- door Albert Lamberts -
Voordat op 1 maart 1945
Amerikaanse tanks vanaf de Kaldenkerkerweg Venlo binnen rolden hadden er
natuurlijk aan de andere kant van de grens de nodige gevechtshandelingen plaats
gevonden. Opmerkelijk genoeg was men in Venlo vrij goed op de hoogte van wat er
zich enkele kilometers oostwaarts afspeelde. In nummer 124 van de 1e
jaargang van het Venlo’s Mededelingenblad werd vrij gedetailleerd verslag
gedaan van de confrontaties aan het Westfront en aan het Oostfront, maar
bovendien werd ook een fragment van een rede van de Nazi-propaganda-minister Joseph
Göbbels afgedrukt. Datum van verschijnen 1 maart 1945, een voor Venlo
historische datum.
Op die donderdag 1 maart konden de in Venlo achtergebleven inwoners – velen waren geëvacueerd naar de noordelijke provincies – in het Venlo’s Mededelingenblad het volgende lezen: Het Amerikaanse 1e leger is op drie plaatsen de Erft overgestoken. Neus, Keulen en de Rijnbrug bij Düsseldorf liggen onder Am. Geschutsvuur. Door het oversteken van de Erft dringen de Amerikanen door in de eerste verdedigingsgordel voor Keulen. De soldaten Sender West meldde gisteravond, dat door de doorstoot bezijden München Gladbach in de richting van Venlo de stellingen der Duitsers aan de Maas steeds meer met overvleugeling werden bedreigd.
Inmiddels namen de
Amerikanen tal van Duitsers gevangen en, zo berichtte het Mededelingenblad, er
zijn geweldige geallieerde tankmassa’s in de strijd geworpen, die alles
in puin schieten en iedere Duitse weerstand oprollen.
Terwijl Göbbels in Berlijn
beweerde, dat de Duitsers zouden winnen als ze maar volhielden, werd Venlo
bevrijd.
Van de laatste oorlogsmaanden werd door tal van Venlonaren in even zovele dagboeken melding gemaakt. Paters van de domimicanen, broeders van de Orde Van O.L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis en vele particulieren als Eugénie van der Grinten, Gijs Bertels (onder pseudoniem Martin Blondel, oud-hoofdredacteur van de plaatselijke krant en betrokken bij de hulpverlening) in Die Swaere Noodt, Mia van Lokven in Drie bewogen maanden, oktober, november, december 1944 in Venlo, J. van den Burgt in Van Licht tot Duisternis, enz. schreven over de laatste maanden van de oorlog. Het zijn vaak aangrijpende teksten over de zwartste bladzijde in de geschiedenis van Venlo.
Weer anderen als Karel
Haanen en Eugène Laudy vertrouwden hun emoties in dichtvorm aan het papier toe.
Heel bijzonder zijn de vele
gedichten en liedjes van Venlonaar J. Rutten.
Bijvoorbeeld: 1940 Erm
Vendelo 1945. Een couplet luidt:
Och Vendelo, mien
vaderstad
Wie dueds, wie triest
dit kleid
God, help os drage,
sterk os in,
In dit al te groëte
leid.
En zijn liedjes over de
evacuatie. Zoals Venlo in ballingschap, geschreven op 17 januari 1945:
Als een bange droom bij
dag en nacht
Zoo vervolgde ’t ons
reeds maanden
Wij, die in den kelder
van ons huis
Ons, o zo veilig
waanden
Wij smeekten en wij
baden God
Dat toch ’t getij mocht
keren
Voor dit leed Hij ons
bewaren zou
Voor de ramp van ’t
evacueeren.
(Met dank aan Jacques van Daelen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten