Na de Tweede Wereldoorlog kampte Venlo met grote woningnood.
Mijn ‘stijfselkissie’ stond daarom in 1946 in de onbewoonbaar verklaarde woning
Straelseweg 277. Het grootste deel van mijn jeugd bracht ik vervolgens door op
‘de berg’, in de kleine huisjes op Acaciaweg 12 en Rozenweg 9. Die stonden in
de Bloemenbuurt die kort na de bevrijding was ontwikkeld. Mijn vierde en laatste
woonadres in Venlo was weer een oud pand, Kaldenkerkerweg 136, pal aan de voet
van ‘de berg’. Deze vier adressen hebben met elkaar gemeen dat ze weggevaagd
werden door de sloopkogel.
De Bloemenbuurt
oogde zelfs in haar langgerekte doodsstrijd pittoresk. Acaciaweg 12 heeft
overigens tot voor kort stand gehouden.
Over de Bloemenbuurt kan ik treuren. Dat was
‘wederopbouwerfgoed’, zoals dat tegenwoordig heet. Ik moest er altijd even naar
toe als ik in Venlo kwam. Maar de sloop van de buurt laat onverlet dat de
gemeente Venlo kennelijk gezien kan worden als een toonaangevende
wederopbouwstad met spraakmakend wederopbouwerfgoed.
Fragment van de
site cultuurhistorie.venlo.nl.
En het moet gezegd, wie de Venlose Puinfilm heeft
bekeken, of een blik heeft geworpen op de lange serie Venlose puinfoto’s op de
NIOD-website, die kan niet anders constateren dan dat er in Venlo enorme
prestaties zijn verricht bij de wederopbouw.
Een deel van de
fotoserie over Venlo op de website van het NIOD.
Toch valt er beslist wat te naöle, zoals de sloopkogel-serie heeft geleerd en zoals in deze
‘nabrander’ zal worden betoogd.
De wederopbouw van de Venlose binnenstad tussen 1945 en
1965 verliep langs twee sporen, te weten zorgvuldig herstel van verwoeste delen
van de historische binnenstad en ruim baan voor het toenemende verkeer. Over
dat beleid is men bij de gemeente tevreden: ‘Net zoals we het middeleeuwse
verleden van Venlo in de binnenstad koesteren, willen we ook aandacht schenken
aan ons naoorlogse erfgoed.’ In de Peperstraat is echter nog het één, noch het
ander, gebeurd. En daar moeten we het beslist nog even over hebben.
Kinderen van de
Peperstraat staan in 1920 op de Maaskade opgesteld voor de optocht voor
Koninginnedag.
Luchtfoto van de
Venlose binnenstad en de Peperstraat na de oorlog (zie de pijl).
Ten tijde van de rigoureuze sloop was de Peperstraat al
tientallen jaren een weinig gekoesterd stiefkindje van de gemeente geweest. Het
was nota bene een van de oudste straten van Venlo. Volgens stadskenner Henri H.
Uyttenbroeck werd de Peperstraat al in 1408 genoemd in gemeentelijke documenten
(‘Venlo omstreeks 1900. De straten en
bewoners’, 1917).
Volgens Marja van Lier is de straat nog ouder. Zij wijst er op dat alle Peperstraten
en -stegen in Nederland en België in middeleeuwse stadsdelen uit de periode
1000-1250 liggen. Marja, wie? Pas op, deze inwoonster (60) van Loon op Zand, is
een Peperstraten-kenner. Ze werkt aan een boek met de intrigerende titel ‘Het
geheim van de Peperstraten’. Ze
heeft daarvoor meer dan honderd van die straten en stegen bezocht.
Ook Sevenum heeft
bijvoorbeeld een Peperstraat (privécollectie).
De favoriete
Peperstraat van de auteur ligt in Wijk bij Duurstede (privécollectie).
Uiteraard zal Marja van Lier in haar boek ook met een
verklaring voor de straatnaam komen. Op Wikipedia worden meerdere verklaringen
gegeven. In de tijd waarin veel Peperstraten hun naam kregen, floreerde de
peperhandel nog niet. Een relatie met de specerij ligt dus niet voor de hand. Een
vaker aangehaalde verklaring is de verwijzing naar Schoenoplectus lacustris, oftewel mattenbies, dat in de volksmond ook
‘peper’ werd genoemd. Mattenbies groeide en groeit langs de oevers van meren en
rivieren, en werd in de middeleeuwen veel gebruikt voor allerlei soorten
vlechtwerk, zoals biezen manden, matten en stoelzittingen.
Mattenbies
(Wikipedia/Bernd Haynold).
Marja van Lier meent
echter dat de straatnaam te maken heeft met peperkoek. Volgens haar zat er
in peperkoek helemaal geen peper, maar die koeken leken op tufstenen die in de
middeleeuwen veel als bouwmateriaal gebruikt werden. Een tufsteen wordt in het
Italiaans Peperino, en het Engels Pepper-stone en – relevant voor Venlo? –
in het Duits Pfefferstein genoemd, en
zo zouden peperkoeken en vervolgens Peperstraten aan hun naam gekomen zijn.
Bent u er nog?
Voorbeeld van
tufstenen.
Ik twijfel. Is het geen laster jegens de vroegere makers
van de beroemde Venlose lekkernij, om te roepen dat er geen peper in zat? De
Venlose peperkoek was ooit een geschenk voor hoge gasten. Bij terugkeer van het
Heilig Graf werd Adolf van Gelderland in
1452 bijvoorbeeld door de Venlose magistraat vergast op ‘peperkoicke’. Maar dat was toch juist een
bijzonder geschenk omdat er kostbare peper in zat? Enfin, we lezen het eind
2020 wel in ‘Het geheim van de Peperstraten’.
Rond 1880 eindigde de peperkoekproductie in Venlo. Was
het toeval dat de Peperstraat vanaf die tijd ook steeds meer in verval raakte?
Een
luchtfoto van de Peperstraat, waaruit blijkt dat het middeleeuwse verleden van
de Venlose binnenstad niet overal gekoesterd is.
Wordt vervolgd.
Met dank aan Piet Braem en Will Sorée voor de oude foto’s.
Grotendeels gaat het om foto’s die eerder zijn geplaatst op de Facebook-site ‘Venlo wie ut vrueëger waas’.
Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.
Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten