vrijdag 19 juni 2020

De sloopkogel – Peperstraat (1)

- door Gerrit van der Vorst -



Na de Tweede Wereldoorlog kampte Venlo met grote woningnood. Mijn ‘stijfselkissie’ stond daarom in 1946 in de onbewoonbaar verklaarde woning Straelseweg 277. Het grootste deel van mijn jeugd bracht ik vervolgens door op ‘de berg’, in de kleine huisjes op Acaciaweg 12 en Rozenweg 9. Die stonden in de Bloemenbuurt die kort na de bevrijding was ontwikkeld. Mijn vierde en laatste woonadres in Venlo was weer een oud pand, Kaldenkerkerweg 136, pal aan de voet van ‘de berg’. Deze vier adressen hebben met elkaar gemeen dat ze weggevaagd werden door de sloopkogel. 

De Bloemenbuurt oogde zelfs in haar langgerekte doodsstrijd pittoresk. Acaciaweg 12 heeft overigens tot voor kort stand gehouden.

Over de Bloemenbuurt kan ik treuren. Dat was ‘wederopbouwerfgoed’, zoals dat tegenwoordig heet. Ik moest er altijd even naar toe als ik in Venlo kwam. Maar de sloop van de buurt laat onverlet dat de gemeente Venlo kennelijk gezien kan worden als een toonaangevende wederopbouwstad met spraakmakend wederopbouwerfgoed.

Fragment van de site cultuurhistorie.venlo.nl.

En het moet gezegd, wie de Venlose Puinfilm heeft bekeken, of een blik heeft geworpen op de lange serie Venlose puinfoto’s op de NIOD-website, die kan niet anders constateren dan dat er in Venlo enorme prestaties zijn verricht bij de wederopbouw.

Een deel van de fotoserie over Venlo op de website van het NIOD.

Toch valt er beslist wat te naöle, zoals de sloopkogel-serie heeft geleerd en zoals in deze ‘nabrander’ zal worden betoogd.

De wederopbouw van de Venlose binnenstad tussen 1945 en 1965 verliep langs twee sporen, te weten zorgvuldig herstel van verwoeste delen van de historische binnenstad en ruim baan voor het toenemende verkeer. Over dat beleid is men bij de gemeente tevreden: ‘Net zoals we het middeleeuwse verleden van Venlo in de binnenstad koesteren, willen we ook aandacht schenken aan ons naoorlogse erfgoed.’ In de Peperstraat is echter nog het één, noch het ander, gebeurd. En daar moeten we het beslist nog even over hebben.

Kinderen van de Peperstraat staan in 1920 op de Maaskade opgesteld voor de optocht voor Koninginnedag.

Peperstraat.

Luchtfoto van de Venlose binnenstad en de Peperstraat na de oorlog (zie de pijl).

Ten tijde van de rigoureuze sloop was de Peperstraat al tientallen jaren een weinig gekoesterd stiefkindje van de gemeente geweest. Het was nota bene een van de oudste straten van Venlo. Volgens stadskenner Henri H. Uyttenbroeck werd de Peperstraat al in 1408 genoemd in gemeentelijke documenten (‘Venlo omstreeks 1900. De straten en bewoners’, 1917).
Volgens Marja van Lier is de straat nog ouder. Zij wijst er op dat alle Peperstraten en -stegen in Nederland en België in middeleeuwse stadsdelen uit de periode 1000-1250 liggen. Marja, wie? Pas op, deze inwoonster (60) van Loon op Zand, is een Peperstraten-kenner. Ze werkt aan een boek met de intrigerende titel ‘Het geheim van de Peperstraten’. Ze heeft daarvoor meer dan honderd van die straten en stegen bezocht.

 Ook Sevenum heeft bijvoorbeeld een Peperstraat (privécollectie).

De favoriete Peperstraat van de auteur ligt in Wijk bij Duurstede (privécollectie).

Uiteraard zal Marja van Lier in haar boek ook met een verklaring voor de straatnaam komen. Op Wikipedia worden meerdere verklaringen gegeven. In de tijd waarin veel Peperstraten hun naam kregen, floreerde de peperhandel nog niet. Een relatie met de specerij ligt dus niet voor de hand. Een vaker aangehaalde verklaring is de verwijzing naar Schoenoplectus lacustris, oftewel mattenbies, dat in de volksmond ook ‘peper’ werd genoemd. Mattenbies groeide en groeit langs de oevers van meren en rivieren, en werd in de middeleeuwen veel gebruikt voor allerlei soorten vlechtwerk, zoals biezen manden, matten en stoelzittingen.

Mattenbies (Wikipedia/Bernd Haynold).

Marja van Lier meent echter dat de straatnaam te maken heeft met peperkoek. Volgens haar zat er in peperkoek helemaal geen peper, maar die koeken leken op tufstenen die in de middeleeuwen veel als bouwmateriaal gebruikt werden. Een tufsteen wordt in het Italiaans Peperino, en het Engels Pepper-stone en – relevant voor Venlo? – in het Duits Pfefferstein genoemd, en zo zouden peperkoeken en vervolgens Peperstraten aan hun naam gekomen zijn. Bent u er nog? 
Voorbeeld van tufstenen.

Ik twijfel. Is het geen laster jegens de vroegere makers van de beroemde Venlose lekkernij, om te roepen dat er geen peper in zat? De Venlose peperkoek was ooit een geschenk voor hoge gasten. Bij terugkeer van het Heilig Graf werd Adolf van Gelderland in 1452 bijvoorbeeld door de Venlose magistraat vergast op ‘peperkoicke’. Maar dat was toch juist een bijzonder geschenk omdat er kostbare peper in zat? Enfin, we lezen het eind 2020 wel in ‘Het geheim van de Peperstraten.

Rond 1880 eindigde de peperkoekproductie in Venlo. Was het toeval dat de Peperstraat vanaf die tijd ook steeds meer in verval raakte? 

Een luchtfoto van de Peperstraat, waaruit blijkt dat het middeleeuwse verleden van de Venlose binnenstad niet overal gekoesterd is.

Wordt vervolgd.

Met dank aan Piet Braem en Will Sorée voor de oude foto’s. Grotendeels gaat het om foto’s die eerder zijn geplaatst op de Facebook-site ‘Venlo wie ut vrueëger waas’.

Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten