zaterdag 30 december 2023

Allerkinder 2023

Donderdag was ik in het Ald Weishoès. Allerkinder werd er gevierd met een optocht binnen en een stukje buiten. Van de ingang met de dubbele deur van vroeger naar die van nu.

Het was een kleine optocht. Door iedereen werd er zichtbaar genoten. Harry Lücker van het comité Kinderfeesten was in zijn nopjes. Er was meer belangstelling voor Allerkinder dan vorig jaar, vertelde hij in het voorbijgaan. De traditie zit weer in de lift.

In de Puinstad Venlo was na de Tweede Wereldoorlog een sterke behoefte aan sociale samenhang. Ook de kalenderfeesten voor kinderen konden eraan bijdragen. Uit het Oranje Comité ontstond het Comité Kinderfeesten. Vanaf 1948 werd Allerkinder weer georganiseerd. In de jaren die volgden, werd het feest populair.



Allerkinder, hjaren '50 en '60 (collectie Gemeentearchief Venlo)

Verder terug in de tijd. Een eeuw geleden werd er genäöld dat de hoogtijdagen voorbij waren. Onnozele Kinder, zoals het toen werd genoemd, was alleen nog een feest voor de kinderen van het Weeshuis. Wrang als je erover nadenkt. Kinderen zonder ouders of grootouders in hun directe nabijheid, die de rol van deze volwassenen voor enkele uren spelen.


Nieuwe Venlosche Courant, 29 december 1925

Op Onnozele Kinder in het jaar 1925 is in het Ald Weishoès een gedenksteen onthuld. Ik ben ernaar op zoek gegaan donderdag. Tevergeefs. Gebeld met Joost Reijnen, de architect van de recente restauratie en verduurzaming. Hij was de gedenksteen nooit tegen gekomen. Hetzelfde geldt voor uitbater Sef Smeets. Beiden kennen het Ald Weishoès als hun broekzak. Misschien is de steen aan het oog onttrokken door de betimmering in de lange gang direct achter de historische voorgevel.

donderdag 28 december 2023

De Halte XXL van woensdag 27 december 2023 - Hoogwater

 - door Sef Derkx -

Op de terugweg rijdt de bus over de brug. Bijna werktuigelijk kijken we hoe hoog de Maas staat. Ze dringt zich op. De goeiige Mooder Maas die normaal loom langs Venlo glijdt, laat een ander kant van haar karakter zien. In deze dagen is ze een grillige, oude dame. In aanleg misschien de waterwolvin, die grimmig grijnst naar de oevers en zich lest met smeltwater en regenwater. Hoogwater trekt altijd, er is geen ontkomen aan. We stappen uit bij de halte aan de Koninginnesingel en lopen naar de haven. Het valt nog mee, vergeleken met de zomer van 2021. De waterstand in de Maas bij Venlo werd landelijk nieuws. Op 16 juli moesten 237 patiënten van ziekenhuis Viecuri worden geëvacueerd.

Harie Hendrickx (still uit interview, 2000)

Ronduit dramatisch was de situatie in 1993. We interviewden in die dagen Harie Hendrikx (1918-2003) van bakkerij De Vaerman. De welbespraakte Venlonaar was dé autoriteit wat betreft de geschiedenis van hoogwater. Hij was jarenlang peillezer geweest in dienst van Rijkswaterstaat. Bij wassend water stroomopwaarts controleerde hij meerdere malen op een dag de officiële peilschaal in de Venlose haven. De wisselende waterstanden belde hij vervolgens door. Harie beschikte over een olifantengeheugen en had nog veel herinneringen aan de watersnood van 1926. Deze verhalen diste hij smakelijk op. In loepzuiver Venloos. Als Harie van wal stak, hield hij niet meer op. Want hij hield van verhalen vertellen. Lange verhalen.  Alleen al daarom was het een genot om naar hem te luisteren.

Harie was geboren aan het Kolenstraatje tegenover de kolenhandel en azijnfabriek van de familie Mattousch. Na in zijn jeugd nog even gewerkt te hebben in de bakkerij van zijn ouders, voelde hij de roeping priester te worden. Hij ging naar het seminarie in Weert, maar moest zijn studie afbreken vanwege een slepende ziekte. Hierna begon een zoektocht naar een andere invulling van zijn leven.

De watersnood trof de stad in de nacht van oud op nieuw. Op 1 januari 1926 stond de binnenstad blank. De Maas is nieuwjaar komen wensen, werd een gevleugelde uitspraak.

Interessant was ook het volgende verhaal van Hendrikx. Voor de Tweede Wereldoorlog liepen de straten uit op de Havenkade en Maaskade. De inwoners van de binnenstad wisten uit ervaring wanneer het er echt om spande. In die dagen gingen mensen luisteren en kijken naar een rioolputje aan de Geldersepoort. Daaruit borrelde al water op, dagen voordat de echte vloedgolf kwam. Men snapte het dan wel. Mooder Maas zou vast en zeker op bezoek komen. Verzet ertegen had nauwelijks zin. 

Geldersepoort, 1926 (collectie Gemeentearchief Venlo)

Tegen de nukken van de rivier was geen enkele bescherming. Ja, zandzakken hier en daar. Daarmee hield je het echter vaak niet droog. Men liet het lijdzaam over zich heen komen. De troep die achterbleef als de Maas zich had teruggetrokken, vond men erger dan het hoogwater zelf. De een zijn watersnood is de ander zijn brood. Landelijke zeepfabrikanten adverteerden massaal in de plaatselijke courant na hoogwater. 


Nieuwe Venloosche Courant, 15 januari 1926 (gevonden via www.delpher.nl)

In de jaren van de wederopbouw keerde Venlo als het ware grotendeels de rug naar de Maas. Aan de havenkade verrezen vooral bedrijfspanden. Het contact met de rivier verwaterde.  

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.     

maandag 25 december 2023

Van nul tot nu van woensdag 20 december 2023 - Met klapstoeltje naar de nachtmis

- door Albert Lamberts -
Het is Kerstmis. Het kan niemand zijn ontgaan, want al wekenlang branden op talloze plaatsen kerstlichtjes en al wekenlang ook bieden de vele tuincentra kerstprullaria aan. Het christelijke feest wordt op de dag van vandaag aangegrepen om de meest exorbitante versieringen in en rond het huis aan te brengen; het uiterlijke vertoon overstijgt in ruime mate de innerlijke beleving van wat het Feest van de Vrede zou moeten zijn. De verpakking en het randgebeuren dringen het religieuze aspect al jarenlang naar de verre achtergrond.

Was dat vroeger anders? In zekere zin wel, maar in zekere zin ook weer niet, al bestond de ‘versiering’ voorheen uit voordrachten en muzikale uitvoeringen, die vrijwel voor honderd procent met het bijbelse verhaal (Lucas 2, vers 1-14) te maken hadden. Nog niet zo gek lang geleden – laten  we zeggen zo’n vijftig jaar -  zaten de kerken tijdens de missen op kerstdag afgeladen vol. In de dekenale kerk in Venlo brachten de kerkgangers, die zich niet een uur of nog langer vóór aanvang van de (drie!) missen van een zitplaats hadden verzekerd zelf een (klap)stoeltje mee en dat wilde het wel eens een met een forse klap  begeven. 

Dirigent Lo de Rooy leidt het koor van de Venlose Sint-Martinusparochie tijdens de nachtmis van 1952 (foto collectie Albert Lamberts).

Even ter illustratie van de drukte: het uitreiken van de hosties tijdens de nachtmis door meerdere betrokken voorgangers kon wel meer dan een kwartier in beslag nemen, maar ging voor de kerkgangers vaak wel ‘ten koste’ van de tweede van de drie opeenvolgende missen. Zeg maar vanaf 24.00 uur ’s nachts tot pakweg dertien uur later werden er in de katholieke kerken bijna voortdurend missen opgedragen, waarvan de meeste met uitbundige koorzang. Priesters, kosters, misdienaars, dirigenten, organisten en koorzangers maakten tijdens de kerstdagen overuren. Met liefde.

Een beetje kerkkoor bereidde zich weken- soms wel maandenlang voor op de uit te voeren, vaak prachtige, meerstemmige muziek van componisten als Mozart, Haydn en Gretchaninoff. Voor een kerkkoor was en is de kerstnachtviering een absoluut muzikaal hoogtepunt in het jaar. Het Martinuskoor in Venlo, het oudste koor van de stad (oprichtingsjaar 1825), zong bijna twee eeuwen lang de nachtmis en dan nog eens de hoogmis van 8.30 uur. Anno 2023 is het allemaal niet meer zo druk tijdens de kerstdagen, ook niet voor het Sint-Martinuskoor. In de nachtmis tegenwoordig neemt Venlona al jarenlang de plaats van het Martinuskoor in. Verder is als gevolg van de ontluisterende ontkerkelijking het aantal missen drastisch beperkt. Ja, de pastoor of deken, zowat een eenmanspost, die heeft het nog druk.

Terug naar de nachtmis in wat nu de Martinusbasiliek in Venlo is: in 1952 kon het nieuwe orgel (van Verschueren in Heythuysen) in gebruik worden genomen. Speciaal hiervoor en voor het koor had de grote componist Hendrik Andriessen (met familierelaties in Venlo) de zesstemmige Missa Te Deum laudamus gecomponeerd. Andriessen zat zelf aan het orgel, het koor zong onder leiding van Lo de Rooy en heel Nederland kon de première van deze mis via de radio meebeleven. 

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

donderdag 21 december 2023

De Halte XXL van woensdag 20 december 2023 - 't Raodhoès (2)

 - door Sef Derkx -

De wekelijkse expedities met Arriva hebben vaak horeca-etablissementen als aangename bijvangst. Ook dit maal. De vriendelijke bediening in ’t Raodhoes in Blerick valt op. 


Niet alleen daarom is dit rijksmonument een echte parel. Het karakteristieke pand uit 1865 is ook anderszins van betekenis. Het heeft cultuurhistorische waarde. Het herinnert aan de periode voor de Tweede Wereldoorlog dat het bestuur van de gemeente Maasbree er zetelde. Blerick anno nu is een gemeenschap met eigen identiteit. ’t Raodhoes is als het ware mededrager van die identiteit. 

Ambtenaren secretarie gemeente Maasbree, 1926 (collectie Gemeentearchief Venlo)

In 1940 werd Blerick bij Venlo gevoegd. Het overgrote deel van de bevolking was faliekant tegen de herindeling, die van bovenaf was opgelegd. Het laat zich raden. Met die gevoelens werd geen rekening gehouden. Het raadhuis verloor zijn functie. Raadsleden uit Blerick werden geacht naar het stadhuis van Venlo te gaan. 


De prentbriefkaart boven is verzonden uit de gemeente Maasbree, de andere uit 'thans gem. Venlo'. Humor of wrevel?  (particuliere collecties)  

Waarschijnlijk vorderde de Duitse bezetter het pand. Op 3 december 1944 werd Blerick bevrijd. De opmars van de geallieerden stokte echter aan de Maas. Venlo werd een frontstad en zou het drie maanden blijven. Daags na de bevrijding van Blerick was in het voormalige raadhuis een plechtige bijeenkomst. In de raadszaal op de eerste verdieping werd een voorlopig burgerlijk bestuur geïnstalleerd voor het stadsdeel Blerick. Het zou aanblijven totdat Venlo weer centraal bestuurd kon worden. Vanaf het raadhuis werd de Nederlandse vlag gehesen. De ceremonie werd besloten met het zingen van het volkslied.
Bevrijding Blerick, 3 december 1944 (collectie Imperial War Museum, Londen)

In 1946 kreeg het monument een nieuwe bestemming. Het Groene Kruis werd er gevestigd. Eind 1948 opende op de bovenverdieping een belangrijke culturele voorziening. De Blerickse Biliotheek werd ingezegend door pastoor Michael Reijnen. De bibliotheek op rooms-katholieke grondslag werd door hem geroemd als: ‘het beste tegengif tegen de massa slechte lectuur, die heden onder de mensen in omloop is.’ 

Dagblad voor Noord-Limburg, 28 december 1940 (gevonden via www.delpher.nl)

Was het bedoeld als sneer richting Oscar Steylen, die een uitleen van boeken had pal tegenover de gloednieuwe bibliotheek? Een onderneming met zelfs boeken die op de Index stonden. Literatuur dus die door de kerkelijke overheid voor katholieken verboden was. Steylen ondervond veel tegenwerking. Hij sloot na enkele jaren zijn uitleen en ging aan de slag als kok op de kazerne. 

Dagblad voor Noord-Limburg, 31 december 1950 (gevonden via www.delpher.nl)

De Bibliotheek in het Blerickse raadhuis verhuisde in 1979. Maar zie, de geschiedenis herhaalt zich. Na de jaarwisseling keert de Bibliotheek weer terug op het vertrouwde nest in ‘t Raodhoes. Ongetwijfeld ook met boeken die ooit op de beruchte Index stonden.


Reageren? Stuur sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl. 

maandag 18 december 2023

Kerstmis 1944 ‘Geen Pruùse maar medemensen’

- door Sef Derkx -   

December 1944, Kerstmis nadert. Over Venlo en Blerick ligt een sluier van ontzetting, van doodsangst, van rouw. Rauwe rouw, zonder mededogen. Afgrondelijke gevoelens vechten om voorrang. 

Luchtopnames van bombardement op de Maasbruggen (collectie Imperial War Museum Londen)

Vanaf vrijdag de dertiende oktober zijn de Maasbruggen het doelwit geweest van een reeks luchtaanvallen van de geallieerden. Ze zijn van strategisch belang, omdat de bezetter manschappen en materieel over de bruggen brengt richting front op de westelijke Maasoever. De bommen missen doel, maar treffen de historische kernen van Venlo en Blerick en de wijken eromheen. De gevolgen zijn rampzalig: doden, gewonden, vermisten en daklozen. Telkens weer als het stof is neergedaald, blijken de bruggen nog intact. Het is om radeloos te worden.     

Gevolgen van het bombardement op vrijdag 13 oktober 1944; Nassaustraat in noordelijke richting (collectie Gemeentearchief Venlo) 

In een schriftje tekent Joop Franssen zijn herinneringen op aan het meest beangstigende bombardement. Het is dat van zondag 5 november 1944: ‘Het liep tegen 4 uur in de middag. Het uur van de bommen; steeds kwamen ze tegen 4-5 uur. Toen ik ging kijken staarden mijn bruine kijkers enige formaties geallieerde bommenwerpers aan. Het beeld was ondanks zijn verschrikkingen vertrouwd geworden.’ Vanuit ’t Ven waar hij is, ziet Joop de bommen neerkomen op de binnenstad. Van een vrouw hoort hij, dat bij de winkel van Geerlings brand is ontstaan en dat de Klaaskerk in puin ligt. 

Fragment uit het dagboek van Joop Franssen, 5 november 1944  

‘Dit bombardement was ’t begin geweest van de meest lugubere avond in Venlo: zo begon De Brand van Venlo. Toen we bij het invallen van de avond naar de Straelseweg liepen, zagen we achter de Martinustoren ’n rode gloed. Er stond die avond ’n flinke westerstorm, zodat ’t voor de vlammen kinderspel was om hun vurige klauwen uit te slaan. Het geraamte van de Klaaskerk vloog in brand. Het zustersklooster en de Montessorischool vlogen in brand. Het broederklooster en de school vlogen in brand en tenslotte ging onze prachtige statige oude Martinuskerk eraan. De toren veranderde in een grote luguber uitziende fakkel.’ De stadsbrand werd na uren bedwongen door brandweerlieden, geholpen door een plotse stortregen.

 


Tekeningen Fons Verstraeten, 5 november 1944 (collectie Gemeentearchief Venlo)

Op zondag 19 november 1944 vindt de laatste luchtaanval plaats. Door de bombardementen zijn de bruggen weliswaar beschadigd, maar nog steeds in bruikbare staat. Uiteindelijk blazen de Duitsers ze zes dagen later zelf op tijdens hun aftocht. Het is het voorspel van de bevrijding van Blerick.


Perfect battle of Blerick, 3 december 1944 (collectie Imperial War Museum Londen)

Vanaf vijf uur in de morgen van zondag 3 december 1944 wordt een dodelijk tapijt van granaten over Blerick gelegd. Er lijkt geen einde aan te komen, geen huis blijft onbeschadigd. Via verschillende invalswegen rukken pantservoertuigen en infanteristen op. Huis na huis wordt door de geallieerden doorzocht, omstreeks vier uur ’s middags is  Blerick bevrijd. ‘The perfect battle of Blerick’ komt ten einde, maar de  bevolking blijft in de schuilkelders, want de beschietingen van de Duitsers vanuit Venlo houden aan.

Johanna Paulusma, na WOII (collectie familie Van der Lugt) 

De gebeurtenissen van die gedenkwaardige dag staan Johanna van der Lugt-Paulusma in het geheugen gegrift. Ze was indertijd een meisje van zestien jaar en woonde met haar ouders, een broertje van veertien en een zevenjarig Joods onderduikertje, Max Horwitz, in de Pepijnstraat. Ze schreef er zeventig jaar later het volgende over: ‘In de nacht van 2 op 3 december 1944, we sliepen in de kelder, werden we opgeschrikt door een hels kanonvuur dat doorging tot elf uur in de ochtend. Toen werd het doodstil. Na enige tijd durfde mijn vader naar boven te gaan. Door een spleet zag hij dat er vreemde soldaten aan de overkant van de straat liepen. Hij deed voorzichtig de deur open en zwaaide met een wit laken. Ondertussen waren wij ook tevoorschijn gekomen. We konden onze ogen niet geloven. Wij juichten en huilden van blijdschap. Vader ging op straat appels uitdelen, maar een officier zei dat we voor onze eigen veiligheid terug moesten naar de kelder.” 

Pepijnstraat voor WO II (collectie Jos Symons)

Het gezin Paulusma bleef nog enkele dagen in Blerick en kreeg vaak bevrijders over de vloer. “Ze kwamen zich bij ons scheren. We hadden namelijk warm water, omdat we ons fornuis weer konden stoken. Na enkele dagen moesten we uit Blerick weg, omdat het er te gevaarlijk was. We liepen naar Sevenum, naar de boerderij waar een van mijn andere broers ondergedoken had gezeten. Het was een tocht van drie uur. Na de bevrijding van Venlo, op 1 maart 1945, zijn we teruggegaan naar Blerick. Ons Joods onderduikertje Max is in 1998 vanuit Israël naar Nederland gekomen om mijn ouders postuum te eren met de Yad Vashem onderscheiding.’

In de laatste jaren van de oorlog is Kees Kokke de gemeentearchivaris van Venlo. In 1943 wordt hij benoemd door burgemeester Jo Zanders, met wie hij goede contacten onderhoudt. Als zijn rechterhand is Kokke op de hoogte van de gesprekken tussen Zanders en de Duitse bezetter. Wat hij hoort, noteert hij in een dagboek, dat een beeld geeft van de gebeurtenissen in Venlo en Blerick. Op maandag 4 december 1944, schrijft hij dat Blerick is gevallen. De Duitsers zijn verslagen en over de Maas gevlucht: ‘Ben om 9 uur de stad ingegaan en heb de zaak bekeken. Geen straat is zonder treffers gebleven. Vooral het gedeelte van de stad langs de Maasoever heeft schade geleden. Vannacht zijn tussen 3 en 6 uur bij de Pope-fabriek kleine troepjes Duitsers komen binnendruppelen. Zij waren zeer onderkomen en neerslachtig. Sommigen druipnat. Ze waren in de nacht uit Blerick ontvlucht en per stormboot onder dekking van artillerievuur de Maas overgestoken. De hele troep was verder erg neerslachtig. Hoopten maar, dat ze gauw Urlaub kregen om met Kerstmis thuis te kunnen zijn. Volgens de meesten kon de oorlog niet lang meer duren.’

De hoop dat de oorlog spoedig afgelopen zou zijn, koesterden veel Venlonaren. Het  was het een kwestie van dagen, echt niet langer. Kinderen die nog in Sinterklaas geloofden, kregen te horen dat de Goedheiligman met zijn Pieten en de bevrijders weldra de Maas over zouden steken. Halsreikend werd ernaar uitgekeken, de hartjes klopten vol verwachting, maar de kindervriend verscheen niet in Venlo. Dus ook niet zijn gevolg dat de bevrijding zou brengen. Bezocht Sinterklaas in die verschrikkelijke dagen nergens kinderen?


Evacués in het klooster van de trappisten in Tegelen (colectie Gemeentearchief Venlo)

Bij de paters trappisten op Ühlingsheide zijn in de weken ervoor honderden vluchtelingen uit Venlo opgenomen. Op 5 december slaan rond het klooster overal granaten in. Ülingsheide trilt op de grondvesten. Niemand waagt zich nog uit de veilige kelders. Maar opeens, als bij een wonder, verschijnen in de kelders vol angstige evacués Sint-Nicolaas en twee zwarte pieten. Ze moeten zich verontschuldigen, want cadeaus hebben ze niet mee kunnen nemen vanuit Spanje. Maar ze zijn toch gekomen en er is een speciale versie van het lied Zie de maan schijnt door de bomen.

Zie de dag is weer gekomen

De blijde dag van Sint-Nicolaas

De granaten fluiten door de bomen

Schrikken door hun hels geraas.


Sint-Nicolaas, o heilig man

Helpt u arme kinderen dan (2x).


En nu zitten we hele dagen

In de kelder op het stro

Heel geen pretje voor de blagen

Want het steekt en prikkelt zo.


Sinterklaas geef ons de vrede

Daar verlangt een ieder naar

Zie naar onze arme stede

Geen steentje staat meer op elkaar.

 

Begin december 1944, Kerstmis naderde.

De Maas is frontlinie, Blerick bevrijd en Venlo bezet. De geallieerden brengen de bevolking van Blerick naar veiliger oorden als Weert en Eindhoven. Op zaterdag 9 december wordt het stadsgedeelte tussen Maas en de spoorlijn Venlo-Roermond Sperrgebiet. De bewoners krijgen ’s morgens de aanzegging dat ze voor drie uur in de middag hun huizen verlaten moeten hebben. Ze zoeken onderdak bij familie en vrienden achter de scheidingslijn of voegen zich bij de duizenden Venlonaren, die in de periode van de bombardementen toevlucht hebben gezocht in kloosters en bij particulieren in Tegelen.   

De volgende dag wordt het Sperrgebiet in noordelijke richting uitgebreid. Stelselmatig is er artillerievuur tussen de bezetter en bevrijders. Je moet er altijd op beducht zijn.

Op de bezette oostelijke Maasoever ontstaat in december 1944 een groot gebrek aan voedsel, medicijnen, brandstof, kleding – ja, eigenlijk aan alles. Bovendien gaat bijna wekelijks het gerucht dat de bezetter weldra de bevolking op de oostelijke Maasoever zal dwingen te vertrekken uit het gevaarlijke frontgebied. Een evacuatie met onbekende bestemming is een schrikbeeld. Venlo is weliswaar een puinstad, maar het is hún puinstad, waar de bewoners het liefst blijven.

Jos en Mia van Lokven (particuliere collectie)

Zus en broer Mia en Jos van Lokven van de Steenstraat zijn tijdens een van de  bombardementen aan de dood ontsnapt. Hun pianowinkel en achterhuis liggen in puin. Ze besluiten op donderdag 16 november naar een woning van kennissen aan de Burgemeester van Rijnsingel te verhuizen. Als ook daar in de buurt bommen vallen, gaan ze verder en vinden onderdak in het patronaatsgebouw van de Heilig Hartparochie. Mia is diepgelovig. Ze schiet de pastoor te hulp waar ze kan en helpt mee in de noodkerk. Op 22 december wordt de kerstgroep geplaatst, compleet met stal en grotten. Mia noteert in haar dagboek: ‘Hoe jammer dat we weer in het donker zitten. Hopelijk hebben we met Kerstmis licht.’ De volgende dag gaat ze in ’t Ven op zoek naar bloemen om het altaar feestelijk te versieren. Door de strenge vorst die heerst, blijken ze bevroren te zijn. Ze komt met zes potjes rode cyclamen terug: ‘weliswaar bevroren, doch beter dan niets. Ik plaatste ze tussen de beelden voor de grot.’ Later die dag hoort Mia dat er nog chrysanten staan in kassen van teler Smeets. ‘We plukten onze armen vol. Het was werkelijk een weelde voor het oog. Alle kleuren waren voorhanden behalve wit. Dat zou juist zo mooi geweest zijn voor Kerstmis. Maar we waren toch erg blij dat we nog bloemen kregen. Broer Jos heeft vandaag het harmonium puik in orde gekregen, niettegenstaande hem de meeste gereedschappen ontbraken. Dat pleit dus voor de goeie vakman,’ schrijft ze niet zonder familietrots.

Theo Noldus, 1946 ( collectie familie)

Brandstoffenhandelaar Theo Noldus van de Heutzstraat heeft eind november een veilige plek gevonden in Huis Lovendaal in ’t Ven. Het karakteristieke pand wordt in die penibele dagen bewoond door de van origine Duitse familie Hoffmann en is een  toevlucht voor een grote groep bewoners uit de binnenstad. In de dagen voor Kerstmis wordt een koortje van evacués geformeerd. Het zal kerstliedjes zingen in  de nachtmis, die in Lovendaal gepland staat. Theo Noldus schrijft in zijn dagboek, dat er ‘flink geoefend wordt voor de zang met Kerstmis’. Opmerkelijk is dat ook een Duitse Feldwebel deel uitmaakt van het gelegenheidskoor.

Kerstavond 1944 breekt aan. Het bataljon Fallschirmjäger, dat het Sperrgebiet bewaakt, is met onbekende bestemming vertrokken, meldt archivaris Kees Kokke; ‘Wachtposten zijn ingetrokken en velen maken daarvan gebruik om nog levensmiddelen en goederen uit hun huizen te halen.’ ‘In de Kerstnacht,’ meldt hij aangedaan ‘zijn 2 kinderen van honger en koude gestorven, terwijl afgelopen dagen 8 kinderen, afkomstig uit de schuilkelder in de Rummerstraat, bij het ziekenhuis werden binnengebracht, die de hongerdood nabij zijn. Zij waren blauw van de kou en hun lichaampjes waren gezwollen. De winter is ingevallen en het heeft de laatste nachten 7 tot 8 graden Celsius gevroren.’

Lies Hendrickx (collectie familie)

We keren in deze Kerstnacht van het oorlogsjaar 1944 terug naar Huis Lovendaal en slaan het schrift open, waarin Lies Hendrickx van de Vleesstraat haar memoires in een prachtig, regelmatig handschrift heeft genoteerd. Lies is de verloofde van Theo Noldus en is bij hem in ’t Ven op bezoek: ‘Kerstmis. 25 December Maandag. Een heerlijke Kerstdag was ’t voor ons en alle die bij ons waren. We zullen deze dag nooit vergeten. 4 uur begon de Hoogmis. Voor de Mis zongen we Stille Nacht – Heilige Nacht. Alles ging zoo fijn en innig. ’t Was zoo plechtig en indrukwekkend. Pater Eric leest erg mooi, ’t is en prachtpriester. Hij heeft zoo’n mooie preek gehouden, met persoonlijke aanhalingen, ’t was te mooi om te vertellen. We waren in een echte vrede feeststemming. De Feldwebel zong en bad mee, wij zongen en baden ook voor hem mee. We hoorden nu veel meer bij elkaar dan eerst.’

Wiel Vestjens

Vijandschap viel weg in Lovendaal. Een identiek kerstverhaal werd mij verteld door Wiel Vestjens. Ook het gezin Vestjens ontvlucht in het najaar van 1944 de door bombardementen geteisterde binnenstad. Bij oma aan de Zand-Arabiëweg wordt onderdak gevonden. De groep evacués daar groeit alsmaar. Bij zijn oma komen regelmatig Duitse soldaten. Het zijn jonge jongens, die eigenlijk maar een ding willen: naar huis, naar Mutti. Ze delen hun Kuch, hard soldatenbrood, met de familie Vestjens. Op Kerstdag gaat Wiel met zijn ouders naar de mis, die opgedragen wordt bij bakker Zeelen aan de Van Postelstraat. Er zitten en staan zo’n twintig tot dertig mensen. Opeens ziet de achtjarige een bekend gezicht. Een van de jonge Duitse militairen, die door heimwee gekweld bij oma aan de keukentafel had zitten huilen, is er. Niet in uniform, maar in burgerkleding. Wiel stoot zijn vader aan en stamelt geschrokken en verbaasd: “Pap, dao zit unne Pruùs!” Zijn vader vertelt, dat in tijden van nood mensen die geborgenheid zoeken, geen Pruùse zijn maar gewoon medemensen.’

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail; floddergats@xs4all.nl.

     

 

 

  

 

 

  

woensdag 13 december 2023

De Halte XXL van woensdag 13 decemer 2023 - 't Raodhoès

 - door Sef Derkx -

We zijn uitgestapt bij de halte aan het Schepenenplein in Blerick en wandelen over de bijna lege Kloosterstraat naar ‘t Raodhoes. Het is een aangename accommodatie. De medewerkers zorgen ervoor dat je je thuis voelt, weten we van bezoeken eerder dit jaar.

Bouwrekening Raadhuis Blerick (bron Facebook)

Venloosch Wekblad, 17 mei 1865

Blerick vormde tot 1940 één gemeente met Baarlo en Maasbree. De dorpen wisselden om de vijf jaar van raadhuis. In 1865 verrees daarvoor in Blerick een nieuwbouw aan het huidige Antonusplein. Op de benedenetage woonde de dorpsonderwijzer met zijn gezin. Het vijfjaarlijkse rouleersysteem werd op den duur als een last ervaren. Blerick met zijn ruim bemeten raadhuis werd vanaf 1904 het epicentrum van de gemeente Maasbree. Daarmee werd een netel probleem opgelost. Tussen Baarlo en Maasbree heerste generatieslang na-ijver. Een permanent raadhuis in Baarlo, zou slecht gevallen zijn in Maasbree. Omgekeerd precies eender. Blerick was dus letterlijk de tussenoplossing. Tot de annexatie door Venlo in het oorlogsjaar 1940 bleef het Blerickse raadhuis in gebruik.

Prentbriefkaart Raadhuis met Markt, Blerick (collectie Gemeentearchief Venlo)

Het opgaan van Blerick in de gemeente Venlo had een voorgeschiedenis, die teruggaat tot 1913. De Venlose burgemeester Van Rijn vond destijds de samenvoeging noodzakelijk. Blerick stond natuurlijk op zijn achterste poten. Bij Venlo? Nooit of te nimmer!

Een van de argumenten die Van Rijn aanvoerde, hield verband met de komst van honderden militairen naar de nieuwe Frederik Hendrik Kazerne, gebouwd op het terrein van het voormalige Fort Sint Michiel. Jonge soldaten, die het op uitgaansdagen ongetwijfeld op een drinken zouden gaan zetten. De Venlose burgemeester voorzag problemen met de openbare orde. Hij twijfelde eraan of Blerickse politie wel in staat was daartegen op te treden. Een groep baldadige militairen, wat kon de anderhalve man en een paardenkop van de politiepost Blerick ertegen doen? Nee, alleen daarom al moest Blerick bij Venlo worden gevoegd.

De landelijke overheid bleek niet gevoelig voor deze en andere Venlose argumenten. Door de annexatieplannen ging een dikke streep. Pas in 1940 slaagde Venlo erin om Gedeputeerde Staten van Limburg te overtuigen, dat de samenvoeging wel een goede zaak was. 

Interieur Bibliotheek Blerick, 20 november 2023 (foto's Mayke Steeghs)


Interieur Bibliotheek Blerick, 12 december 2023 (foto's Juul Hollman)

Vandaag worden we op deze historische plek ontvangen door Marjo Benders en Juul Hollman van de Bibliotheek Blerick. Ze zijn in ’t Raodhoes als kwartiermakers aan de slag. Na jaren keert de Bibliotheek weer terug in hartje dorp. De kasten en rekken moeten deels nog worden gevuld, de tafels en stoelen voor de bezoekers moeten nog geplaatst worden. Er is nog tijd (wordt vervolgd).  

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.   

vrijdag 8 december 2023

De Halte XXL van woensdag 6 december 2023 - Op audiëntie bij Sint-Nicolaas in 't Ven

 - door Sef Derkx -

Van bushalte Schoolweg lopen we via De Ossenberg naar de Michaëlkerk. We zien uit naar een hernieuwde kennismaking met Sinterklaas. Nou ja, met het negentiende-eeuwse beeld van de heilige. Het werd  in 1891 geschonken door Petronella Lampe aan de Klaoskerk in de Venlose binnenstad. Naarmate we dichter ons doel naderen, wordt het alsmaar drukker. Het is de dag van de verkiezing voor de Tweede Kamer. In Gemeenschapshuis de Bantuin is een stemlokaal gevestigd. Bij de deur van de naastgelegen kerk wacht kapelaan Patrick Zuidinga op ons. Het vorig jaar is hij in Venlo aan de slag gegaan.

Devotieprentje Sint-Nicolaas uitgegeven door de Klaoskerk, jaren dertig '20\'30 (collectie Sef Derkx)

Het opvallend moderne bedehuis maakt deel uit van een multifunctionele accommodatie. Samen met het gemeenschapshuis, een kinderopvang en basisschool, vormt de kerk het zogenaamde Hart van 't Ven. De architect van het complex was Geert Timmermans, het ontwerp voor het kerkinterieur kwam van binnenhuisarchitect Pim van Dijk. Bisschop Frans Wiertz wijdde de kerk in 2007 in. De losstaande klokkentoren dateert van 1966, het jaar dat de eerste, inmiddels alweer gesloopte Michaëlkerk in gebruik werd genomen.



Exterieur en klokkentoren (bron: website kerkgebouwen in Limburg)

In de voorgevel springen kleurrijke glaspartijen in het oog. We vinden niet zo gauw een signatuur. Gelukkig hebben we op de verkiezingsavond een samenzijn met onder meer Jan Kessels, de wandelende encyclopedie van ’t Ven. Hij heeft de naam van de glazenier onmiddellijk paraat: Jan de Kok uit Eindhoven.

Kerstdienst, 2013 (bron: https://foursquare.com/v/h-michaelkerk/) 

Goed, wij komen dus op de eerste plaats voor Sint-Nicolaas. Nu dezer dagen overal in Nederland door kinderen liedjes voor hem worden gezongen, verdient het beeld in ‘t Ven van de heilige bisschop de aandacht. Het is ietsje kleiner dan we in herinnering hadden. Wellicht komt dit omdat de sculptuur van Jean Antoin Oor uit Roermond tegenwoordig niet op een sokkel, maar op de vloer staat. Het maakt het kunstwerk gevoeliger voor schommelingen in temperatuur. Maar misschien is de bezorgdheid wat overdreven. Het beeld zit nog goed in zijn polychromie. 


Sint-Nicolaasbeeld in de Sint-Nicolaaskerk in Genooi (foto De Limburger)

Uit historisch onderzoek is gebleken, dat het eikenhouten beeld in 1891 in het atelier van de Venlose kerkschilder Guillaume Deumens is beschilderd. Het resultaat  mag er nog steeds zijn. De artistieke nalatenschap van Deumens is helaas in de vergetelheid geraakt. Tot slot. Sint-Nicolaas is afgebeeld met het evangelieboek en drie appels. In de christelijke traditie is de appel oorspronkelijk het symbool van zonde en verleiding. De verboden vrucht van Eva. In latere eeuwen krijgt de appel een nieuwe betekenis als zinnebeeld van verlossing en leven.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail; floddergats@xs4all.nl.   

 

woensdag 6 december 2023

Van nul tot nu van woensdag 6 december 2023 - Eerrijk de Put oftewel Erycius Puteanus (2)

 - door Albert Lamberts -

Statenlid Hendrik Uwens, stelde op 21 januari 1617 voor de geschiedenis van de Limburg vast te leggen, zoals dat elders al overal was gebeurd. Uwens vond dat hierin met spoed moest worden voorzien en stelde derhalve voor Erycius Puteanus, raad en historiographicus der aartshertogen, die met die penne soe konde spelen, dat syns gelycken in gantz Europa nyet en were, op te dragen die historie samen te stellen en hem daarvoor jaarlijks een pensioen of honorarium toe te kennen. Puteanus vleide de staten met het schenken van een van zijn boeken.

De Venlose geleerde gaf niet alleen college aan de universiteit van Leuven, maar ontving op zijn kasteel, dat hem door de stad Leuven ter beschikking was gesteld, ook vele studenten. Het waren vaak zonen van welgestelden, die behalve hun koffers een hele entourage met zich voerden. Allemaal onderdak bij Puteanus en zijn grote gezin: hijzelf, vrouw en 16 kinderen. Ondanks de privileges, die Puteanus door Leuven werden verleend en ondanks zijn enorme productiviteit bleef de financiële situatie van de geleerde zorgwekkend. Het niet onaanzienlijke bedrag van 200 gulden dat de Limburgse staten hem schonken als blijk van waardering zal niet onwelkom zijn geweest.

Een fraaie gravure van Erycius Puteanus op leeftijd (collectie Albert Lamberts)

De Staten verleenden Puteanus de opdracht de Geldersche geschiedenis te schrijven, dweil alle landschappen die hunne in geschrifte hebben doen vervatten ende vuytgaen laeten, (verspreiden) ende die Gelrissche nyet, wie wel die voorsaeten nochtans de voortreffelickxte geweest sijn als die alde historiën vuythueren ende dat die tegenwoordige historiescrijvers sulcx soucken te verduysteren.

Erycius Puteanus was ongelooflijk productief. In bibliotheken in België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, het Vaticaan en uiteraard in Nederland – ook in het gemeentearchief van Venlo  - worden vele van zijn in totaal nagelaten 16.000 brieven bewaard. Naast de duizenden brieven schreef de beroemde Puteanus ruim honderd wetenschappelijke verhandelingen, die ook over vele bibliotheken zijn verspreid.

Voor zover bekend is het echter nooit gekomen tot de geschiedschrijving van het Gelderse gewest. Dat zou dan trouwens in  de Latijnse taal zijn gebeurd, want Puteanus vond het schrijven en sowieso communiceren in het Nederlands niet echt aangenaam.

Dat liet hij ook onverbloemd weten aan een Zuidafrikaanse wetenschapper, de astronoom Michel Florent van Langren. Die briefwisseling – maar liefst 114 stuks van Puteanus – behelsde onder andere de naamgeving van maanlandschappen, die werden ontdekt. Puteanus werd vereerd met de naam Mons Puteani. De ijdele geleerde had graag ook zijn adellijke status - kasteelheer in Leuven - nog vermeld en dat werd dan ook toegevoegd.

Eerrijk de Put, Erick van Put oftewel Erycius Puteanus , werd geboren op 4 november 1574 en overleed in Leuven op 17 september 1646. Hij werd begraven in de St.-Pieterskerk in Leuven, in de kapel toegewijd aan Carolus Borromeus.

Schreef hij de geschiedenis van Limburg?

(wordt vervolgd)

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

De replica van de Zilveren Bal (2)

- door Gerrit van der Vorst -  

Het geteisterde VVV bleek wèl in staat tot wonderen. Daarbij speelden de middenlinie Nass-W. Heger I-Klaassens en linksbuiten Schatorjé een belangrijke rol, terwijl de andere spelers boven zichzelf uitstegen. Op 15 augustus 1954 verraste VVV vriend en vijand, door in de eerste ronde Sportclub Enschede te verslaan. Jan Schatorjé pegelde de bal van 30 meter afstand in de linkerbovenhoek en Janus van Rooij tekende met een duikkopbal voor 2-0. 

Jan Schatorjé zou een belangrijke rol spelen tijdens deze toernooi-editie.

In de tweede ronde moest VVV tegen DOS. De toeschouwers zaten amper op hun plaatsen, toen opnieuw Jan Schatorjé de score opende met een ontzettend hard en hoog afstandsschot. DOS-midvoor Tonny van der Linden scoorde de gelijkmaker, maar eent geestdriftig spelend VVV trok toch aan het langste eind. Dagblad Het Vrije Volk: ‘De VVV-linksbuiten Heger, een raspaard langs de lijn, al is zijn gang meer die van een karrepaard, kreeg de omhelzing van al zijn clubgenoten toen hij een doelpunt maakte (2-1).’ 

De legendarische DOS-midvoor Tonny van der Linden zou in de periode 1957-1963 tot 24 wedstrijden voor het Nederlands elftal uitkomen (Utrechts Archief).

Diezelfde middag hield VVV Feyenoord op een gelijkspel (1-1). Voor de derde keer achtereen opende Jan Schatorjé de score. Al deed Wiel Heger II dat volgens het wel zeer kritische Het vrije volk: ‘toen rechtsbuiten Meulemeester – overigens geen meester – een koele, berekende voorzet gaf, die voor het goede been van Heger kwam.’ Strafschoppen moesten de beslissing brengen. Feyenoord benutte de eerste, maar de volgende twee werden gestopt door een fenomenaal keepende Sef Tilmans. Voor VVV schoot Jan Schatorjé raak, miste Gijs Nass en schoot Jan Klaassens meters naast. Klaassens mocht de strafschop echter overnemen wegens te vroeg bewegen van keeper Bijl en dit keer was het wel raak. 

Daags tevoren had Sportclub Venlo 1954 de eerste wedstrijd van de nieuwe profbond NBVB-ouverture in en tegen Alkmaar met 3-0 verloren. Volgens de cartoon in de maandageditie van De Telegraaf hadden de spelers daar niet over getobd (www.delpher.nl).

Tegenstander in de Zilveren Bal-finale, op 29 augustus, was Xerxes, een jeugdig elftal met zes spelers die jonger dan twintig waren. De club had in 1953 ook al de finale gehaald, en was een geduchte tegenstander, maar het VVV-collectief zat inmiddels in een geweldige flow.

Voorafgaande aan de wedstrijd ondergingen VVV’s erevoorzitter Jo van Daalen en diens echtgenote een publiekelijke vernedering. Namens de toernooi-organisatie werden ze door KNVB-functionaris mr. Piek (die zijn naam met 1 letter had laten aanvullen) gesommeerd om de eretribune te verlaten. Van Daalen en zijn medebestuursleden waren namelijk door de KNVB geschorst in verband met betalingen onder de tafel.

Spreker Jo van Daalen tijdens het jubileumdiner in 1953 (Gemeentearchief). Niet lang daarna was Van Daalen geschorst door de KNVB. De schorsing zou in het najaar van 1954 weer opgeheven worden.

Maar mooi dat de diep-gekwetste Van Daalen zijn VVV met 3-1 de finale zag winnen, dankzij twee treffers van midvoor Janus van Rooij en een doelpunt van Jac. Gubbels. 

De kop van het wedstrijdverslag in het Dagblad voor Noord-Limburg van 30 augustus 1954 (www.delpher.nl).

Na afloop werd VVV uitbundig gehuldigd. De legendarische Bok de Korver (voormalig spil van Sparta en het Nederlands elftal) reikte de Zilveren Bal en een gouden medaille uit aan aanvoerder Gijs Nass, terwijl alle spelers een zilveren asbak kregen.

Uitreiking van de Zilveren Bal-trofee aan Gijs Nass, gadeslagen door zijn eveneens in de traditionele witte badjassen gehulde medespelers (collectie Gijs Nass).

De ceremonie was te haastig afgewikkeld. Eerst had de voorzitter van de senaat van het Rotterdamse studentencorps Nass een grote lauwerkrans moeten omhangen. Dat gebeurde alsnog en daarna werd de prijs opnieuw uitgereikt.

De herhaling van de prijsuitreiking (Nationaal Archief, van Duinen).

Een gelauwerde Gijs Nass op de schouders van zijn medespelers (collectie Gijs Nass).

Het VVV-elftal dat de finale had gespeeld. Staand, van links naar rechts midvoor J. van Rooij, keeper Tilmans, linksback Steegh, spil W. Heger I, linkshalf Klaassens, rechtsbinnen J. Gubbels en rechtsback Lommen. Zittend linksbinnen W. Heger II (?), rechtshalf Nass, rechtsbuiten De Meulemeester en linksbuiten Schatorjé (collectie Gijs Nass). Mogelijk zijn De Meulemeester (of toch Nijholt?), Gubbels en Heger II verwisseld.

Voor even kon VVV een lange neus maken naar het diep-gehate Sportclub Venlo ‘54. Op 26 november 1954 zou de voetbalvrede in Venlo weer getekend worden met een fusie. En twee dagen later bezegeld worden met een sensationele 2-3 uit-overwinning van fusieclub Sportclub VVV ’03 op Ajax, maar dat is weer een ander succesverhaal.

Het team van Sportclub VVV ’03 dat Ajax met 2-3 versloeg (collectie Gijs Nass).

Ik wil op 14 december a.s. wel bij de overhandiging van de replica zijn. Weer even mijmeren over de VVV-jaren 1954-1961, toen mijn jeugdige bestaan rond voetbal en VVV draaide. De overhandiging wordt voor mij een herinnering aan jaren waarin Noord-Limburg een serie uitstekende voetballers voortbracht en met Sportclub Venlo ‘54 een belangrijke rol speelde bij de invoering van betaald voetbal in Nederland. Maar dit keer bovenal een herinnering aan de mysterieuze krachten in de sport die VVV in de zomer van 1954 tot die topprestatie brachten.

Slot

NB: Zoals vooraf al voorzien was, zou het Zilveren Bal-toernooi door de invoering van het betaald voetbal in 1954 naar een niveau lager devalueren. Omdat de recettes naar de toernooi-organisatie gingen, zou toernooi-deelname een fikse kostenpost worden voor semiprofclubs. De zevende keer dat VVV deelnam, was dus de laatste editie van het ‘echte’ Zilveren Bal-toernooi.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.