donderdag 16 april 2020

Van nul tot nu - Naar huis ging zomaar niet

(door Albert Lamberts).
Het was zeker in de eerste maanden na de bevrijding van Venlo – op 1 maart 1945 – bepaald nog geen uitgelaten stemming in de zwaar gehavende stad. In een extra uitgave van het blad De Vliegende Hollander met Pasen 1945 werd zelfs gesproken van de wellicht zwaarst getroffen stad  in Nederland. Overigens werden deze blaadjes verspreid door de geallieerde luchtmacht. In die weken drong generaal Patton door tot in Frankfurt en boekte zijn Britse collega Montgomery met een nieuw offensief succes op weg naar Münster.
Het sinds 18 april verschenen Dagblad voor Noord-Limburg besteedde uiteraard aandacht aan de oorlogshandelingen, maar de voorpagina bracht toch veelvuldig plaatselijk en regionaal nieuws. Daaruit bleek hoe moeizaam het gewone leven weer opgepakt kon worden. 
In Venlo teruggekeerde evacués maken een praatje met elkaar (foto US Army Signal Corps; collectie Albert Lamberts)

Niet alleen werden honderden mensenlevens betreurd, lagen talloze gebouwen in puin en was eigenlijk aan zowat alles een gebrek, ook de duizenden geëvacueerden waren nog ver van huis. Op 21 april waarschuwden de geallieerden de ontheemden: nu de noordelijke provinciën bevrijd zijn, trachten tal van geëvacueerde Limburgers op eigen gelegenheid naar huis terug te keeren. Met nadruk wordt er door de militaire autoriteiten op gewezen, dat aan een dergelijke poging zeer onaangename gevolgen verbonden kunnen zijn. De geallieerde legerleiding heeft de controle op de groote rivierovergangen in handen. Hij, die tracht zonder voorzien te zijn van de vereischte papieren, de grenzen of rivieren te passeren, heeft rekening te houden met de ernstige mogelijkheid in een algemeen kamp van repatrieerenden te worden ondergebracht. Van daaruit zal een terugkeer naar huis veel moeilijker zijn

Dat was dus een forse tegenvaller. Mijn ouders en twee oudste broers hadden geluk. Zij mochten door, omdat onze vader in de levensmiddelenbranche werkzaam was. Uitgerekend op de dag, dat de geallieerde waarschuwing werd gepubliceerd kregen zij van luitenant-kolonel A.H. Stork, Militaire Commissaris der provincie Drenthe een verklaring, waarin militaire, zoowel civiele autoriteiten (werd verzocht) de familie zooveel mogelijk met alles behulpzaam te zijn, ten einde hen in staat te stellen hun reis te volbrengen. Holder (van de verklaring) is owner of vegetable canning plants. Houder is eigenaar van een groentenconservenfabriek.

In diezelfde dagen van april van 1945 was Prins Bernhard op bezoek bij bisschop Lemmens. Niet in Roermond, maar in Leeuwarden, Voorstreek 62, waar de bisschop verbleef. Bernhard, als opperbevelhebber der Binnenlandse Strijdkrachten en toen nog gezien als oorlogsheld, informeerde naar de toestand van de Limburgers in den vreemden en zegde toe alles in het werk te stellen om de re-evacuatie te bespoedigen.
Maar er waren meer zorgen. Grote zorgen. In Venlo en omstreken. De boeren op de omliggende boerderijen moesten constateren dat van hun bezit vrijwel niets over was. Brauner, de plaatselijke vertegenwoordiger van de Reichskommissar had op een bijeenkomst in Venlo verteld, dat het vee naar de oostzijde van de Maas gedreven werd om daar de bevolking te voeden. Nou, mooi niet dus. Het vee verdween linea recta naar de Duitse slachthuizen. Koeien en paarden, o zo belangrijk voor het ploegen van het land, werden weggevoerd, waardoor boeren in het voorjaar niets konden beginnen.

Bij terugkeer trof men vooral puinhopen aan, zoals hier aan de Van Cleefstraat (collectie Albert Lamberts)
En de vraag: hoe om te gaan met collaborateurs? Wie was werkelijk collaborateur? Het zogeheten maatschappelijk puin moest verdwijnen: politieke trawanten van den bezetter, de verraders, de saboteurs van onze bevrijding en zij die zich ten koste van ons opgejaagde en uitgeplunderde volk hebben verrijkt. Er waren inderdaad eervergeten “Nederlanders” die hun landgenooten bij den vijand aanbrachten, omdat zij met hem een persoonlijk geschil hadden, ijverzuchtig waren of andere minderwaardige motieven. Nu de germaansche roofkliek uit dit landsgedeelte is verwijderd dreigt een gelijksoortig verschijnsel op te treden, aldus Het Dagblad voor Noord-Limburg van 23 april 1945. De wapens zwegen, maar de oorlog was nog lang niet voorbij. 
Reageren? Stuur een e-mail naar Albert Lamberts: albertlamberts@home.nl


Geen opmerkingen:

Een reactie posten