- door Gerrit van der Vorst -
Op maandag
28 januari 1946 kwam de uit Kamp Steyl ontsnapte Jo Zanders eigener beweging
terug. Hij meldde zich die middag op het Bureau van de Politieke Recherche in
Roermond. Hij verklaarde dat hij zelf had willen nagaan waarom zijn vrijlating
op 19 januari niet doorgegaan was. Hij had echter in de achterliggende dagen vastgesteld
dat er inmiddels voldoende schot in de behandeling van zijn zaak zat. Na een
kort verhoor werd Zanders ingesloten in het Huis van Bewaring in Roermond.
De
Pollartstraat in Roermond, waar in het voormalige Huis van Bewaring
tegenwoordig een hotel is gevestigd (links achteraan).
In een
briefje van 8 februari verklaarde Jo Zanders zijn ontsnapping ook aan
procureur-fiscaal baron mr. F.J.G. van Voorst tot Voorst bij het Bijzonder
Gerechtshof in Den Bosch. Er werd nu inderdaad tempo gemaakt. Op 15 februari lag
er een uitgebreid dossier waarvoor de procureur-fiscaal de politieke recherche in
Roermond complimenteerde. Dat ‘prima’ dossier bevatte op verzoek van Van Voorst
tot Voorst ook het oordeel van de twee politieke rechercheurs die het uitgebreide
onderzoek naar de oorlogsgedragingen van Zanders hadden uitgevoerd.
Baron mr.
F.J.G. van Voorst tot Voorst (rechts op de tekening uit De Telegraaf van 22
januari 1970, www.delpher.nl) was onder meer betrokken bij de berechting van
Johan Berendsen.
Dat afsluitende
oordeel loog er niet om. In hun beknopte rapport van 15 februari 1946 maakten rayon-chef
Gerard Verlinden en marechaussee-opsporingsambtenaar Wilhelmus Verbaaten van de
politieke recherche in Roermond korte metten met het oordeel van de
zuiveringscommissie over Jo Zanders. Volgens beide rechercheurs had de commissie
‘plenty’ conclusies getrokken op basis van een zeer onvolledig dossier, weinig
objectiviteit betracht jegens Jo Zanders en conclusies getrokken, die op enkele
punten zelfs in strijd met de waarheid waren. Hun indruk was dat Zanders in
zijn beleid wel fouten had gemaakt, maar als persoon niet als fout mocht worden
gekwalificeerd. Hij was ook overduidelijk anti-NSB geweest.
Rayon-chef
Gerard Verlinden van de Politieke Recherche in Roermond (Gemeentearchief
Roermond).
Het
oordeel van de politieke recherche was een opmerkelijk pleidooi voor Jo Zanders
die duidelijk indruk had gemaakt. Bedacht moet worden dat het hier om
rechercheurs ging, die inmiddels veel ervaring hadden opgedaan in het kader van
de Bijzondere Rechtspleging. Het slot van hun bijzondere rapport was verbijsterend.
Zanders zou helemaal geen slecht figuur slaan, als zijn beleid vergeleken werd
met burgemeesters die gezuiverd waren en al weer aan de slag waren.
Het slot
van het rapport van de rechercheurs Gerard Verlinden en Wilhelmus Verbaaten van
de Politieke Recherche in Roermond (Gemeentearchief Roermond).
Het mocht
niemand verbazen dat politiek rechercheur Jan Theelen de gewezen burgemeester
van Venlo op last van de procureur-fiscaal meteen in vrijheid mocht stellen. Dat
gebeurde op dinsdag 19 februari 1946. Zanders mocht zijn berechting verder
thuis afwachten. Hij liet andere politieke delinquenten in Kamp Steyl niet aan
hun lot over en zou zich voor hen gaan inzetten. Daartoe werd hij in staat
gesteld door zijn Venlose collega mr. Slangen, op wiens kantoor hij mocht
werken.
Rayonchef Jan
Theelen van de politieke recherche in Roermond was betrokken geweest bij het
onderzoek naar de oorlogsgedragingen van Jo Zanders.
Op 10 mei
1946 schreef procureur-fiscaal Van Voorst tot Voorst een brief aan de president
van het Tribunaal in Roermond. Hij had kennelijk weinig vertrouwen in
berechting van Jo Zanders door de Kamer Venlo van het tribunaal, want hij had
een ‘vrij scherpe tegenstelling’ Venlo-Roermond geconstateerd in de
zaak-Zanders. Hij vond daarom dat de zaak beter door de Kamer Roermond
behandeld kon worden, liefst onder voorzitterschap van de president, mr. Edmond
Delhougne.
Mr. Edmond Delhougne, geschilderd door John Brinkworth (Stichting Edmond
Delhougne). In feite ressorteerde de hele bijzondere rechtspraak in Limburg onder
de zeer gerespecteerde Delhougne.
Maar Jo Zanders
hoefde uiteindelijk niet voor een tribunaal te verschijnen. Procureur-fiscaal
Van Voorst tot Voorst stelde hem op 4 oktober 1946 onvoorwaardelijk buiten
vervolging. De gerezen verdenkingen tegen Zanders zouden weliswaar niet
ongegrond zijn gebleken, maar hij had nu geruime tijd in bewaring gezeten. Zijn
schuld rechtvaardigde volgens de procureur-fiscaal niet een straf of maatregel
in het kader van de Bijzondere Rechtspleging of een besluit van een tribunaal.
Het
ministerie van Binnenlandse Zaken handhaafde wel het ontslag en het verlies aan
recht op pensioen.
Nu was het
maar de – prangende – vraag of het gunstig voor Jo Zanders was, dat hij niet
voor een tribunaal hoefde te verschijnen. Dat had wel eens een pijnlijke
vertoning kunnen worden voor zijn Venlose tegenstanders. De politieke recherche
had immers onomwonden uitgesproken dat Zanders herbenoemd had kunnen worden, in
plaats van langdurig geïnterneerd en vernederd. Dat was een schokkende conclusie.
Wordt
vervolgd.
Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten