- door Albert Lamberts -
Ik schreef in mijn vorige blog, dat één verwoestend bombardement van eind oktober 1944 maar liefst 74 dodelijke slachtoffers eiste. Veertien dagen eerder was de verwoestende reeks aanvallen op de Maasbruggen begonnen. De geallieerden probeerden de Maasbruggen te vernielen, zodat de Duitsers geen nieuw materieel en nieuwe manschappen naar de steeds verder bevrijde westzijde van de Maas konden brengen.
De angst en ontzetting onder de Venlose bevolking moeten enorm zijn geweest toen op 13 oktober 1944 de bomaanvallen op de bruggen begonnen. De Luchtbeschermingsdienst werd vanaf 11.00 uur overstelpt met meldingen van slachtoffers en schade. In zijn verslag noteerde het hoofd van de dienst, Jac Winters: Bericht: Arsenaal ligt in puin – veel schade. Verdere patrouilles met veel materiaal en brancards gezonden. Opruimingsploegen ingezet. Aantal gevallen bommen is niet te schatten. Hulp Nedinsco en Technische Noodhulp gevraagd en verkregen. Branden in Rembrandt-theater en Arsenaal. Brandweer rukt uit.
Nassaustraat in 1945, de gevolgen van het bombardement van 13 oktober 1944 zijn nog overduidelijk zichtbaar (foto collectie Albert Lamberts)
De bommen waren een eind
van hun doel terecht gekomen, waardoor op honderden meters van de Maas de
verwoesting gigantisch was: de Van Cleefstraat, Nassaustraat en de Parade waren in een oogwenk in rokende
puinhopen herschapen.
Om 12.00 uur, zo noteerde Winters, de heer Quandt als
luchtbeschermibgsleider naast mij is ingezet. Deelt tevens mee, dat Dr.
V. Rooy dood is. Hij zou als leider van het plaatselijke Roode Kruis worden
opgevolgd door Dr. Dubois. Directeur Ammerlaan van Gemeente-Bedrijven meldde
dat de beschadigde waterleiding om 12.50 uur al was gerepareerd, maar blok
Parade-Nassaustraat afgesloten is van water. 4 Dooden en 2 vermisten. Rathskeller, onder puinhopen nog
8 menschen begraven. Gewonden zijn allen weg. Winters schreef om 14.00 uur:
vermisten waarschijnlijk. Het ging om in totaal 16 personen op zeven
huisadressen.
Natuurlijk, er heersten al ruim vier jaar oorlogsomstandigheden, maar deze abrupte en genadeloze aanslag op zoveel mensen vergde toch een improvisatie en een voortvarende aanpak. Binnen enkele uren na de eerste bomaanval had Winters in het postkantoor (thans Van Bommel – Van Dam) een hulpverbandplaats ingericht, waar geregeld doktershulp aanwezig was. Van daaruit werden gewonden en dooden overgebracht naar het ziekenhuis.
Tegen de avond wist
Ammerlaan te melden dat ook Blerick weer gedeeltelijk water had en bovendien,
zo schreef hij, hadden inmiddels vele Blerickenaren hun woning verlaten
wegens loopende geruchten over een tweede bomaanval.
Toen de duisternis al lang was ingevallen kwam er ook nog een verheugend nieuws: Ene H. Cortjaens kon de mededeling doen dat drie personen onder het Huis Titulaer waren gered, gezond en wel en uit een kelder van een ander pand aan de Parade waren maar liefst 53 personen levend geborgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten