- door Albert Lamberts/ foto's auteur -
Toen werd het 1597. De Venlose magistraat besloot het raadhuis (het voormalige Steenen Huis dus) neer te halen en op de puinhoopen een monument te doen verrijzen, dat, der tweede stad van het Overkwartier waardig, zijn weerga in Gelderland niet zou hebben, een monument in harmonie met den voornamen rang , dien Venlo als vesting, als handelsplaats en Hanzestad onder de middeleeuwsche poorterijen bekleedde.
Deze toch wel enigszins bombastische terminologie vloeide uit de pen van auteur Martin Jansen voor zijn artikel in De Maasgouw van 25 maart 1880. De Venlose bestuurders vonden in Willem van Bommel uit het plaatsje Emmerich een ervaren architect, muyrer (metselaar) en steynhouwer, die het karwei wilde klaren. Dat wil zeggen sloop van het oude Steenen Huis en de bouw van een nieuw monumentaal stadhuis. Op 15 februari 1597 overlegde Van Bommel met het stadsbestuur, maar het is zeer waarschijnlijk, dat er al eerder contact was geweest tussen de bouwmeester en de magistraat, want al op 16 februari toonde Van Bommel een schets van hoe het nieuwe stadhuis er uit zou kunnen komen zien. Hij moest rekening houden met de beperkte financiële middelen van de tweede stad van Gelderland mede als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog (1568 – 1648), waarin Venlo nogal eens van heer wisselde, en toch iets monumentaals scheppen.
Van Bommel kweet zich keurig van zijn opdracht. Hij besloot een belangrijk deel van de zuid- en hoofdgevel van het vroegere Steenen Huis op te nemen in de nieuwbouw. De gevelmuur werd als afscheiding tussen de open portiek en de daarachter gelegen markthal aangewend. En om verder kosten te besparen gebruikte Van Bommel de bij de sloop vrijgekomen bakstenen van het Steenen Huis en van de raadszaal voor de bouw van het fundament. Desondanks kwam de bouwsom nog uit op het astronomische bedrag van een kwart ton. Dit bedrag werd bij elkaar gebracht door verkoop van gemeentelijk eigendom – met name grond – en door leningen, waarvoor burgemeester Johan van Vogelsanck of diens collega Anthonis van Beringen – in die tijd ‘regeerden’ twee burgemeesters – naar Brussel werd gestuurd om een financiële bijdrage. Martin Jansen schreef in de Maasgouw van 1880 dat aartshertog Albert en zijn gemalin Isabella een forse bijdrage hebben geleverd, omdat zij wel eens overnachtten in een der hertogelijke vertrekken van het stadhuis.
Voor de start van de bouw was nou niet bepaald het meest gunstige moment gekozen. Zoals boven al vermeld woedde de Tachtigjarige Oorlog en juist in 1597, op 21 mei, meldde zich Maurits van Oranje voor de muren van de stad, beter gezegd: met een drietal boten op de Maas, om die te heroveren. Stadswacht Dirk van Wessem had vanaf zijn hoge uitkijkpost op de stadstoren de vijandige troepen gesignaleerd. Maurits trachtte het kunststukje van het Turfschip van Breda te herhalen met dezelfde commandant Matthijs Helt en geholpen door verraad. In ’t jaer niegentich en seven wert Venlo vercocht en van God bewaert. Oftewel: in 1597 werd Venlo verraden, maar door God gered. De aanval werd verijdeld, Helt gedood en een der verraders werd in de kraag gevat en in vieren gequartierd. Twee weken later, begin juni, kon men met de bouw van het nieuwe stadhuis alsnog beginnen en reeds in 1600 was de bouw gereed.
Nu was het niet zo, dat
Willem van Bommel van meet af aan een kant en klaar bouwplan had. Gedurende de
werkzaamheden werden nieuwe plannen gesmeed, plannen aangepast en weer andere
terzijde geschoven. Voorbeeld: op 22 juli, toen de bouw al was begonnen, volgde
er nog een deliberatie over de bouw van een tweede, kleine toren.
Toen Van Bommel in 1603
werd verzocht een balkon met uitsteeksel
te maken uit Bomberger steen (Baumberger Stein uit Westfalen) bedankte hij voor
de opdracht. Onenigheid over betaling en leveringsvoorwaarden met hem noopten
de stad in zee te gaan met twee knechten, Geert van Coesfeld en Claes Elskens.
En Van Bommel zelf? Die hield zich toen bezig met de verbouwing van het kasteel in ’s Heerenberg.
Stenen zuilen uit het stadhuis bij het Kunstencentrum. De zuilen in de parterre zijn niet massief, maar met beton vol gegoten sierlijke omhulsels.
Reageren? Suur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten