- door Albert Lamberts -
In de vorige blog schreef ik dat Venlo de poorten voor Willem van Oranje gesloten hield, ondanks
driemaal het prinselijk verzoek aan de regenten van de stad om zich bij hem aan
te sluiten in zijn opstand tegen Alva. Die zou de bevolking in de gewesten
onderdrukken en te zware belastingen opleggen. De strijd tegen Alva werd echter
allengs een strijd tegen het Spaans-Habsburgse gezag. De onverzoenlijke taal van
Karel V en later van zijn zoon Philips II tegen de ketters – mensen, die de
hervormde religie omarmden - en de wrede executies van de hervormden zetten
kwaad bloed.
In Venlo had zich al vrij snel na Luthers presentatie van zijn 95 stellingen in Wittenberg de eerste predikant gemeld. Niet dat hij met open armen werd ontvangen; hem werd een boete opgelegd en de tong doorstoken, maar in de jaren daarna bleven de onvriendelijkheden tussen katholieken en protestanten ‘beperkt’ tot treiterijen en verbanningen.
Oranje werd in 1572 de
toegang tot Venlo ontzegd, maar enkele jaren later maakten de Staatsen zich
meester van de stad. Zowel volgens de geschiedschrijver Keuller in 1843 als
zijn ‘collega’ Uyttenbroeck zo’n kleine zestig jaar later losten Staatse en
Spaanse overheersing zich in Venlo in hoog tempo af, maar onduidelijk is wie
precies wanneer de stad aan zich onderwierp. Feit is, dat de troepen van Oranje
in 1578 en in ieder geval (nog?) in 1582 in Venlo de lakens uitdeelden.
Zodoende sloot Venlo zich ook aan bij de Unie van Utrecht in 1579, een Staats
verbond tussen de noordelijke provincies. (In 1979 gaf de Koninklijke Nederlandse
Munt een speciale rijksdaalder uit om de sluiting van dit verdrag te
herdenken).
De Staatse bezetting pakte voor Venlo niet goed uit. Aanvankelijk wist men door overleg nog netelige situaties te bedwingen, maar allengs groeide de wederzijdse irritatie. Zo werd in 1578 bijvoorbeeld de pastoor, Venlonaar Petrus Hoich, in hechtenis genomen, werden de Kruisheren verdreven en werden nonnen van klooster Mariaweide overgeleverd aan den predikant om geprotestantiseerd te worden. In de Kroniek van het klooster in de Oode (Genooi) wordt het lot beschreven van de zusters Annunciaten, die in hun klooster in Genooi hadden gehoopt de Staatse furie te ontlopen.
Uit de kroniek: … Anno 1582: op Sinte Lambertusdach… (Archief Albert Lamberts)
De kroniek vermeldt: Maer deze kercke heeft niet langher gestaen dan omtrent 52 oft 53 jaren. In welcken tijt den criegh hier in Gelderlant van de geuzen oft ketters (in plaats van het woord ongelovighe, dat was doorgestreept) teghen het herlich catolijcke gelooft begonst ende ook seer voortgegaen is. Also datter veel cloesters verdestruineert sijn. Anno 1582 op Sinte Lambertus dach (17 september) sijn de ketters vol deze stat Vendelo (die welcke van te voren gues (Staats) geworden was) gecomen, ende hebben de voorseijde (voornoemde) kerck met geheel clooster in brant gestoken.
De wraakzuchtige legers van Oranje namen met vernieling, brandstichting en plundering geen genoegen. Nog even de kroniek: Sommige (zusters) trocken ze doeken vant hooft, ende de voorschot vant lijf, ende lietense soo gaen, ende soo quamense in de stad van Vendelo.
In zijn geschiedschrijving
over deze gebeurtenis voegde stadsarchivaris Michels er in 1917 aan toe: De uitgezonden soldaten joegen de zusters
weg, na haar de doeken van het hoofd en de rokken van het lijf gerukt te hebben
en haar met schande overladen te hebben. Alles wat zich in het klooster bevond
werd een buit van den roofgierigen troep. De gebouwen werden aan de vlammen
prijs gegeven.
Dat was in 1582. Twee jaar later werd Willem van Oranje in Delft doodgeschoten. Hij hoefde niet mee te maken, dat Venlo weer in Spaanse, Koninklijke, katholieke handen kwam.
De hertog van Parma dook in 1586 met zijn troepen op voor de muren van Venlo, dat zich direct gewonnen gaf (Uit: Venlo binnen en buiten zijn muren. Uitgave Dagblad voor Noord-Limburg, 1984).
De Venlose burgers waren het bloedvergieten, plunderen, brandschatten en God weet wat nog meer, moe en toen de Hertog van Parma zich in 1586 voor de muren van Venlo meldde gaf de stad zich zonder slag of stoot gewonnen. Op 28 juni 1586 werd het Verdrag van Capitulatie of Overgave der stad Venlo aan Alexander Farnesius, Hertog van Parma, gesloten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten