- door Albert Lamberts -
Statenlid Hendrik Uwens,
stelde op 21 januari 1617 voor de geschiedenis van de Limburg vast te leggen,
zoals dat elders al overal was gebeurd. Uwens vond dat hierin met spoed moest
worden voorzien en stelde derhalve voor Erycius Puteanus, raad en historiographicus der aartshertogen, die met die penne soe
konde spelen, dat syns gelycken in gantz Europa nyet en were, op te dragen
die historie samen te stellen en hem daarvoor jaarlijks een pensioen of
honorarium toe te kennen. Puteanus vleide de staten met het schenken van een
van zijn boeken.
De Venlose geleerde gaf niet alleen college aan de universiteit van Leuven, maar ontving op zijn kasteel, dat hem door de stad Leuven ter beschikking was gesteld, ook vele studenten. Het waren vaak zonen van welgestelden, die behalve hun koffers een hele entourage met zich voerden. Allemaal onderdak bij Puteanus en zijn grote gezin: hijzelf, vrouw en 16 kinderen. Ondanks de privileges, die Puteanus door Leuven werden verleend en ondanks zijn enorme productiviteit bleef de financiële situatie van de geleerde zorgwekkend. Het niet onaanzienlijke bedrag van 200 gulden dat de Limburgse staten hem schonken als blijk van waardering zal niet onwelkom zijn geweest.
Een fraaie gravure van Erycius Puteanus op leeftijd (collectie Albert Lamberts)
De Staten verleenden Puteanus de opdracht de Geldersche geschiedenis te schrijven, dweil alle landschappen die hunne in geschrifte hebben doen vervatten ende vuytgaen laeten, (verspreiden) ende die Gelrissche nyet, wie wel die voorsaeten nochtans de voortreffelickxte geweest sijn als die alde historiën vuythueren ende dat die tegenwoordige historiescrijvers sulcx soucken te verduysteren.
Erycius Puteanus was ongelooflijk productief. In bibliotheken in België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, het Vaticaan en uiteraard in Nederland – ook in het gemeentearchief van Venlo - worden vele van zijn in totaal nagelaten 16.000 brieven bewaard. Naast de duizenden brieven schreef de beroemde Puteanus ruim honderd wetenschappelijke verhandelingen, die ook over vele bibliotheken zijn verspreid.
Voor zover bekend is het echter
nooit gekomen tot de geschiedschrijving van het Gelderse gewest. Dat zou dan
trouwens in de Latijnse taal zijn
gebeurd, want Puteanus vond het schrijven en sowieso communiceren in het
Nederlands niet echt aangenaam.
Dat liet hij ook
onverbloemd weten aan een Zuidafrikaanse wetenschapper, de astronoom Michel
Florent van Langren. Die briefwisseling – maar liefst 114 stuks van Puteanus – behelsde
onder andere de naamgeving van maanlandschappen, die werden ontdekt. Puteanus
werd vereerd met de naam Mons Puteani. De ijdele geleerde had graag ook zijn
adellijke status - kasteelheer in Leuven - nog vermeld en dat werd dan ook
toegevoegd.
Eerrijk de Put, Erick van Put
oftewel Erycius Puteanus , werd geboren op 4 november 1574 en overleed in
Leuven op 17 september 1646. Hij werd begraven in de St.-Pieterskerk in Leuven,
in de kapel toegewijd aan Carolus Borromeus.
Schreef hij de geschiedenis van Limburg?
(wordt vervolgd)
Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten