donderdag 28 april 2022

De Halte XXL van woensdag 27 april 2022 - Eenzaamste bushalte

 - door Sef Derkx -

Belofte maakt schuld. Afgelopen oktober waren we te gast bij André Wiehager. De kunstenaar ontving ons in zijn atelier in een voormalig klooster in Steyl. Het was er adembenemend mooi. 



We praatten honderduit. Ook over zijn tentoonstelling in het Museum van Bommel van Dam. Hij leefde er echt naar toe. Letterlijk, want Wiehager is terminaal ziek. Of hij de opening nog mee mocht maken? Hij was vol goede moed. Zijn wens is in vervulling gegaan. Hij was er eerder deze maand inderdaad bij. We beloofden tijdens ons atelierbezoek om naar de expositie te gaan om erover te schrijven. Dat doen we vandaag. Erna nemen we de bus van Arriva naar een bijzondere halte.




Maar eerst de expositie, die de titel draagt See you in heaven. Het museum heeft met de tentoonstelling de sfeer van het atelier van Wiehager binnengehaald. Zijn afgetrapte schoenen met verfspetters staan bij de ingang. Uit Steyl is ook de opgezette kraai meegenomen, die als het ware neergestreken was in zijn werkruimte. André Wiehager is een toegankelijke schilder, die inspiratie vindt in onder meer reclames, logo’s en het alfabet. Maar ook in de spiritualiteit van de rastafari van Jamaïca. In de tentoonstelling wordt een documentaire over het bewogen leven van de kunstenaar vertoond. Die is van filmmaker Jedrek Nadobnik. Naasten en collega’s vertellen over Wiehager. Indringend en liefdevol. De kunstwerken krijgen hiermee nog meer betekenis.




Flarden van deze verhalen echoën na als we in de bus zitten van Venlo naar Nijmegen. We gaan met lijn 83 naar een bushalte, die we al lang zoeken. Het zit zo. In de gemeente Venlo zijn tientallen plekken waar stads- en streekbussen stoppen. Van welke wordt het minst gebruik gemaakt? Anders gezegd: wat is de eenzaamste bushalte? Het antwoord op die vraag zou niet moeilijk moeten zijn, leek ons. Leek.

Eind 2019 namen we hierover contact op met Arriva. Josje reageerde. Ze wist het  niet, maar speelde de vraag door aan een collega. Vervolgens bogen Petra, Sietse en Lina zich erover. Inderdaad, alleen maar voornamen. We waren inmiddels bijna twee jaar verder. We vroegen het vervolgens aan de buschauffeurs, met wie we wekelijks op pad zijn. Niemand had het antwoord. De eenzaamste bushalte in de gemeente, wordt dus ook nog door iedereen over het hoofd gezien. Hoe triest kan het lot van een busstop zijn? Ineens viel ons iets in. We gingen onderweg letten op de halte, waar het meeste gras groeit. Die plek menen we ontdekt te hebben en daarheen zijn we onderweg.


Stills uit de documentaire met dank aan Jedrek Nadobnik. 
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

 

 

 


woensdag 20 april 2022

De Halte XXL van woensdag 20 april 2022 - Nedinsco (2)

 - door Sef Derkx - 

We begonnen op deze lentedag in het Missiemuseum, namen de bus terug en waren te gast bij de Chocoladefabriek van de broers Zeevenhoven. Vervolgens maakten we een rondje om Nedinsco. Vraag. Wat is de overeenkomst tussen het kloosterdorp Steyl en de Nedinsco? Het zijn in origine beide Duitse enclaves in Nederland.


Op 11 november 1918 werd een wapenstilstand getekend tussen de Geallieerden en het Duitse Rijk. Duitsland had de Eerste Wereldoorlog verloren. Op dezelfde elfde van de elfde om kwart over twaalf ’s middags stond op het station van Venlo korte tijd de trein stil met aan boord de gevluchte Duitse keizer. Het Verdrag van Versailles uit 1919 had tot doel de Duitse militaire macht voorgoed te breken. De Duitse wapenindustrie kreeg zware beperkingen opgelegd. Voor Carl Zeiss in Jena, fabrikant van hoogwaardige optische apparatuur, dreigde een faillissement. Het bedrijf vond een ontsnappingsroute en die leidde begin jaren twintig naar een leegstaand fabriekspand aan de Molensingel in Venlo. 

Hier werd Nedinsco opgericht. Op papier een Nederlands bedrijf, in de praktijk aangestuurd vanuit Duitsland. Onder vleugels van het moederbedrijf groeide Nedinsco in korte tijd uit tot een firma met een grote reputatie. Het bedrijf leverde over de hele wereld, met name aan het Nederlandse én Duitse leger. In 1930 werd een nieuwe wolkenkrabber van 36 meter van beton, glas en staal in gebruik genomen. In en op de toren werden periscopen en afstandmeters getest.

Deze weken lees ik de fascinerende studie Over de grens van Jan Brauer. Waarmee meteen de reden is genoemd om rond Nedinsco te wandelen. Wat gebeurde er in de Nederlands-Duitse grensregio’s in de periode 1930-1940, is de centrale vraag. Brauer gaat uitgebreid in op de rol van Nedinsco in de radicalisering van de Duitse gemeenschap in Venlo destijds. De directie van het bedrijf organiseerde thema-avonden over de successen van het Derde Rijk. De Duitse kolonie en NSB’ers werden ervoor uitgenodigd. Op die wijze verrichtte Nedinsco intensief ideologisch vormingswerk binnen de lokale Duitse gemeenschap, concludeert Jan Brauer.


Kort na de inval van de Duitsers in 1940 werkten bij Nedinsco zeshonderd mensen. In 1944 werd het bedrijf ontruimd en ging de kostbare inventaris op transport naar Jena. Na de bevrijding werd het zwaar gehavende bedrijf geconfisqueerd door de Nederlandse staat. Ondernemer G. Beusker nam het uiteindelijk over. De naam werd gehandhaafd. In 2007 verhuisde Nedinsco naar Venlo Trade Port.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.      

zondag 17 april 2022

Kielpe

We hadden het laatst, bij de officiële heropening van de Keulse Poort, over zwemmen. Kielpe zeggen we in het dialect, een woord waarvan de herkomst duister is. Zwemmen is nu een volkssport en hoort bij de opvoeding in waterrijk Nederland.

- door Sef Derkx -

In het begin van de vorige eeuw was dat niet zo. Velen waren de zwemkunst niet machtig en dat gold zeker voor meisjes en vrouwen, voor wie het volgens de destijds heersende mores niet hoorde dat ze in een badpak te water gingen. Pootjebaden met een tot boven de enkels hooggehouden jurk was al gewaagd. Een interessant verhaal over zwemmen vinden we in het boekje Venlo en de Venlonaren voor een halve eeuw, geschreven door journalist August Faldera en uitgegeven in 1928.

Hij beschrijft de situatie in de jaren zestig en zeventig van de negentiende eeuw, toen Venlo nog een vestingstadje was. Gezwommen werd er op warme zomerdagen in de Maas, maar ook in de stadsgrachten die flanken werden genoemd. Een van de grachten – Faldera heeft het over de zevende flank bij de Keulse Poort – was berucht vanwege de lage temperatuur die veel zwemmers fataal werd. In ieder zomerseizoen waren er slachtoffers en in Venlo werd Sint-Jan (23 juni) vruuëg ziene man een macabere uitdrukking.

We laten Faldera aan het woord: En was het ongeluk geschied dan snelden mannen in schuitjes aan en het dreggen begon. Altijd in tegenwoordigheid van honderden jongens, mannen en ook vrouwen. En als men het lijk gevonden had, klonk het uit des visschers mond ‘Wij hebben beet’ en als dan den doode uit het water opdook, hoorde men het pijnlijke en hartelooze woord ‘vischgeld’. Het schijnt dat indertijd een premie gesteld was op het dreggen van lijken en dat daarvandaan het onsympathieke gezegde kwam.” Tot zover August Faldera in zijn lezenswaardige boekje waarvan in 1981 een herdruk verscheen.

Zwembad in de Maas 1932

Het wild zwemmen bleef lang populair, ook al was er vanaf 1911 in het zomerseizoen een drijvende bad- en zweminrichting die door de gemeente werd geëxploiteerd. Ze lag in de Maas ter hoogte van de Zuidsingel. Het bassin stond in open verbinding met de Maas en was omzoomd door een plankier met kleedhokjes. Groot was het Venlose bad niet: 30 meter lang en 12 meter breed, verdeeld in een diep en ondiep. Op warme dagen was het dringen geblazen. Als het te druk was, werd de zwemtijd beperkt tot een half uur. Was je tijd verstreken, dan moest je plaats maken voor een nieuwe zwemmer. Wie voor het eerst van het bad gebruik wilde maken, moest een proeve van bekwaamheid afleggen bij de badmeester.

In de ochtenduren werden er zwemlessen gegeven. Op 11 augustus 1926 staat er een kort bericht in dagblad Het Vaderland over de badinrichting van Venlo. Ze is aanzienlijk vergroot en voldoet aan alle hygiënische eisen. Uit het artikeltje blijkt dat het water wordt verwarmd door stoom uit de Electrische Centrale. In 1930 kwam er ter hoogte van de latere houthaven van Van Gasselt een nieuw drijvend bad. Het is in dit bad dat Jet Kortooms-Stikkelbroeck (1923) vaker kwam. Een jaar of tien geleden interviewde ik er haar over: “Ik had zwemmen geleerd van een ongetrouwde tante, een vooruitstrevende vrouw. Zwemmen was begin jaren dertig best nog bijzonder voor meisjes. We kwamen vaak in het bad in de Maas. Veel stelde dat niet voor hoor, maar er was niets anders. Je had er een badmeester, ik dacht dat hij Geeraedts heette, die toezicht hield. We zijn ook op de fiets naar Fischerheim gereden om daar te zwemmen. Fietsen heb ik ook van die tante geleerd.”

Er waren vaak klachten over de badinrichting in de Maas. Het water was modderig en het riool van Venlo-zuid kwam niet ver van het bassin uit in de Maas. Met de kwaliteit van de badinrichting werd de spot gedreven in de Venlose revue van 1932: “Kans dich mich zegge wie ’t kump det in het bad haos neemand zwump, det wae ens in ’t zwumbad waas, direk tebak haet van de Maas?” (wordt vervolgd)

Reageren? Mail Sef Derkx: floddergats@xs4all.nl 


woensdag 13 april 2022

De Halte XXL van woensdag 13 april 2022 - Nedinsco

 - door Sef Derkx -

We waren op bezoek in de gerestaureerde Chocolade- & IJsfabriek van de broers Wim en Emiel Zeevenhoven aan de Molensingel. Het is een pand met een lange, interessante geschiedenis. Het was van origine een chocoladefabriek en is dat na ruim een eeuw weer. In de tussentijd gebeurde er veel. Het Duitse bedrijf Carl Zeiss Jena kocht het in 1920 uit een faillissement. Daarmee slaan we een interessant hoofdstuk open. Na de Eerste Wereldoorlog werd Duitsland gedwongen tot afbouw van de wapenindustrie.

Nedinsco, jaren '20 (collectie Sef Derkx)

Carl Zeiss Jena leverde optische instrumenten en richt- en meetapparatuur. Door de beperkingen kwam het bedrijf in een crisis. Via mantelorganisaties lukte het voet aan grond te krijgen in het buitenland. Hun Nederlandse agent kocht de stilgelegde chocoladefabriek aan de Molensingel. Grensstad Venlo had uitstekende spoorverbindingen met Duitsland. Veel inwoners waren de Duitse taal machtig en er was een grote Duitse kolonie. Het bedrijf kreeg de naam Nedinsco, een afkorting van Nederlandse Instrumenten Compagnie. In 1921 ging de productie in Venlo van start. In de eerste jaren werd angstvallig gewaakt over de achtergrond van het bedrijf. Men was beducht dat de mantelconstructie bekend zou worden.

Prentbriefkaart, jaren '30 (particuliere collectie) 

Kort na de start werd aan de voormalige chocoladefabriek een nieuwe vleugel gebouwd met een kleine toren. De groei van Nedinsco zette door, het lijkt erop dat de betonmolens nooit stilstonden aan de Molensingel.  De firma produceerde onder meer periscopen voor onderzeeboten. Om deze te testen verrees in 1930 een zesendertig meter hoge toren bij het hoofdgebouw. Het iconisch gebouw in Bauhaus-stijl was ontworpen door de architecten Hans Schlag en Johannes Schreiter. De toren diende ook voor de ijking van de grote afstandmeters. Dit gebeurde door ze af te stellen op de vele kerktorens in de omgeving. In de jaren dertig groeide Nedinsco uit tot een modern geoutilleerd bedrijf van wereldfaam, vanwaar een sterke impuls uitging op de regionale economie. 

Nedinsco, jaren '20 (particuliere collectie)

We wandelen op deze prachtige voorjaarsdag om de Nedinscotoren heen. Het industriële rijksmonument stond jaren leeg. Sloop dreigde, burgerverzet ertegen werd breed gedragen. Uiteindelijk bleven de toren en de machinehal gespaard voor sloop. Restauratie en herbestemming van het markante complex volgden. Nedinsco heeft andermaal onze interesse door het proefschrift van Jan Brauer uit Belfeld. 

Vorige maand verscheen zijn boek Over de grens, een studie naar de dynamiek in het Nederlands-Duitse grensgebied tussen 1930 en 1940. Volgende week meer.





 Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

maandag 11 april 2022

Lambertuskerk in Blerick nu prachtig medisch centrum

- door Albert Lamberts - 

Nee, de heilige Lambertus heeft met de medische wereld niets van doen; hij was bisschop, die in de zevende en achtste eeuw in wat thans Belgisch en Nederlands Limburg is het christendom verkondigde, maar toch draagt het medisch centrum in Blerick zijn naam: Medisch Centrum Lambertus.  Heel simpel: dit medisch centrum is gevestigd in de voormalige Lambertuskerk in Blerick.

Het aantal parochianen van de Antoniusparochie steeg zodanig, dat het bisdom in 1933 besloot het rectoraat te verheffen tot Lambertsuparochie, vernoemd naar de heilige en naar de middeleeuwse kerk in Blerick, die ook al die naam droeg, maar die was gesloopt. De door architect Grubben gebouwde nieuwe kerk werd in 1934 in gebruik genomen. Tien jaar later leek een voltreffer het einde van de kerk, maar op de bouwresten werd de Lambertuskerk herbouwd en met Kerstmis 1950 weer in gebruik genomen. In 2012 werd de kerk, die niet meer exploitabel was, aan de eredienst onttrokken. Einde verhaal? Nee.


Het kerkgebouw ging een heel nieuw leven tegemoet al had dat nog wel wat voeten in de aarde. Een aantal huisartsen in Blerick, sinds 2007 samenwerkend in een maatschap, toonde belangstelling om in de kerk hun praktijken te huisvesten en toen apotheker Sef Prickartz het gebouw van het bisdom kocht en te huur aanbood, werd spoedig het besluit genomen om er een medisch centrum te vestigen. Een van de initiatiefnemers was dokter Frans Jacobs en hij herinnert zich de aanloopmoeilijkheden nog goed. “De plaatselijke Welstandscommissie, maar ook het bisdom hadden nogal wat wensen. De commissie wilde bijvoorbeeld geen wijziging aan de raampartijen, maar door toeval is er toch de gewenste aanpassing gekomen, waardoor meer licht de benedenverdieping binnenstroomt. Van het bisdom moesten we alles wat met de oorspronkelijke kerkelijke bestemming te maken had verwijderen. Doopvont moest weg, banken er uit – worden elders hergebruikt – kerkklokken uit de toren, orgel weg, beelden verwijderen en zelfs het kruis zou van het dak moeten. Een goede relatie met bisschop Wiertz kon voor enige ‘verzachting’ zorgen.” Het kruis staat nog op het dak. 

Wie thans het gebouw betreedt zal toch nog iets van een kerk herkennen, zoals de prachtige glas-in-lood-vensters, die behouden konden blijven. Onder begeleiding van Marijke Billekens werd het kerkgebouw volgens plan van Wehrung Architecten op een fraaie wijze geschikt en toegankelijk gemaakt voor de medische praktijken. Op de tweede verdieping hebben de huisartsen praktijk in hun eigen ruimtes gelegen aan een rondgang, waar ook delen van de gotische bogen zichtbaar zijn gebleven.  Verder zijn er in het gebouw gevestigd een apotheek, fysio- en podotherapie, een diëtiste, verloskundige en een psycholoog.


Dokter Jacobs: “Wij zijn blij met deze ruimte en ook de buurt vindt het mooi. Dit gebouw heeft toch historische waarde en de Blerickenaar heeft na de oorlog veel geld gegeven voor de restauratie van deze kerk. Dat moet gerespecteerd worden.”

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

 

 

Van nul tot nu van woensdag 6 april 2022 - Het Venlose nieuws voor Indië-gangers (1)

- door Albert Lamberts - 

Sintermertes Veugelke, zo heette het nieuwskrantje dat wekelijks (!) werd opgestuurd naar Limburgse militairen, die in Nederlands Indië dienst deden eind jaren veertig van de vorige eeuw. Met dit Contactorgaan van het Limburgs Thuisfront Venlo werden de Venlose uitgezondenen op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen in hun vaderstad. De onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië staat de laatste maanden nogal in de belangstelling wegens onderzoek naar en publicaties over (wan-) gedrag van Nederlandse soldaten.

 

Voorkant van het Contactorgaan van het Limburgse Thuisfront Venlo (Archief Albert Lamberts)

Op deze plaats beperk ik me tot een verhaaltje over dat alleraardigste krantje, dat per luchtpost naar de Venlose ‘jongens’ in Indië werd gebracht. Het krantje, handig van A2 gevouwen tot A5-formaat, werd uitgegeven door het Stadscomité Venlo van het Limburgs Thuisfront. Dat Limburgs Thuisfront diende om de geestelijke verzorging van de militairen van het Nederlands leger te ondersteunen. Tal van plaatsen hadden hun eigen afdeling, zo ook Venlo, dat zijn doelgroep in Indië onder andere wekelijks van Venloos nieuws voorzag. Wanneer precies het eerste krantje werd gestuurd is niet helemaal duidelijk, omdat bij de nummering en datering wel eens een vergissing werd gemaakt. De vraag is wanneer de telling van jaargangen begint: per kalenderjaar of  bij het uitkomen van het eerste nummer. Gezien de nummering tot en met december 1950 mag worden verondersteld, dat het eerste nummer in februari 1947 werd uitgegeven. Omdat in het nummer van 5 januari 1949 al de gegevens van de Burgerlijke Stand van december 1949 staan vermeld is er sprake van een foutje bij het jaartal. Dat moet dus 1950 zijn.

Goed, vanaf 1947 dat opmerkelijke krantje, dat aan de Venlose militairen in Indië werd gestuurd. Dat gebeurde gratis. Wie in Nederland een abonnement wilde moest daarvoor 5,40 gulden betalen, per jaar, en dan werd het krantje franco per post bezorgd. 

Cartoon Piet Camps in het Contactorgaan van 12 januari 1950 (archief Albert Lamberts)

Met name voor de Venlose militairen moet het blaadje telkens een welkome afleiding zijn geweest. Een later zeer bekende Venlonaar verleende zijn medewerking: illustrator Piet Camps, die toen al passende en vooral humoristische tekeningen maakte die op de actualiteit betrekking hadden, waarbij het thema Indië natuurlijk ruimschoots aan bod kwam. Voorts kon overzee kennis worden genomen van de wederopbouwplannen voor Venlo, al zijn niet alle gepubliceerde voornemens ook daadwerkelijk uitgevoerd. In de vaste rubriek Venlo in de afgelopen week werden korte berichten gepubliceerd, waaronder ook de politieberichten en daaruit blijkt dat er in de loop der jaren toch niet echt veel is veranderd. Bijvoorbeeld het bericht dat twee samenwonende met elkaar op de vuist waren gegaan. Wegens de na-oorlogse woningnood moesten  velen hun woning – gedwongen – delen met anderen, die geen dak meer hadden boven hun hoofd. Dat was ook bij ons thuis zo, waar juffrouw Selen inwoonde.

Niet overal ging dat goed, zo staat te lezen in voornoemde rubriek : Hoe meer zielen  hoe meer vreugd is een levensregel, die de heren W.O. en A.B. in Venlo niet bleken te waarderen. Uit de omstandigheid dat zij samen hetzelfde huis moesten delen konden zij geen vreugde, maar enkel wrok putten, zodat het op een kwade dag tot klappen kwam en beide “samenwoners” elkander  bij de politie gingen beschuldigen van mishandeling.  Gelijk daaronder een bericht  over vernieling: Aan Casino Kaldenkerkerweg werden door jeugdige belhamels enkele ruiten ingegooid. De daders, de 12-jarige R.D. en de 99-jarige – het staat er echt – J.D. kregen het met Hermandad aan de stok.

Ongetwijfeld zullen de Indië-gangers de berichtgeving over het nieuwe Brugplan met veel interesse hebben gelezen en zullen zij bij ontvangst van het krantje snel hebben gebladerd naar de rubriek Op receptie bij onze jarigen, waarin familie en vrienden hun felicitaties overbrachten aan hun geliefden: 7 Augustus (1949): Res. 1e Luit. Drs. F. van Meegeren. No. 190807011. Hartelijk gelukwensen met je verjaardag. Papa, mama en Wies.

Vervolg volgende week.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.   

 

 

 

donderdag 7 april 2022

De Halte XXL van woensdag 6 april 2022 - Op bezoek in de Chocoladefabriek

- door Sef Derkx - 

Lijn 66 van Arriva brengt ons vanuit Steyl naar Venlo. We stappen uit bij de halte Walstraat. Op het programma staat een bezoek aan de Chocoladefabriek. Het karakteristieke pand aan de Molensingel heeft twintig jaar leeggestaan. Sloop dreigde. 


Molensingel met Chocoladefabriek in 1922 en 1945 (met dank aan Piet Braem)

In 2019 kochten de broers Emiel en Wim Zeevenhoven het pand. Na een ingrijpende renovatie kreeg het zijn oorspronkelijke bestemming terug. Naast chocolade wordt er ook ijs bereid. Emiel ontvangt ons in de winkel, van waaruit je vrij zicht hebt op de ruimte waar de bonbons worden bereid door de patissiers Thom Vullings en Lisanne Verkooijen. Dit is een waar walhalla voor een zoetekauw en chocolade-aficionado. Ik beken, ik ben beiden. We kiezen een  glanzende, oranje bonbon. Die blijkt een Innenleben te hebben, zoals een Duitse kennis het ooit zei. Het Innenleben is dit keer een verleidelijke vulling van witte chocolade, mango en passievrucht.  Desgewenst kun je je favoriete bonbons laten inpakken in een speciaal kistje met op het schuifdeksel een afbeelding van de Chocoladefabriek.




Foto's van Facebookpagina Chocoladefabriek

Eind jaren zestig heb ik in dit gebouw als vakantiehulp gewerkt. De firma die er destijds gevestigd was, heette de Keramische Bedrijven. Men produceerde isolatoren, waarmee bijvoorbeeld hoogspanningskabels of schrikdraad veilig verder geleid werd. De isolatoren werden van dik porselein gemaakt, vandaar dus de firmanaam Keramische Bedrijven. In de periode dat ik er werkte, was juist de overgang gemaakt naar isolatoren van kunststof.

Het pand is gebouwd in 1918 en kreeg de naam Eerste Venlosche Grossierderij in Cacao-, Chocolade- en Suikerwerken. Het ontwerp kwam van de tekentafel van architect A. Holten, de man van enkele prachtige herenhuizen aan de Antoniuslaan in Blerick. Opdrachtgever was Jos. Lommen die aan de Roermondsestraat woonde. Zijn grossierderij was tevoren gevestigd aan het Maasschriksel. Het complex omvatte naast een suikerwerkplaats, enkele ovens, een houtmagazijn, een paardenstal en een kolenwerkplaats met ketelgenerator. De schoorsteen voor de heteluchtoven is onlangs gerestaureerd en staat achter de Chocoladefabriek tussen nieuwe woonhuizen.

Nieuwe Venlosche Courant, 22 februari 1919 (gevonden via www.delpher.nl)

Jos. Lommen was gespecialiseerd in Kwatta, chocolade en bonbons. Daarnaast vervaardigde hij biscuits, wafels en drop. In 1919 breekt een brand uit. In krantenadvertenties enkele dagen later bedankt Lommen de politie en brandweer voor hun inzet. De brand kreeg een staartje, beter gezegd een forse staart. Lommen had de opstal verzekerd, maar niet het interieur. Een faillissement volgt. Begin jaren twintig koopt de van origine Duitse instrumentenfabriek Carl Zeiss het complex. In 1923 start men met de bouw van de iconische Nedinsco.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

woensdag 6 april 2022

Lezing 'Van Badhuys op de Piottewei tot Campus Venlo'

Kunst, cultuur, universitair onderwijs, hip overnachten, shoppen, lekker tafelen en drinken of genieten van een film. Het Museumkwartier is een prachtig stukje van de Venlose binnenstad. Het verdient extra aandacht. Daarom is er zaterdag 9 april aanstaande op verschillende adressen open huis met allerlei leuke activiteiten. De dag markeert het begin van een vernieuwd en sfeervol Museumkwartier.

 

Op deze dag opent de University Maastricht Campus Venlo de deuren voor het publiek. Er zijn rondleidingen door het wederopbouwmonument en er worden lezingen verzorgd.

Een ervan heeft de geschiedenis van de bijzondere plek en de directe omgeving tot onderwerp. De lezing wordt verzorgd door Sef Derkx en start om 14.00 uur.



Begin jaren vijftig verrees aan het Arsenaalplein de Raad van Arbeid. De architect van het wederopbouwmonument was Anton Swinkels uit Maastricht. Voor de opening in 1952 kwam staatssecretaris mr. Dr, Van Rhijn met de dienstauto naar Venlo. De Raad van Arbeid voerde wetten en regelingen uit op het gebied van sociale zekerheid. 

Na de fusie van de Raad van Arbeid met de SVB, vestigden zich nieuwe gebruikers in het pand. Uiteindelijk kwam het leeg te staan. De langdurige leegstand leidde tot vernielingen.  In 2018 werd het startschot gegeven voor de verbouwing. Het gebouw aan de Nassaustraat, een van de waardevolle erfenissen van de wederopbouw, hield zijn beeldbepalende façade. Vanbinnen werd het een modern universiteitsgebouw, met onder meer een eigentijdse collegezaal en mooi atrium. Op de bovenverdieping zijn studio’s voor eerstejaarsstudenten.

 


Voor 1912 was dit deel van de Venlose binnenstad het terrein van de Huzarenkazerne. De Piottewei in het Venloos. Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw verrees hier het Rosarium. Op de locatie van de huidige Campus Venlo kwam de Stadsbibliotheek. Het bombardement van vrijdag 13 oktober 1944 was desastreus. Bij de research zijn filmfragmenten opgedoken van het huidige Julianapark in de zomer van 1945. Op deze locatie werd puin uit de binnenstad geselecteerd op hergebruik. 





De lezing Van Badhuys op de Piottewei tot Campus Venlo is gratis toegankelijk. Aanmelden is niet nodig, maar vol = vol.