woensdag 17 juni 2020

Een schokkende conclusie


- door Gerrit van der Vorst -

Op maandag 28 januari 1946 kwam de uit Kamp Steyl ontsnapte Jo Zanders eigener beweging terug. Hij meldde zich die middag op het Bureau van de Politieke Recherche in Roermond. Hij verklaarde dat hij zelf had willen nagaan waarom zijn vrijlating op 19 januari niet doorgegaan was. Hij had echter in de achterliggende dagen vastgesteld dat er inmiddels voldoende schot in de behandeling van zijn zaak zat. Na een kort verhoor werd Zanders ingesloten in het Huis van Bewaring in Roermond.

De Pollartstraat in Roermond, waar in het voormalige Huis van Bewaring tegenwoordig een hotel is gevestigd (links achteraan).

In een briefje van 8 februari verklaarde Jo Zanders zijn ontsnapping ook aan procureur-fiscaal baron mr. F.J.G. van Voorst tot Voorst bij het Bijzonder Gerechtshof in Den Bosch. Er werd nu inderdaad tempo gemaakt. Op 15 februari lag er een uitgebreid dossier waarvoor de procureur-fiscaal de politieke recherche in Roermond complimenteerde. Dat ‘prima’ dossier bevatte op verzoek van Van Voorst tot Voorst ook het oordeel van de twee politieke rechercheurs die het uitgebreide onderzoek naar de oorlogsgedragingen van Zanders hadden uitgevoerd.

Baron mr. F.J.G. van Voorst tot Voorst (rechts op de tekening uit De Telegraaf van 22 januari 1970, www.delpher.nl) was onder meer betrokken bij de berechting van Johan Berendsen.

Dat afsluitende oordeel loog er niet om. In hun beknopte rapport van 15 februari 1946 maakten rayon-chef Gerard Verlinden en marechaussee-opsporingsambtenaar Wilhelmus Verbaaten van de politieke recherche in Roermond korte metten met het oordeel van de zuiveringscommissie over Jo Zanders. Volgens beide rechercheurs had de commissie ‘plenty’ conclusies getrokken op basis van een zeer onvolledig dossier, weinig objectiviteit betracht jegens Jo Zanders en conclusies getrokken, die op enkele punten zelfs in strijd met de waarheid waren. Hun indruk was dat Zanders in zijn beleid wel fouten had gemaakt, maar als persoon niet als fout mocht worden gekwalificeerd. Hij was ook overduidelijk anti-NSB geweest.
Rayon-chef Gerard Verlinden van de Politieke Recherche in Roermond (Gemeentearchief Roermond).

Het oordeel van de politieke recherche was een opmerkelijk pleidooi voor Jo Zanders die duidelijk indruk had gemaakt. Bedacht moet worden dat het hier om rechercheurs ging, die inmiddels veel ervaring hadden opgedaan in het kader van de Bijzondere Rechtspleging. Het slot van hun bijzondere rapport was verbijsterend. Zanders zou helemaal geen slecht figuur slaan, als zijn beleid vergeleken werd met burgemeesters die gezuiverd waren en al weer aan de slag waren.

Het slot van het rapport van de rechercheurs Gerard Verlinden en Wilhelmus Verbaaten van de Politieke Recherche in Roermond (Gemeentearchief Roermond).

Het mocht niemand verbazen dat politiek rechercheur Jan Theelen de gewezen burgemeester van Venlo op last van de procureur-fiscaal meteen in vrijheid mocht stellen. Dat gebeurde op dinsdag 19 februari 1946. Zanders mocht zijn berechting verder thuis afwachten. Hij liet andere politieke delinquenten in Kamp Steyl niet aan hun lot over en zou zich voor hen gaan inzetten. Daartoe werd hij in staat gesteld door zijn Venlose collega mr. Slangen, op wiens kantoor hij mocht werken.

Rayonchef Jan Theelen van de politieke recherche in Roermond was betrokken geweest bij het onderzoek naar de oorlogsgedragingen van Jo Zanders.

Op 10 mei 1946 schreef procureur-fiscaal Van Voorst tot Voorst een brief aan de president van het Tribunaal in Roermond. Hij had kennelijk weinig vertrouwen in berechting van Jo Zanders door de Kamer Venlo van het tribunaal, want hij had een ‘vrij scherpe tegenstelling’ Venlo-Roermond geconstateerd in de zaak-Zanders. Hij vond daarom dat de zaak beter door de Kamer Roermond behandeld kon worden, liefst onder voorzitterschap van de president, mr. Edmond Delhougne.

Mr. Edmond Delhougne, geschilderd door John Brinkworth (Stichting Edmond Delhougne). In feite ressorteerde de hele bijzondere rechtspraak in Limburg onder de zeer gerespecteerde Delhougne.

Maar Jo Zanders hoefde uiteindelijk niet voor een tribunaal te verschijnen. Procureur-fiscaal Van Voorst tot Voorst stelde hem op 4 oktober 1946 onvoorwaardelijk buiten vervolging. De gerezen verdenkingen tegen Zanders zouden weliswaar niet ongegrond zijn gebleken, maar hij had nu geruime tijd in bewaring gezeten. Zijn schuld rechtvaardigde volgens de procureur-fiscaal niet een straf of maatregel in het kader van de Bijzondere Rechtspleging of een besluit van een tribunaal.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken handhaafde wel het ontslag en het verlies aan recht op pensioen.

Nu was het maar de – prangende – vraag of het gunstig voor Jo Zanders was, dat hij niet voor een tribunaal hoefde te verschijnen. Dat had wel eens een pijnlijke vertoning kunnen worden voor zijn Venlose tegenstanders. De politieke recherche had immers onomwonden uitgesproken dat Zanders herbenoemd had kunnen worden, in plaats van langdurig geïnterneerd en vernederd. Dat was een schokkende conclusie.

Wordt vervolgd.


Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten