donderdag 26 oktober 2023

De Halte XXL van woensdag 25 oktober 2023 - Wandelen over 't Heksepaedje met Halloween in aantocht

 - door Sef Derkx -

Vandaag wandelen we over een bospad met een wat mysterieuze naam. 't Heksepaedje loopt van de Stalbergweg omhoog naar de Casinoweg. Nu is het vooral een wandelpad met een schitterend uitzicht op een vijver. Ooit zwoegden hier fietsers moeizaam naar boven. Vaak waren het gehaaste leerlingen van het Marianum. 't Heksepaedje was een zogenaamd olifantenpad. Een kortere weg, in dit geval naar school. Je moest echter wel over een goede conditie beschikken om fietsend boven te komen. De helling was zo steil dat je meestal na de tweede draai af moest stappen.

Foto van Google Maps, bij de rode pijl gaat het omhoog over 't Heksepaedje

We zijn uitgestapt bij de bushalte Karel van Egmondstraat en lopen terug naar de Stalbergweg. Na café ‘t Gildehoes en het huis ernaast volgt een groenstrook. Bijna op het einde ervan is de toegang tot t Heksepaédje. Een naam als uit een sprookje, maar wat is het verhaal erachter? Huisden aan Stalberg ooit heksen? Heeft het wellicht iets van doen met de nabijgelegen Galgenberg?

Totaal en detail van H. Geest Straet vestingplattegrond Bleau, midden 17e eeuw (collectie Gemeentearchief Venlo)

Hoogstwaarschijnlijk niet. In tegenstelling tot Roermond en zijn heksenwaan zijn uit Venlo nauwelijks heksenprocessen bekend. In 1614 ging het gerucht dat ene Berbken Vreesen van de Heilige Geeststraat een heks zou zijn. Ze werd gearresteerd en vastgezet. Haar man Henrick van Nieuwkercken eiste haar vrijlating. Ze zou door buurtgenoten onterecht zijn beschuldigd. De schepenbank vroeg om nieuwe bewijzen en getuigen. Niemand kwam opdagen om haar te beschuldigen. Berbken Vresen werd op onzachtzinnige wijze ondervraagd, maar bleef ontkennen. Ze moest worden vrijgelaten. De voorzitter van de schepenbank, de scholtis, draaide persoonlijk op voor de kosten van het proces en de gevangenhouding. Die bedroegen honderd en twintig gulden, destijds een grote som geld. Hierbij waren ook de uitgaven inbegrepen voor de kaarsen waarmee de cel was verlicht, het geld uitgegeven aan de maaltijden van Berbken en aan het loon van de gerichtsbode en de bewakers.

Afgraving Hecker (met dank aan Peter Vostermans)

Terug bij het 't Heksepaedje. De sprookjesachtige naam is vermoedelijk ontsproten aan de fantasie van kinderen. Het bospaadje is bij oudere buurtbewoners namelijk bekend als Heckerpaedje of Heckerspadje. Waar nu de groene wijk Aan de Bronnen is, was tot 1959 de afgraving van de firma Hecker. Er werd zand en grind gewonnen. Vooral in de periode van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog was de behoefte eraan groot. Navraag leert ons dat het paadje ook het Gubbelspaedje of het Paerdepaedje werd genoemd. Een officiële naam heeft het echter niet. Vandaar dat wij met Halloween in aantocht de voorkeur geven aan 't Heksepaedje.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

maandag 23 oktober 2023

Van nul tot nu van woensdag 18 oktober 2023 - Privatiseren in de veertiende eeuw

- door Albert Lamberts -

Dat hadden we nooit moeten doen. Zo luidt de titel van een boek dat werd geschreven door oud-parlementair journalist Margriet van Lith en emeritus hoogleraar geschiedenis Duco Hellema. Het boek,  verschenen in 2020, zet grote vraagtekens achter de beleidskeuzes die met name de Partij van de Arbeid onder leiding van wijlen Wim Kok in de jaren negentig van de vorige eeuw maakte.

Kort gezegd, het zo in beton gegoten sociale gezicht van links brokkelde mede door Koks instemming met (gedeeltelijke) ontmanteling van diverse sociale voorzieningen en met een toenemende drang naar privatisering steeds verder af. Er werden ruim een kwart eeuw geleden maatregelen getroffen, over welker juistheid toen en op de dag van vandaag de nodige twijfels bestaan. 

Venlo binnen de stadsmuren rond 1580. Helemaal rechts zijn de grote stadstoren en de Martinuskerk - thans basiliek zichtbaar (foto: collectie Albert Lamberts).

In Venlo was privatisering ook meerder malen aan de orde. Ik heb het op deze plek al eens gehad over bijvoorbeeld de Bank van Leening. Bij die bank konden mensen iets in onderpand geven om contant geld te lenen. Het stadsbestuur verpachtte enkele keren de bank aan particulieren, maar kwam even zoveel keer van een koude kermis thuis, ook al door frauderen door de voor eigen belang optredende bankiers/kassiers. Het geval Bank van Leening speelde in Venlo in de achttiende eeuw en kostte de stad uiteindelijk bijna 40.000 Hollandsche gulden.

Ruim voordien, namelijk in de veertiende eeuw, werden in Venlo reeds overheidsdiensten en overheidstaken geprivatiseerd. Daarover kunnen we vrij gedetailleerd lezen in de stadsrekeningen.

Vooral nadat Venlo in 1343 stadsrechten waren verleend door hertog Reinoud II had de stad geld nodig, veel geld. Immers aan de status van stad waren ook verplichtingen verbonden, zoals het bouwen van een stadsmuur en het aanleggen van voldoende andere verdedigingswerken. Onder die aanvullende verdedigingswerken vielen bijvoorbeeld vooruitgeschoven bastions , het opwerpen van aarden wallen en schansen. Dat kwam (bijna) allemaal voor rekening van de stad, die daarvoor behoorlijk wat leningen moest afsluiten. Het kostte jaren voordat deze leningen waren afgelost, want het was natuurlijk duidelijk, dat het stadsbestuur niet ongebreideld accijnzen en andere belastingen op bijvoorbeeld wijn kon verhogen om de schuld af te kunnen lossen. 

De hertog en de stedelijke overheden stuurden ontvangers op weg om de belastingen en accijnzen op te halen, maar vanaf halverwege de veertiende eeuw werden de inningen verpacht. Tijdens de royaal met wijn overgoten veilingen werd de pacht bij opbod verkocht. De alcohol droeg wellicht bij aan onverantwoord tegen mekaar opbieden. Duidelijk dat de pachters hun inleg en natuurlijk de nodige winst wilden incasseren. De stad voer er wel bij, want die wist zich vooraf verzekerd van een bepaald bedrag (de pachtprijs). Het stond de pachter vrij om voor een meeropbrengst te gaan, die hij in eigen zak kon steken. Met andere woorden: hij mocht meer vragen dan de stad wenste te ontvangen.

Het ligt voor de hand dat de betaler er bepaald niet beter van werd. Niets veranderd, toch? 

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

woensdag 18 oktober 2023

De Halte XXL van woensdag 18 oktober 2023 - Roberts Kruidentuin

- door Sef Derkx -

Het is maandag en rustig op Steyl. In de bus zat slechts een plukje reizigers. Het is een mooie wandeling van halte Heijskampstraat naar de botanische tuin Jochumhof. Negentig jaar geleden vormde pater Peter Jochum een achttiende-eeuwse tuin om in een hortus, een tuin ten dienste van het onderwijs. 

Vanuit de missieposten namen missionarissen zaden en stekjes mee naar Steyl. In de loop van de jaren verrees een verwarmde kas voor vooral cactussen en werden thematuinen aangelegd. We komen vandaag echter voor de Tiglientuin. Een collectie planten, heesters en bomen die als fossiel bekend zijn uit het Tiglien. 


Deze geologische periode ligt zo’n twee miljoen jaar terug. Het was de laatste warmteperiode vóór het tijdperk van ijstijden en tussenijstijden. Door de vele fossielen uit de Tegelse klei is kennis verworven over de natuur in het Tiglien. Interessant, juist in deze tijd van klimaatsverandering. Verwachtingsvol lopen we erheen. De planten en bomen zijn gegroepeerd rond een vijver, een nabootsing van een oude Maasarm. Echt onder de indruk zijn we helaas niet, dus besluiten we verder te gaan kijken.



Tegenover Missiehuis Sint-Michael liggen de kloostertuinen. Iedereen die Steyl bezoekt, moet er gaan wandelen. Bordjes leiden ons naar Robert’s Kruidentuin. De naamgever heeft de schaduw van een boom opgezocht. Zodra hij ons in het vizier heeft, veert Robert van Tilborgh op en begint enthousiast te vertellen. Met een groep vrijwilligers wordt sinds 2020 gewerkt aan een tuin met een grote variëteit aan eetbare bloemen en kruiden. Geplukt wordt er voor enkele toprestaurants. Ook leerlingen die gekozen hebben voor een opleiding in de horeca bezoeken de kruidentuin. 


We krijgen een spontane ‘proef-rondleiding’. Een wandeling langs de borders, waarbij blaadjes en bloemen worden geproefd. Met vaak heel verrassende smaken. Nooit geweten dat een enkel blaadje van een begoniabloem naar een zuurmatje smaakt. Ons favoriete kruid is salie. Een tip. Smelt voorzichtig een flink klont roomboter. Voeg als de boter bruist fijngesneden salieblaadjes toe, laat het even pruttelen en je hebt een heerlijke botersaus voor over de pasta. In Robert’s Kruidentuin staan verschillen soorten salie. We mogen de geurige blaadjes plukken om thuis mee te experimenteren. 


Maar de grootste ontdekking heeft de gastheer tot het laatst bewaard. Het onschuldige gele bloemetje van het abc-kruid zorgt voor een kleine explosie in de je mond. Je papillen sleuren je mee in een achtbaan van smaken. Een ware openbaring.     

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

donderdag 12 oktober 2023

De Halte XXL van woensdag 11 oktober 2023 - Het Tiglien in keramiek

 - door Sef Derkx/foto's op locatie van auteur-

'Een klein eerbetoon aan keramist Jac. Bongaerts. Nu te zien in De Tiendschuur in zijn woonplaats Tegelen met objecten uit het depot die zelden zijn geëxposeerd,' conservator Sacha Odenhoven van het keramisch museum bij kasteel de Holtmühle sprak er bevlogen over bij Omroep Venlo. Inspirerend bovendien. We namen dan ook de bus naar halte Plein 1817. Die is tegenover de Jac. Bongaertsstraat waaraan het voormalige woonhuis met atelier van de keramist ligt. Lang geleden waren we er op bezoek om hem te interviewen. Hij was een begenadigd spreker. Wat heet, Jac. Bongaerts was de Niagara onder de spraakwatervallen. Hij vertelde onder meer over de zoektocht naar vakgenoten in de bush in Vietnam. Goed idee dat in de straatnaam de herinnering aan hem wordt bewaard.

Jacques Bongaerts (foto website Heemkundige Kring Tegelen)

Oorspronkelijk was de Jac. Bongaertsstraat de Schoolstraat. Deze naam staat deels nog in witte blokletters op de gevel van het woonhuis. Een interessant object is de eerste steen. Gelegd op 21 januari 1965 door de kinderen Bongaerts. De klei voor de steen van roodbakkend aardwerk werd gedolven in de bouwput van het huis. Bijzonder, want het benadrukt de aandacht die de keramist heeft voor zijn lokale grondstof.



In het jaar van de steenlegging vervaardigde Bongaerts ook het meer dan levensgroot reliëf dat de gevel siert. Het is een tot de verbeelding sprekende voorstelling van een ambachtelijke pottenbakker. Met een voetgedreven schijf draait hij uit klei een kruik. De plastiek is geglazuurd in verschillende tinten en herinnert aan de keramische handnijverheid die onlosmakelijk met Tegelen verbonden is.

Aan weerszijden van de voordeur vinden we panelen met voorstellingen van dieren. Het is de fauna uit het Tiglien, een geologisch tijdvak van zo’n twee miljoen jaar geleden. Ooit liepen hier schildpadden, neushoorns, olifanten, zebra’s, oerossen, stekelvarkens, wolven en everzwijnen rond. Botten en fossielen kwamen naar boven bij het delven van klei in de Tegelse groeves. Bongaerts heeft de dierenwereld van het Tiglien vereeuwigd in panelen. Leuk ook om met peuters naar te gaan kijken.


De flora van het Tiglien zou terug te vinden zijn in Steyl in de welbekende Jochumhof. We lazen het op de website van de botanische tuin. Van Tegelen naar Steyl is op deze ware nazomerdag net te ver om te lopen. Maar geen nood. Waar we een half uurtje eerder zijn uitgestapt, stopt de volgende bus die ons naar het kloosterdorp brengt. De rit duurt slechts enkele minuten. Te voet en flink doorstappend zou het zeker een half uur hebben gekost.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl. 

woensdag 11 oktober 2023

Het iconische moment van ‘De Witte’

 - door Gerrit van der Vorst -

Tijdens de bijeenkomsten van Ald VVV is hij niet te missen. In de Gerrit Kramer anno 2023, vaak gehuld in levendige shirts, is de onverzettelijke publieksheld uit de jaren zeventig nog goed te herkennen. 

Gerrit Kramer reed in januari 2023 230 kilometer op en neer voor de jaarvergadering van Ald VVV (still uit uitzending van Omroep Venlo). Dat zou een aanmoediging mogen zijn voor dichterbij wonende leden!

Voor mij staat Gerrit Kramer symbool voor de terugkeer van VVV in de eredivisie, na veertien seizoenen waarin het voortbestaan van de club aan een zijden draad hing. Wie geloofde nog in VVV, na die 16e plaats in 1970 in de tweede divisie?

Het gebeurde op zondag 13 juni 1976, op de Wageningse Berg. VVV moest winnen om te promoveren. Met circa 10.000 VVV-supporters werd het een thuiswedstrijd. Gerrit Kramer speelde een geweldige wedstrijd en gaf – wat hem zo populair maakte – weer alles wat hij in huis had. Het stond 1-2 voor VVV, toen de Wageningse spits Jan Laurens en hij met de hoofden tegen elkaar knalden. 

Het zag er slecht uit voor Gerrit Kramer.

Uit duizenden VVV-kelen galmde een ‘Gerrit, Gerrit!’ over het veld. Uiteindelijk kon de opgelapte Kramer het onvergetelijke promotiefeest toch nog enigszins meebeleven. 

Natuurlijk kwam dat iconische moment ook voor in het stripverhaal ‘Van Gijs tot Keisuke’.

De geboren en getogen Enkhuizenaar (1945) voetbalde tot zijn 24e bij Westfrisia (inmiddels opgegaan in SV Enkhuizen), toen de eerstedivisieclub Blauw-Wit de laatbloeier in 1969 kocht. Van die verbintenis zouden beide partijen geen spijt krijgen. Aan Gerrit Kramer kregen de Amsterdammers een snelle, schotvaardige spits, die al gauw ‘de blonde pijl’ werd gedoopt. En op hun beurt troffen Gerrit en Annie Kramer een gezellige, sociale club, waar het ‘moeilijk wegkomen was als de jukebox aanstond’.

Doorzetter Gerrit Kramer scoorde de eerste goal tijdens Blauw-Wit-HVC (1-1), te midden van een overmacht aan HVC’ers.

Bij Blauw Wit speelde Gerrit Kramer met aparte voetballers, maar de meest bijzondere was toch wel Frank Kramer die van RK AVIC kwam. Geen familie, al schreef een verslaggever van het Algemeen Dagblad medio augustus 1971 dat Gerrit Kramer de wedstrijd SC Cambuur-Blauw Wit besliste met een doelpunt uit een voorzet van zijn ‘broer Frits’.

De teloorgang van een prachtige club. Blauw-Wit-Cambuur (1-0) werd op 16 januari 1972 gespeeld voor amper 1.000 betalende toeschouwers. Links Gerrit Kramer.

Al in 1970 waren er transfergeruchten rond Gerrit Kramer. HVC en Vitesse zouden grote interesse hebben. Maar als er bij Blauw Wit niet zo de klad in was gekomen, was Gerrit Kramer daar gebleven. 

Gerrit Kramer beslist op 5 maart 1972 kort voor het einde de wedstrijd Blauw-Wit-DFC (1-0) in een van zijn laatste wedstrijden voor de Amsterdammers.

Op het laatst voetbalde de club nog maar voor 300-400 betalende toeschouwers. Een fusie was onontkoombaar en samen met DWS ging men verder als FC Amsterdam. Gerrit Kramer kwam op de transferlijst, maar kreeg wel een contractaanbieding. De nieuwe VVV-trainer Rob Baan trof Kramer als timmerman op een bouwterrein in Purmerend en vroeg hem om mee te gaan naar VVV. Kramer hapte toe, maar moest toen wel heen en weer naar Venlo scheuren, omdat de transferdeadline die avond afliep. 

Trainer Rob Baan zou succesvolle jaren beleven bij VVV (foto Wikipedia).

Na de komst van Baan klom VVV langzaam uit een dal. Dat wil zeggen, eind november 1972 stond de club nog op de laatste plaats. Maar daarna ging het steeds beter. Baan versterkte de verdediging en schoolde Kramer om tot vleugelverdediger. Al dook hij nog regelmatig op in de spits. Bijvoorbeeld op 15 augustus 1973 in de wedstrijd VVV-Heerenveen. Het Limburgs dagblad kopte met grote letters: ‘Gerrit Kramer grondlegger doelpunten’. De verslaggever van de Leeuwarder courant daarentegen was allesbehalve te spreken over Gerrit Kramer. 

De kop boven het wedstrijdverslag in de Leeuwarder courant (www.delpher.nl).

De Friese verslaggever vond Kramer ‘geen voetballer, maar een onmogelijke spits die met zijn trekken, duwen en schoppen de spreekwoordelijke wreedheid van de (beruchte, GV) Joop van Maurik bijna evenaarde’. 

Joop van Maurik maakte deel uit van een legendarische lichting van Utrechtse voetballers die bekend stonden om hun forse spel (foto Wikipedia).

Dat was overdreven, want Gerrit Kramer schopte niemand uit de wedstrijd en scoorde slechts incidenteel een gele kaart (ingevoerd in het seizoen 1972/1973). Daarentegen zou hij zelf fikse blessures oplopen: in 1974 een neusbeenbreuk, in 1975 een meniscus-blessure, in 1976 een hoofdwond en scheurtjes in het neusbot en in 1977 opnieuw een neusbeenblessure. 

Gerrit Kramer in volle actie tijdens VVV-PEC Zwolle (2-1). Hij scoorde op 18 maart 1973 het eerste doelpunt van de wedstrijd (foto Le Giesen).

Bijzonder aan Kramers semiprofcarrière was dat hij die altijd moest combineren met een 36-urige werkweek in de bouw. Als hij met een maat bij Bruns & Bonke (Blerick?) een vrachtwagen met spaanplaten had gelost, moest hij daarna nog trainen. Hij vond het daarom prima dat hij verlost werd van het slopende spitswerk. Van ‘de blonde pijl’ in Amsterdam was hij in Venlo ‘de witte’ geworden. Als niets ontziende linksback werd ‘de witte’ zeer gewaardeerd door het altijd kritische VVV-publiek en een belangrijke steunpilaar voor het elftal. Een enkele keer was er nog sprake van doelpunten uit afstandsschoten van Gerrit Kramer. En in de vriendschappelijke wedstrijd VVV-Roda JC (5-1) op 25 juli 1973 scoorde hij na een machtige rush een schitterende 5e VVV-goal. 

Gerrit Kramer tijdens VVV-Roda JC tegen het decor van De Koel in de beginfase (foto Le Giesen).

Met de komst van spelers als Gerrit van Tilburg, Mikan Jovanovic, Lorentz Hilkes, Stefan Kurcinac en vooral niet te vergeten Ger ‘Rossie’ van Rosmalen kwam de eredivisie in zicht. 

Ger van Rosmalen draagt met recht de eretitel Mister VVV for ever. Tot op heden is Ger intensief betrokken bij VVV.

En de in Venlo zo vurig beleefde promotie werd behaald in die legendarische wedstrijd op de Wageningse Berg, waarin Gerrit Kramer als harde en bekwame mandekker met doodsverachting veel hachelijke momenten voor het VVV-doel klaarde. Tot dat iconische moment, 5 minuten voor het einde, toen zijn neus het weer eens moest ontgelden.

In die ‘voetbaldroomzomer’ (naar het boek van Maurice Ambaum) speelden Gerrit Kramer en zijn maten ook nog tegen het grote FC Barcelona met Neeskens en een door het VVV-publiek vaak uitgefloten Cruyff (1-2). 

De belangstelling voor de wedstrijd tegen Barcelona trok veel toeschouwers naar De Koel.

Het eerste seizoen 1976/1977 in de eredivisie werd het laatste voor Gerrit Kramer. Net als zijn teammaten Jan Verbong en Huub Vercoulen had hij misschien nog naar Helmond Sport gekund, maar hij besloot te stoppen. Gerrit en Annie Kramer gingen weer terug naar Enkhuizen. 

Af en toe komt Gerrit Kramer nog in het nieuws in Noord-Holland, omdat onbekenden bij herhaling zonder toestemming in zijn boot slapen.

Op 5 augustus 2023 waren Gerrit Kramer en zijn Annie natuurlijk aanwezig bij de bijeenkomst van Ald VVV tijdens de Herman Teeuwen Memorial. De echtelieden bewaren goede herinneringen aan hun tijd in Blerick, waar ze naast zanger Willy Caron woonden, en komen nog graag eens deze kant op: ‘Even over de markt en zo’. Levensgenieters. Bij Ald VVV zijn ze meer dan welkom. Ze herinneren op zulke momenten ook aan een onvergetelijke wedstrijd en dat iconische moment.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.

dinsdag 10 oktober 2023

1944 - vrijdag 13 oktober - 2023

 - Sef Derkx/beeldmateriaal collectie Gemeentearchief Venlo - 

Vrijdagen de dertiende hebben een slechte reputatie. Veel mensen geloven dat het een ongeluksdag is. Op vrijdag 13 oktober 1944 werd Venlo getroffen door een van de grootste rampen uit de geschiedenis. Even na negen uur die morgen steeg vanaf een vliegveld in Noord-Frankrijk een formatie bommenwerpers en jachtvliegtuigen op. Het doel van de aanval waren de Maasbruggen bij Venlo en Blerick, een belangrijke verbindingsschakel voor de Duitsers die een verbeten strijd voerden in de Peel. Twee uur later bereikte het eskader zijn bestemming.

In de stad had niemand notie van de ernst van de situatie. Men was vertrouwd geraakt met het geronk van vliegtuigen en het geratel van het Duits afweergeschut, maar de toestellen hadden altijd gekoerst richting Duitse steden of kwamen ervandaan. Er was op deze grijze herfstdag nog een bijkomstigheid. De bewolking belemmerde het zicht op wat er zich aan de hemel boven Venlo afspeelde. Geheel onverwacht lieten de bommenwerpers hun dodelijk last boven de stad los. Het was één minuut over elf. Vrijdag aanstaande is het weer de dertiende en staan we stil bij de catastrofe voor Venlo.


De bommen troffen de Venlose binnenstad vol. De Parade, Nassaustraat, Picardie, Van Cleefstraat en Hamburgersingel (nu Deken van Oppensingel) waren gehuld in grauwe stofwolken. In enkele seconden werden talloze huizen, winkels en kantoren verwoest, veranderde het Rembrandttheater in een vuurzee en werd het statige Arsenaalgebouw met de grond gelijk gemaakt. Een grijze nevel van dreiging en dood hing boven de stad. 




De hulpdiensten kwamen meteen in actie en spoedden zich naar de getroffen wijk, vanwaar mensen bestoven onder stof en gruis wankelend wegvluchtten. Al meteen tekenden zich de contouren af van de ramp die Venlo getroffen had op deze vrijdag de dertiende. De volle omvang was pas dagen erna duidelijk toen alle gewonden en dodelijke slachtoffers waren geborgen. De eindbalans van het eerste, van in totaal dertien bombardementen op de Maasbruggen, was verschrikkelijk: 59 doden en vele tientallen gewonden. Venlo verkeerde in een shock.      









Dinsdag 17 oktober 1944, de dag van de begrafenissen, was een dag van collectieve rouw. Vanwege de voortdurende dreiging van luchtaanvallen was het alleen aan naaste familieleden toegestaan om de plechtigheden bij te wonen. In de morgen werden de doodskisten overgebracht van het ziekenhuis naar de begraafplaats aan de Tegelseweg, waar ze werden geplaatst boven een gemeenschappelijk graf. Eén overledene - de naam was niet bekend gemaakt - werd met een koets naar de Sint-Martinuskerk gebracht, waar een requiemmis plaatsvond voor alle dodelijke slachtoffers. Na afloop ervan vormde zich geen officiële stoet, maar gingen de rouwenden vanwege het gevaar in kleine groepen richting begraafplaats. Voorafgegaan door een deputatie van de Technische Noodhulp die namens de stad een krans droeg, trok de lijkkoets door de Venlose straten. Velen langs de route kwamen door verdriet overmand uit hun huis om een laatste groet te brengen. Tijdens deze aangrijpende tocht daverde continu het afweergeschut over de stad.

In de Nieuwe Venlosche Courant, die twee dagen later verscheen, staat een emotioneel verslag dat eindigt met: ‘Een siddering van leed is door onze Venlosche gemeenschap gevaren, ontroering heeft ons allen doorschokt. De wonde, die dezen zwarten vrijdagmorgen aan onze stad heeft toegebracht, zal moeilijk heelen en zij zal vooral blijven naschrijnen in het leed van hen, die om omgekomen verwanten treuren.’ 

Hugo de Vries (17 jaar) woonde aan de Nassaustraat 17. Hij was gymnasiumstudent aan het Thomascollege en lid van de padvinders. Hugo zou vanuit het dakraam hebben gekeken naar de overkomende vliegtuigen, toen op deze vrijdag de dertiende oktober 1944 een bom hun huis trof. Hij wordt als vermist vermeld. Zijn lichaam is nooit geborgen. De overlijdensaangifte is gedaan op 28 mei 1945 door zijn vader, die verklaarde ‘uit eigen wetenschap daarvan kennis te dragen’. Onderstaand stadsgedicht is aan hem opgedragen. Voor Hugo.


Vrijdag de dertiende

 

De hel viel door de

gesluierde herfsthemel

boven een argeloze stad

duurde nog geen

halve minuut

 

Zoevende bommen

Tweehonderd en twaalf

 

Venlo

dreunde

brandde

rookte

 

Huilde

schreeuwde

van pijn en

ontzetting

 

De grauwe nevel

trok na uren op

de geur van dood

van vermorzelde huizen

bleef dagen hangen

 

Hugo de Vries

zeventien jaar

stond bij het zolderraam

keek naar boven

zag de luiken opengaan

van de bommenwerpers

 

Zag de hel die door

de gesluierde

herfsthemel viel

 

Unne Venlose jóng

verkenner

verliefd misschien

 

Wie ging in het

zicht van de dood

naast hem liggen 

lachte hem toe

strekte een arm uit

 

Hugo is nooit

geborgen voor eeuwig

uitgewist

 

De herinnering aan hem

aan vrijdag de dertiende

volhardt

 

Volhardt tussen de rozen

op vier mei

 

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl. 

 

 

 

 

 

 

 

vrijdag 6 oktober 2023

Van nul tot nu van woensdag 4 oktober 2023 - De Zonnekoning sloeg Venlo over

- door Albert Lamberts -

Koning Willem Alexander was in juni in Venlo. In het Limburgs Museum opende de koning een tentoonstelling, die in zijn geheel is gewijd aan de strijd van een van zijn voorvaderen, koning-stadhouder Willem III, tegen een historische grootheid, Lodewijk XIV, oftewel de Zonnekoning, van Frankrijk. Tijd van handelen? Van 1672 tot 1679. In laatstgenoemd jaar werd de confrontatie beëindigd met de Vrede van Nijmegen. 

Huub Stapel en Pierre Schreurs z.g. tonen het vermeende hoefijzer van een van de paarden van Napoleon. Het echtpaar Eefje en Louis Klaassen van De Klep kijkt toe (foto Albert Lamberts)

Maastricht was voor Lodewijk XIV min of meer een prestige-object, want de vesting stond als vrijwel onneembaar bekend. De roem was de werkelijkheid voorbij gesneld, want Lodewijk en zijn fortmeester Vauban hadden relatief weinig tijd nodig om Maastricht tot overgave te dwingen. In de Spiegelzaal in Versailles – het enorme paleis van Lodewijk – werd de Franse overwinning snel in beeld gebracht en nu nog kunnen de Fransen en andere bezoekers in de Spiegelzaal kennis nemen van de grote Franse zege.

De vesting Venlo, in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) toch zo gewild door de Staatse troepen van de Oranjes en door hun tegenstander, het Habsburgse Huis, ontsprong tijdens de Franse overval vrijwel geheel de dans. Noch de geschiedschrijver Keuller, noch Uyttenbroeck zo’n 65 jaar later, repten van Franse acties in of direct rond Venlo in die bewuste jaren. Weliswaar vermeldt Keuller dat de provincies Gelderland, Utrecht en Overijssel  door de Fransen werden overheerd, maar over krijgsgewoel in of bij Venlo geen letter. Uyttenbroeck volstaat met drie regels: Lodewijk XIV, die gemeend had de Noordelijke Nederlanden te veroveren, was hierin niet geslaagd en keerde in 1672  naar Frankrijk terug.

Dat was ongeveer 120 jaar later allemaal wel even anders. De grote Napoleon Bonaparte liet zijn Grande Armée wel dat kleine stadje aan de Maas innemen om er toch twee decennia te blijven. In 1794 gaven de vestingen ’s Hertogenbosch, Maastricht, Venlo en Nijmegen zich over aan de Franse legers onder aanvoering van Pichegru. Die liet zijn manschappen in de volgende winter over de dichtgevroren rivieren naar het noorden oprukken. In 1804 kwam Napoleon, inmiddels door zichzelf gekroond tot keizer (voorheen een pauselijk recht, maar die mocht in de Notre Dame  werkeloos toezien) in Venlo op visite. De kleine keizer werd met alle egards ontvangen en rondgeleid langs en over de vestingwerken. Hij liet zich zelfs met een bootje over de Maas zetten om het fort Sint Michiel te inspecteren en terug op de oostelijke Maasoever bezocht hij ook nog Fort Ginkel en Fort Beerendonck. Boven de poort aan de Parade, die toegang geeft tot een deel van de stadsmuur in de voormalige tuin der paters dominicanen is de komst van de keizer afgebeeld. 

Een andere nalatenschap van de keizer zou een hoefijzer van een van zijn paarden zijn, dat is ingemetseld in de muur van Café De Klep aan het Keizerstraatje. De Tegelse acteur Huub Stapel heeft het ijzer, dat bewaard was door de familie Schreurs in Venlo, in maart 2012 ingemetseld. Hij was toch in Venlo, waar hij in Theater De Maaspoort op magistrale wijze de rol van de naar St. Helena verbannen keizer Napoleon speelde.

Tot 1814 verbleven de Fransen in Venlo en terugtrekkende Franse ‘logeerden’ ook nog in de stad. In totaal verbleven ruim 1100 man in Venlo, die stilaan werden omsingeld door Russische kozakken en Pruisische soldaten. De opgesloten Fransen moesten teneinde in hun levensonderhoud te voorzien vaker uitbreken om op rooftocht te gaan.

Een niet bij name genoemde inwoner van Tegelen hield op schrift data en bestemming van de confrontaties en van de uitvallen bij:

1814. Den 16den Januarij zijn alhier te Venlo voor de Geldersche poort de patrouille van Russische kosakken gekomen en hebben de Fransen begroet met ettelijke geweerschoten.

Dito den 20sten is een patrouille hier over Tegelen tegens de Roermonsche poorte gekomen en hebben de Fransen begroet als boven, waarop de Fransen twee kanonschoten gedaan hebben.

Den 23sten  hebben de Fransen eenen uitval gedaan met 230 man voetvolk naar Kaldenkerken en hebben daar medegenomen 8 koeijen en 2 peerden, en de kosakken hebben haar vervolgd tot bij Venlo, en is niemand gebleven als vijf man van de Fransen geblesseerd en van de kosakken een peerdt dood en twee geblasseerd.

Zo gaat de verslaglegging van deze uitvallen, die ook gepaard gingen met dodelijke slachtoffers, nog even door.

(Overigens: de expositie in het Limburgs Museum, tot en met 7 januari 2024, is alleszins een bezoek waard.)

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

De Halte XXL van 4 oktober 2023 - De straatnaambordjes van de Puteanusstraat en Goltziusstraat hangen al 140 jaar op de verkeerde plek

 - door Sef Derkx -

Een advies. Reis je vanuit Arcen met lijn 83 naar Venlo, zoek dan een zitplaats met vrij zicht op de Barbarakapel en lindeboom bij Lomm. Mooier wordt het niet onderweg. In Venlo stappen we uit aan de Goltziusstraat. In 1883 moest de gemeenteraad een voorstel bevestigen tot naamgeving van nieuwe straten. Een hamerstuk. De Goltziusstraat zou lopen van de Maaskade tot aan de Parkstraat. De Puteanusstraat ‘van den Hamburger-Singel tot den Parkstraat’. Hamburger-Singel is heden ten dage de Deken van Opensingel. De raad stemde in met het voorstel. Wat gebeurde? De ambtenaar belast met het aanbrengen van de bordjes verwisselde deze. Een maandagochtend wellicht? Puteanusstraat werd Goltziusstraat en omgekeerd. Hilariteit alom en de toezegging van de burgemeester dat het zou worden hersteld. We zijn inmiddels 140 jaar verder. 

Venloosch Weekblad 17 februari 1883

We worden verwacht in het Goltzius Gebouw, kortweg ‘Het Goltzius’ genoemd. Ten nadele van Erycius Puteanus dus. Nu we toch met namen stoeien. In het gemeentelijk monument is Co. de Cultuurontwikkelaar gevestigd, tot voor kort Kunstencentrum Venlo geheten.

Stadsbouwmeester en architect Johan Kayser (met dank aan Adri Gorissen)

Het pand is een schepping van architect Johan Kayser. In 1881 leverde hij het ontwerp in voor een school voor lager onderwijs met een onderwijzerswoning. Twee jaar later ging de school open. Kayser was in 1873 benoemd tot stadsbouwmeester. Zijn voornaamste opdracht was de regie te houden over de stadsuitbreidingen, die volgden op de sloop van de vestingwerken. Hij was ook betrokken bij de ingrijpende restauratie van het stadhuis tussen 1879 en 1885. Een waar hoofdpijndossier.

Bouwtekening, 1881 (collectie Gemeentearchief Venlo)

Terug naar ‘Het Goltzius’. Oorspronkelijk was het een school voor openbaar lager onderwijs met als hoofdonderwijzer August Mostart. Vandaar de dialectnaam Mostartschoeël. Regelmatig lezen we verontrustende berichten over de grootte van klassen in het basisonderwijs. Sla je echter de Venloosche Courant van 17 mei 1902 digitaal open via Delpher, lees je dat in de school van Mostart een onderwijzeres een klas heeft, waarin liefst 84 kinderen zitten: ‘waar hoogstens 54 kinderen kunnen en mogen zitten!’  

Venloosche Courant, 17 mei 1902

Rij wachtenden voor distributiebonnen, ten tijde van de Tweede Wereldoorlog (collectie Gemeentearchief Venlo)  

Een sprong in de tijd. In 1950 komt de MTS in het gebouw, de Middelbare Technische School. Acht jaar later verdwijnen die afkorting en naam en wordt het HTS, Hogere Technische School. Aan het onderwijs zelf verandert weinig tot niets. Afgestudeerden mogen zich voortaan ingenieur noemen. Vier jaar nadat de HTS is verhuisd naar nieuwbouw aan de Laaghuissingel, komt in de school het Goltziusmuseum. De voorloper van het Limburgs Museum.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.