woensdag 20 oktober 2021

Wie sjoeën òs Limburg is

- door Sef Derkx - 


Volgende week zondag, 31 oktober, om 15 uur is er in Theater De Garage een vertelconcert over het leven en werk van Harry Bordon (1921-1980). 

Dit jaar is het een eeuw geleden, dat Harry Bordon in Venlo geboren werd. Ook Geleen en Amsterdam werden plaatsen waar hij verbleef. De honderdste geboortedag is een mooi moment om hem te gedenken in een verhaal over zijn leven en werk.

Jonge getalenteerde artiesten laten hun interpretatie, visie en versie horen van de liedjes van Harry Bordon. Natuurlijk ’t Kapelke en Wie sjoen ôs Limburg is, maar ook minder bekende nummers, die de moeite waard zijn.

Aan het programma werken mee:

Linda Koolen, singer-songwriter/contrabas

Linda Zijlmans, singer-songwriter/gitaar

Harold K, singer-songwriter/gitaar

Ivo Rosbeek, singer-songwriter/piano

Henk Hover, presentator/ verteller

Hieronder de geactualiseerde blog over de Venlose troubadoor Harry Bordon.

Het Limburgs volkslied werd op zondag 31 januari 1909 werd het voor het eerst gezongen door het Koninklijk Roermonds Mannenkoor. De provinciehymne, met een tekst van Gerard Krekelberg en muziek van Henri Thijssen, was geschreven voor de oprichtingsvergadering van de ‘Vereeniging tot bevordering van den Volkszang’. 

Over de provinciale hyme is een interessant boekje geschreven met bijdragen van Wim Kuipers, Govert Derix, Jempi Welkenhuyzen en Guus Urlings en met tekeningen van Guus van Eck. Achterin heeft uitgever TIC uit Maastricht een cd gestoken met tien versies van het volkslied. Een leuk Limburgs cadeau, laat daar geen twijfel over zijn, maar ik persoonlijk heb niets met Waar in ’t broensgroen eikenhout

Publicitetsfoto Harry Bordon, jaren '50  (particuliere  collectie)

De 78-toerenplaat is in de jaren '50 gekocht bij de bekende winkel Muziekhuis Firma K.G. Quacj (collectie Sef Derkx)

Mijn favoriete provincielied is Wie sjoeën òs Limburg is, het debuut van Harry Bordon - de charmezanger die in 1921 aan de Oostsingel (nu Burgemeester van Rijnsingel) in Venlo werd geboren en die in 1980 in Amsterdam overleed. 

Geboortehuis Harry Bordon aan de Burgemeester van Rijnsingel (foto van Google Maps Streetview)

In de spreekkamer nota bene van de specialist bij wie hij op bezoek was vanwege hartklachten. Wie sjoeën òs Limburg is kwam in het voorjaar van 1954 op de markt en was de allereerste Limburgstalige plaat die in Nederland te koop was. Het was nog net in de periode van bakeliet en 78-toeren. De plaat vloog de winkel uit, stond maandenlang hoog in de hitparade en werd uiteindelijk een liedje voor de eeuwigheid. 

Bordon bezingt het Limburg van zijn jeugd, een geïdealiseerd en geromantiseerd Limburg dat nooit heeft bestaan. Zijn herinneringen aan de provincie vat hij in een gouden lijst. De b-kant van de plaat overtreft e a-kant; maar ook dat is weer heel persoonlijk. Het is het ’t Kapelke, een ontroerend lied over zijn moeder. De zingende kastelein Bert van de Bergh heeft het op zijn repertoire staan en noemt het het mooiste liedje dat ooit voor een moeder is geschreven. Als hij het zingt, gaat het van hart tot hart . 

De door Harry Bordon bezongen kapel is die van Onze Lieve Vrouw van Genooy. Bordon heeft in de jaren erna nog veel platen opgenomen, teksten geleverd voor anderen en musicals en conferences geschreven, maar nooit meer is hij zo succesvol geweest als bij zijn eersteling. Een nauwelijks opgemerkt pareltje is bijvoorbeeld ’t Zuude, een ander melancholisch lied over Limburg, met deze mijmering over zijn geboortestad: ‘Ik waar te klein en wis nog neet, det elke stein dae zoeë maar leet, nog waerde veur mich kreeg in later jaore.‘

Gedachtenisprentje van de moeder van Harry Bordon (particuliere collectie)

Misfortuin is de rode draad door het leven van deze Venlose artiest: een moeder die jong stierf (Harry was zes!), een strenge vader, veel ruzie met zijn tweede moeder, pleeggezinnen, de verkeerde beroepskeuze, een keten van ongelukkige liefdes, twee gestrande huwelijken, als artiest na een grote hit in vergetelheid geraakt, onderbetaald, bestolen, dakloos en langdurig ziek. De levensdagen ven Harry Bordon lijken wel het scenario voor een wurgend sombere film. Zelfs na zijn dood gloorde er lang geen licht. Zijn twee grootste hits werden door velen vertolkt en zijn gaan behoren tot het muzikale erfgoed van Limburg, maar de naam Harry Bordon zei slechts weinigen wat. Zelfs in zijn geboortestad waar hij altijd vastelaovend kwam vieren in zijn favoriete cafés ’t Kerkske en De Witte, wisten maar heel weinig mensen dat de gast die zo uitbundig de Venlose vastelaovesliedjes stond mee te zingen, de grote man was van Wie sjoeën òs Limburg is en ’t Kapelke


Hoes van de CD met het complete oeuvre van Harry Bordon (uitgave Lusterrijk Limburg)

Op initiatief van L1-programmamaker Henk Hover verscheen enkele jaren geleden een cd met zijn hele oeuvre en stond Bordon weer volop in de schijnwerpers. Aan zijn geboortehuis kwam een bordje met een verwijzing naar Bordon. In de kapel van Genooy werd een plaquette geplaatst. In ’t Ven werd een straat naar Harry Bordon vernoemd. De stad eerde daarmee de man die als allereerste een Limburgs dialectliedje tot een tophit maakte en zo Limburg en het Limburgs onder de aandacht bracht van velen.

Straatnaambord in 't Ven (foto van Google Maps Streetview)

Reageren? Mail naar Sef Derkx: floddergats@x4all.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten