- door Albert Lamberts -
Het droevige einde aan het bruggeldverhaal (zie de eerdere blogs) werd geschreven in de Tweede Wereldoorlog. De bruggen waren in het najaar van 1944 na vergeefse bombardementen door de geallieerden - die aanvoer van nieuwe troepen en materieel naar het bijna bevrijde westen door de Duitsers wilden verhinderen - door de Duitsers zelf opgeblazen, zodat de geallieerden geen gemakkelijke oversteek zouden hebben. Ja, toen hoefde er over dat vermaledijde bruggeld niet meer te worden onderhandeld.
Dat gedoe over het bruggeld laten we nu maar voor wat het was. Even terug naar de jaren net voor de Tweede Wereldoorlog en het begin van die rampspoed. Belangrijk was natuurlijk of de bruggen strategisch doelwit waren met eventuele kwalijke gevolgen van dien. Venlo werd het al vanaf de tweede helft van 1939 gewaar, dat er ‘wat ernstigs’ stond te gebeuren. De troepenopbouw aan de andere kant van de grens bleef voor de mensen niet verborgen en ook de maatschappelijke ontwikkelingen in het buurland ontgingen de mensen niet. In Venlo namen politiecontroles op buitenlanders toe en links en rechts werden er beschermende maatregelen van publieke voorzieningen getroffen. Onder deze maatregelen hoorde ook een permanente bewaking van de bruggen.
Ondanks verwoede pogingen
van Nederland om wederom neutraal te blijven in het onontkoombare conflict viel
Nazi-Duitsland Nederland binnen op 10 mei 1940. Op die vrijdag stormde Frans
Mans, werkzaam bij de gemeente Venlo, in
alle vroegte zijn huis binnen: Ramen
open, ramen en deuren open, schreeuwde hij zijn verbouwereerde vrouw en
kinderen toe. Niet waarom, maar daarom. Mans wist van de pogingen de
Maasbruggen op te blazen en wilde natuurlijk kapot vensterwerk voorkomen.
Het
brugbewakingsdetachement in Venlo van zowel spoor- als verkeersbrug kreeg om
4.17 uur op die tiende mei bevel de bruggen op te blazen. De opmars van de
Duitsers ondervond nauwelijks vertraging. Al de volgende dag werd op de resten
van de verkeersbrug een vloer gelegd en tussen de loswal en De Staay ging een
veerpont dienst doen. Al snel legden de Duitsers een pontonbrug aan tussen de
Molensingel en de Victor de Stuerstraat, de Pommernbrücke. Die deed tot 1 maart
1941 dienst. Toen waren zowel de verkeersbrug als de spoorbrug al geruime tijd
hersteld.
(Toch nog even over het
bruggeld: ondanks hogere kosten voor onderhoud en bewaking van de bruggen
werden postauto’s, ziekenauto’s en bijvoorbeeld arbeiders, die op de Groote
Heide werkten aan de zogenoemde Fliegerhorst, een groot Duits militair
vliegveld, vrijgesteld van tolgeld.)
De bruggen waren de reden dat Venlo zijn donkerste bladzijde van de geschiedenis van de stad moest gaan schrijven. De geallieerden trachtten in de herfst van 1944 met een reeks van dertien bombardementen de bruggen te vernielen, zodat de Duitsers geen nieuw materiaal en geen nieuwe troepen over de Maas naar het westen konden sturen. Dat mislukte; wel rond de 300 dodelijke slachtoffers. Op 25 november bliezen de Duitsers de bruggen zelf op, zodat de geallieerden niet makkelijk konden oversteken. En het opblazen gebeurde met Deutsche Gründlichkeit.
De bouw van de Zuiderbrug in de jaren negentig van de twintigste eeuw (foto Albert Lamberts)
Na de bevrijding van Venlo op 1 maart 1945, drie maanden na Blerick, werden de stadsdelen met elkaar verbonden door militair materieel, drie pontonbruggen vanaf de Walstraat, de Molensingel en ten noorden van de voormalige verkeersbrug. Tussen de Puteanusstraat en de Horsterweg werd al spoedig een houten noodbrug gebouwd, die tot begin juli 1947 dienst deed. De voorlopige spoorbrug werd eind april 1946 in gebruik genomen en op 4 december 1947 de drievoudige Baileybrug. Ouderen onder ons herinneren zich nog maar al te goed hoe men tussen de bodemplanken door de Maas kon zien stromen.
Het was nog allemaal lapwerk. In 1954 kwamen de eerste plannen voor een nieuwe, op de toekomst berekende brug tot stand en die werd, zoals helemaal aan het begin van deze drie delen tellende Van nul tot nu op 5 april 1957 feestelijk in gebruik genomen. Zeven jaar later volgde de opening door de Venlose staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M. Keyzer, van de nieuwe spoorbrug. Bijna een eeuw na de realisering van de eerste brug over de Maas in Venlo lag er nu een dubbele, adequate oeververbinding, die in 1970 en 1996 gezelschap kreeg van twee grote verkeersbruggen, die deel uitmaken van het internationale wegennet: de E3, nu de A67, en de Zuiderbrug als onderdeel van de A73.
Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten