- door Sef Derkx -
We hebben deze ochtend de tijd aan onszelf. Meermalen per uur gaat er een bus naar Venlo Noord. Expeditie Genooi, een nieuw project over een wijk in transitie, kan even wachten. We wandelen met architect Jan van Megen in de tuin rond villa Eik en Beek. Het iconische herenhuis ligt op de hoek van Stalbergweg en Burgemeester van Rijnsingel. Herenhuis? Klopt dit wel? Nee, dus. Het is een dameshuis. De alleenstaande, puissant rijke Cecile Custers kocht enkele jaren na de slechting van de Venlose vestingwerken een groot perceel op de vrijgekomen grond aan de oostzijde van de stad. Verkennend bouwhistorisch onderzoek heeft uitgewezen, dat villa Eik en Beek vanaf 1876 in fases is gebouwd. Aanwijzingen daarvoor zijn aangetroffen op kadastrale kaarten.
Nieuwe Venlosche Courant, 28 maart 1914
Doorslaggevend
bewijs, zoals bouwtekeningen van de onbekend gebleven architect en vergunningen
uit de negentiende eeuw verleend door de gemeente Venlo, liggen mogelijk nog te
wachten in de vele meters archieven in het gemeentearchief. Vandaag snuiven we echter
niet de lucht op die kringelt uit archiefstukken, maar die van de tuin rond Eik
en Beek. Het is een paradijs met prachtige bomen. De plataan bij de Stalbergweg
heeft een forse stam. Mogelijk is de boom geplant kort nadat de eerste bouwfase
was afgerond. Beeldbepalend is zeker ook de monumentale rode beuk aan de
Burgemeester van Rijnsingel.
Nieuwe Venlosche Courant, 21 maart 1914
In
de villa komen in de nabije toekomst drie appartementen, in het vrijstaande
koetshuis het vierde. Cecile Custers had een imposant wagenpark voor haar tijd.
Na haar overlijden op 23 februari 1914 krijgt notaris Müller de opdracht haar
roerend en onroerend goed te verkopen op openbare veilingen. Hij adverteert in
de Nieuwe Venlosche Courant en daarin lezen we dat op 21 maart 1914 ‘ten sterfhuize tegen gereed geld’ de
rijtuigen worden verkocht. Geboden kan worden op vier landauers, waarvan er een
met gummibanden, twee victoria’s en even zoveel breaks, tentwagens en hondenkarren.
Bovendien gaan die dag een arreslee, lange kar en slagkar onder de hamer. Voor
de liefhebbers zijn er ook nog 25 palmen, die mogelijk in het koetshuis
overwinterden. Hoe Eik en Beek er in die periode uitzag, weten we door een
prentbriefkaart uit 1913 waar de villa deels op staat.
Prentbriefkaart, 1913 (collectie Math Aerts)
Terug naar nu. De staat van onderhoud van de villa smeekte om een ingrijpende en respectvolle restauratie, vertelt Jan van Megen. Die megaoperatie nadert binnenkort zijn voltooiing. Daarmee is bouwkundig gezien de toekomst Eik en Beek voor lange, lange tijd gewaarborgd.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.