- door Sef Derkx -
Een busreis naar het buitenland deze week. Lijn 1 van Arriva heeft als eindbestemming Kaldenkerken. De chauffeur heeft een nogal druistige rijstijl. Bij een afslag in Tegelen trapt ze vol op de rem. Een passagier die al bij de uitgang staat, struikelt en belandt op het middenpad. Met enige moeite krabbelt hij op. Bij onze bestemming wachten we tot de bus tot stilstand is gekomen en staan dan pas op.
Een van de doelen van onze expeditie is de Evangelische Kirche van Kaldenkerken. Via een overdekte doorgang met de toepasselijke naam Via Oicumenica komen we er.
In 1672 werd de gereformeerde gemeente van Kaldenkerken officieel door de overheid erkend. Het was het eindpunt van een juridisch steekspel in het hertogdom Gulik, dat zich enkele decennia had voortgesleept.
De Evangelische Kirche ligt aan een binnenhof. Achter de pastorie en zo aan het oog onttrokken van teergevoelige katholieke bewoners van Kaldenkerken. Protestantse geloofsgenoten uit Venlo hadden financieel bijgedragen aan de bouw van het bedehuis. De predikanten kwamen in de eerste jaren uit Nederland, de diensten werden in het Nederlands gehouden. Protestants Venlo kerkte ook in Kaldenkerken. Het betekende iedere zondag een fikse wandeling. In de decennia ervoor waren de omstandigheden echter stukken slechter voor protestanten. Ze werden botweg verbannen uit Venlo. Een rigoureuze maatregel, die tekenend was voor de slechte verhoudingen tussen christenen van verschillende stromingen. Ze mochten weliswaar naar de kerk in Kaldenkerken, maar kregen een bijzondere verplichting opgelegd. De protestanten moesten ieder jaar geld bijeenbrengen om een gewaad te kopen voor de pastoor van Kaldenkerken. In 1702 kregen de Venlonaren de kapel van het voormalige Sint-Jorisgasthuis tot hun beschikking. De Joriskerk dus, die nog steeds wordt gebruikt.
Terug naar Kaldenkerken. De Evangelische Kerk had geen toren. Daarmee zou het bedehuis te zeer opvallen. Een bescheiden torentje op de kerk kwam pas er in 1839. Het jaar dat een algemene vrijheid van godsdienst bracht. Bij de restauratie in 1923 werden onder de kerkvloer grafstenen ontdekt uit de zeventiende en achttiende eeuw. Ze zijn tegen de buitenmuren aangebracht. Tenminste een ervan zou het graf hebben bedekt van een rijk echtpaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten