- door Albert Lamberts -
Op 1 maart 1945 wreven de weinige achterblijvers in Venlo – ruim de helft van de Venlose bevolking was gedwongen geëvacueerd naar voornamelijk Friesland en Groningen – zich de ogen uit; vanaf de Kaldenkerkerweg kwamen Amerikaanse eenheden de stad binnen. Precies dezelfde route die de Duitsers in mei 1940 namen. Vanaf begin december 1944 – Blerick werd al op 3 december bevrijd – waren de Venlose ogen hoopvol gericht op het westen, waar de Britten lagen met hun 15e infanterie-divisie: Schotten onder Cumming-Bruce. Maar de Britten kwamen niet.
Het Amerikaanse hoofdkwartier in Venlo was voor korte
tijd ondergebracht in Hotel Ensink, na de oorlog Hotel Wilhelmina (collectie Albert Lamberts).
Het is nooit duidelijk
geworden waarom de Amerikanen van hun gekozen route afweken om Venlo,
Tegelen, Velden en nog enkele dorpen ten oosten van de Maas te bevrijden. Na de
oorlog gingen niet te bewijzen geruchten, dat mensen van de ondergrondse naar
het Amerikaanse hoofdkwartier bij het front in Duitsland gingen om daar
dringend om de bevrijding te vragen. Venlo en de noordelijk daarvan gelegen
dorpen waren strategisch nauwelijks interessant meer, maar de geallieerden
bogen toch af. Het schijnt dat zelfs de Britten op de westelijke Maasoever
werden verrast en enkele schoten op de Amerikaanse colonnes, die Venlo binnen
reden, losten. Gelukkig beseften zij
weldra te maken te hebben met bondgenoten.
De vorige aflevering (1 maart - klik hier) was geëindigd met de vermelding dat Harrie van Boom, die was aangewezen om de Amerikanen door Venlo te gidsen in hun zoektocht naar achtergebleven Duitsers, een automatisch geweer in handen kreeg gedrukt. Zijn eerste tocht met de Amerikanen was langs de villa’s aan de Burgemeester van Rijnsingel, waar Van Boom ook zelf woonde. Hij bevond zich dus op bekend terrein.
Ik wist dat de kelders aan de zijkanten geen ramen
hadden dus ik liep naar de villa van Goossens toe en stak mijn geweer door een
keldergat naar binnen, vuurde een reeks kogels af – ik had eerder nog nooit
geschoten – en riep dat de Duitsers naar buiten moesten komen. En ze kwamen ook
nog; ik geloof een stuk of acht.
Pakweg zo’n driehonderd kilometer noordelijker, in het Groningse Uithuizermeeden, schreef de Venlose Eugénie van der Grinten die avond van de eerste maart in haar dagboek: Gistermiddag wandelden we met zijn tweeën naar Uithuizermeeden, waar vader te doen had vanwege de potas (onder andere gebruikt voor zeep). Op 2 maart, zo vermeldt het dagboek, bakte de schrijfster twee vlaaien voor de familie Paping en noteerde zij het treurige nieuws uit Amsterdam, waar, naar later bleek niet 2000, maar 135 doden waren opgebaard in de Zuiderkerk.
En dan 3 maart: Loek komt met verheugende mededelingen.
VENLO bevrijd, eveneens Roermond. München-Gladbach (sic) genomen, Rheidt,
Viersen, Neuss, Dülken, Erkelenz, Grevenbroich. Vlak bij Düsseldorf en Keulen.
Geweldig! We zijn in de wolken. Welke perspectieven openen zich. Zij zijn nu
flink in den aanval, mogen zij volhouden.
Haar wens ging in vervulling.
Vrijwel direct na aankomst in Venlo gingen Amerikaanse soldaten op zoek naar gevaarlijk oorlogstuig (collectie Albert Lamberts)
In haar vaderstad Venlo kregen
de kinderen chocola van de bevrijders en voor de volwassenen waren er chewing
gum en sigaretten, Lucky Strike. De Venlose musicus Wieke Jordans verraste
achter zijn piano de Amerikanen met een avondje jazzmuziek, waarvoor hij gul
werd beloond met een ham, zo vertelde hij jaren later.
Waar de mensen ze nog
vandaan haalden was volslagen onduidelijk, maar van menige gevel wapperde
binnen enkele uren na de Amerikaanse intocht de rood-wit-blauwe driekleur.
De angst om willekeur, om
onderdrukking, om deportatie, ja zelfs om executie wegens ook maar het
geringste verzet was dan weliswaar weggenomen, niet alle ellende was gelijk met
de bevrijding voorbij.
Gids Harrie van Boom en
zijn collega Gijs Bertels hadden nog werk te doen. Van Boom: Van majoor Schneider kreeg ik dertig Amerikaanse soldaten mee om het
stuk tussen de spoorlijn Venlo-Blerick-Duitsland, de Mercatorstraat en de
Noord-Buiten en Noord-Binnensingel te
zuiveren. Bertels ging met een groep mee, die aan de andere kant van de Deken
van Oppensingel bleef.
Van Booms vader riep nog dat
hij maar één zoon – toen bijna 22 jaar - had, maar die luisterde niet en ging
mee.
Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Het verhaal dat een 22-jarige Venlonaar even een 30 Amerikaanse soldaten toebedeeld kreeg om er op uit te trekken is of een onhandige formulering of baarlijke nonsens: het is veel waarschijnlijker dat een patrouille soldaten van Boom heeft gevraagd om aan te wijzen waar zich mogelijk nog Duitsers verstopt hielden.
BeantwoordenVerwijderen