloedrijke Duitse gemeenschap. Voor de kinderen was er een aparte school aan de Julianastraat. Een prominente Duitse ingezetene was Wilhelm Nüchter, een luchtvaartfanaat. Hij was in contact getreden met de Luftschiffbau Zeppelin GmBH in Friedrichshafen en had het voor elkaar gekregen dat het paradepaard van de onderneming, de LZ-127 Graf Zeppelin, boven Venlo post zou neerlaten en ophalen. Het nieuws van de komst van de zeppelin kreeg landelijk aandacht. De dienstregelingen van de bussen en treinen werden aangepast, zodat nieuwsgierigen van elders op tijd aanwezig zouden kunnen zijn. Er was nog even sprake van dat het luchtschip verder zou reizen naar Amsterdam, maar in de uren voor het vertrek werd duidelijk dat de weersomstandigheden ongunstig zouden zijn. Gezagvoerder Ernst Lehmann liet per telegraaf aan Dagblad Het Vaderland weten dat niet naar de hoofdstad gevlogen zou worden. Iedereen was in de greep van de komst van de zeppelin. Op die elfde november was het om half zes ’s morgens al een drukte van belang. Een stroom belangstellenden – te voet, met de fiets of de auto – trok over de Stalbergweg en Herungerweg richting Groote Heide. Op sommige kruispunten waren agenten geposteerd om de verkeersstroom in goede banen te leiden. Het was een waterkoude novemberochtend en het wachten duurde lang. Maar iets na zeven uur klonk er opeens gejuich. Uit het oosten naderde de langverwachte zeppelin.

De verslaggever van De Nieuwe Venlosche Courant deed er de volgende dag op indringende wijze verslag van: “Boven de berkeboomen en de rechter-kogelvangers werd inderdaad het machtige gevaarte zichtbaar. Als een breede fletse vlek in de zilverige schemer van den horizon. Het gevaarte, de neus in den wind, werd grooter en spoedig konden de roode letters op de zilveren huid van den reuzenvisch gelezen worden: Graf Zeppelin, op de flank het nummer L.Z. 127. Rustig kwam het luchtschip nader: uit de groote gondel en de kleinere motoren-gondels wuifden heel klein de passagiers. Overweldigend waren de afmetingen van dit zilver-glinsterend wonder der techniek, waarover, wanneer de wind er langs voer, donkere rimpels trokken.”


Dezelfde toon – een mooie mengeling van opwinding en verwondering – klinkt ook uit de artikelen in andere dagbladen. Venlo was die dag landelijk nieuws. Ook in de ‘overzeese koloniën’ kon men lezen over het grote spektakel dat zich in het luchtruim boven de stad had afgespeeld. De Sumatra Post wijdde er een fotoreportage aan met als kop ‘Graf Zeppelin, de zwevende brievenbesteller’.

Begin november had de directie van het Venlose postkantoor via de media bekend gemaakt dat post bestemd voor transport met de zeppelin tot en met zaterdag 8 november 1930 ingeleverd kon worden. Ze zouden worden voorzien van een speciaal stempel. De belangstelling van filatelisten en postzegelhandelaren was blijkbaar erg groot, want op het moment dat de zeppelin naderde werden nog driftig poststukken afgestempeld in een auto die als miniatuurpostkantoor was ingericht. Onder toezicht van de adjunct-directeur voorzagen drie postbeambten de laatste brieven en briefkaarten van het felbegeerde stempel. Ze gebruikten daarbij hun knie als ondergrond. Vanuit de zeppelin was inmiddels een parachute naar beneden geworpen met ongeveer twintig kilo post uit Duitsland.

We laten weer de Venlose journalist aan het woord: ”In een wijden boog vloog daarop het prachtige slanke gevaarte rondom de Groote Heide in de richting Herungen, om van daaruit langzaam wederom te naderen, geleidelijk dalende naar de plek, waar de Nederlandsche post wachtte. In de zilver-blauwe morgenlucht, even goudrose gemunt door de opgaande zon, naderde nu de aluminiumkleurige reuzenvisch opnieuw. Wederom zag men de passagiers hartelijk wuiven uit de cabines en geestdriftig wuifden de duizenden op de Groote Heide de koene luchtvaarder, kapitein Lehmann, en zijn mannen toe. Het was een sprookjesachtige aanblik. De geweldige, maar sierlijke luchtreus in de heldere morgenhemel te zien drijven.” De zeppelin nam zo’n 1.300 tot 1.400 Nederlandse poststukken in en vloog vervolgens naar de Maas, waar het luchtschip zich wendde om koers te zetten richting het zuiden.


De postbestelling in Venlo kreeg nog een vervelend staartje. Een malafide handelaar had vanuit Friedrichshafen veertig poststukken naar Venlo gestuurd. Ze kregen hier een violet stempel. Na enkele dagen meldde de man zich met de mededeling dat de stempels verbleekt waren. Hij verzocht de afstempeling over te doen, maar nu in het rood. Aldus geschiedde. Niet lang erna bood hij de dubbel gestempelde poststukken in filatelistische bladen aan tegen hoge prijzen. Op de foute gang van zaken gewezen, kon de Nederlandse PTT slechts beloven dat uit het voorval lering voor de toekomst getrokken zou worden.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten