donderdag 27 januari 2022

Jacky Cordang, meer dan een eeuwige reserve (4)

 - door Gerrit van der Vorst -

 Voorlopig piekerde VVV-trainer Willy Kment er niet meer over om Jacky Cordang weer te vervangen, zoals de trainer tegen een verslaggever van De Telegraaf verklaarde. Op 30 december 1958 wijdde die krant een uitgebreide beschouwing aan de keeperswisseling bij VVV. Jacky Cordang had zich volgens de krant geschaard bij de beste goalies van het land. 

De kop boven het artikel in De Telegraaf van 30 december 1958 (www.delpher.nl).

De krant schreef daarbij dat het bij VVV in financieel opzicht niet uitmaakte, of een speler meedeed of reserve stond: de premie was even hoog. En dat de beide doelverdedigers het overigens best met elkaar konden vinden. Dat laatste was zeker waar.



Rechts op de foto Jacky Cordang tussen Willy Erkens en Frans Swinkels in Blackpool tijdens de gedenkwaardige trip van VVV naar Engeland, in het voorjaar van 1960.

Aan Jacky Cordang was tot slot gevraagd wat hij zelf van zijn voortreffelijke entree vond: ‘De Blerickenaar, die werkzaam is in de rijwielzaak van zijn vader, vindt dat ‘t hem erg is meegevallen. Hij had er niet op gerekend dat hij Swinkels zou kunnen verdringen. Hij maakt zich echter nog geen illusies, dat hij altijd gehandhaafd zal blijven: ‘Daarvoor is Swinkels te
goed’.’

Juist in dat seizoen 1958/1959 werd de iconische Esso-plaat van dat prachtige VVV-elftal uitgebracht.

Op 1 februari 1959 demonstreerde Jacky Cordang zijn grote klasse in de uitwedstrijd tegen Sparta, dat landskampioen zou worden. Vanaf de tjokvolle tribunes zagen de toeschouwers hoe hij een schot, dat Sparta-midvoor Joop Daniels van vijf meter afstand loste, op fenomenale wijze klemvast pakte. Dagblad Het vrije volk over die wedstrijd: ‘Maar nu na de rust.... Het leek alsof er drie Sparta-elftallen tegelijk op de grasmat werden losgelaten en alsof alle VVV’ers vast naar Venlo waren vertrokken op doelman Cordang na. Want die Cordang, een juweel van een keeper, greep in de allereerste minuut van de tweede helft op onnavolgbare wijze een felle schuiver van Piet de Vries.’



Een ‘juweel van een keeper’ in actie tijdens Sparta - VVV.

Natuurlijk was Jacky Cordang niet foutloos. Zo liet hij zich tijdens VVV - Fortuna ’54 (1-1) verrassen door André Ravenstein die een strafschop zacht inschoot, waar Cordang blijkbaar een poeier had verwacht. Maar over het algemeen keepte hij uitstekend. Aanleiding voor Het Nieuwsblad van het Zuiden om hem te interviewen. En, ja, hoor, daar verscheen op 23 maart 1959 een artikel onder de kop ‘Jack CORDANG kleinste doelman in de eredivisie’.

Kop van het artikel en een bijbehorende karikatuur in het Nieuwsblad van het Zuiden van 23 maart 1959 (www.delpher.nl).

De krant zag een denkbeeldige rij van de 18 eredivisie-keepers in volgorde van lengte, te beginnen met Jan van de Wint (bijna 2 meter) van Sportclub Enschede en zonder twijfel eindigend met Jacky Cordang met zijn 1,72 meter. Volgens de krant kon geen van de andere keepers vergeleken worden met Cordang, want die had een geheel eigen stijl van katachtige reacties en felle ingrepen.



De Esso-plaat van Sportclub Enschede met de bijna twee meter lange Jan van der Wint (de doelman overleed op 31 december 2019, op 91-jarige leeftijd).

De verslaggever had Jacky Cordang geïnterviewd terwijl hij aan het werk was in de rijwiel- en motorenzaak van zijn stiefvader/oom. Cordang liet desgevraagd weten dat biljarten zijn grootste liefhebberij was. ‘Merkwaardig voor een rusteloze bedrijvige figuur zoals hij’, vond de reporter. Jacky Cordang toonde zich iemand die kon relativeren. Als de wedstrijd afgelopen is, was het voor hem ook fini: ‘Je kunt er niet over aan de gang blijven. En wat zou je ook bomen over dingen, die achteraf niet juist blijken... Gedane zaken nemen toch geen keer...’

Op 4 januari 1959 wordt de VVV-defensie tijdens een ruige ADO - VVV (5-1)uit elkaar gespeeld door Roel Timmer en Mick Clavan (Het Vaderland, www.delpher.nl). In deze competitiewedstrijd ontliep Jacky Cordang een straf, omdat de scheidsrechter niet zag dat Cordang naar zijn voorhoofd wees bij een bepaalde beslissing.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.

De Halte XXL van woensdag 26 januari 2022 - Schampstein in het Knibbelstraatje

door Sef Derkx -

We   zijn onderweg van de Bibliotheek in de Begijnengang naar de bushalte Goltziusstraat. Normaal loop je rechtdoor, langs de Martinusbasiliek en het Klein Park. Omdat we vandaag tijd over hebben, gaan we de Brouwersplaats in.    





 

Het steegje kwam er na de Tweede Wereldoorlog in het kader van de wederopbouw. Het ontsluit de achterkant van winkels aan de Jorisstraat en Lomstraat. De naam is een verwijzing naar de brouwerij La Belle Alliance van de familie Wolters. Die stond tot 1944 op deze plek. Bij een bombardement in november van het oorlogsjaar ging het bedrijf in vlammen op. Een lage opslagruimte is bewaard gebleven. Naast de toegangsdeur werd ooit een geglazuurde tegel ingemetseld met het logo van La Belle Alliance. Aan de oostzijde van de Lomstraat lagen tot in het begin van de vorige eeuw overigens nog twee andere brouwerijen: De Liefde van Frans Klep en Brouwerij Huenges. De putten in dit lage gedeelte van de binnenstad stonden bijna nooit droog en het water was van goede kwaliteit.























Het is opmerkelijk. Aan de voorzijde verleiden winkels het publiek met strak ingerichte etalages, veel glas en tiptop gekleed personeel. Venlo winkelparadijs. Niets daarvan echter aan de achterzijde. Brouwersplaats is een parallelwereld met graffiti, slordig neergezette afvalcontainers en zwerfvuil. De deuren aan de achterzijde zijn gebarricadeerd, de ramen geblindeerd. Nors tot onder de nok, zogezegd. Wat opvalt is de erbarmelijke staat van veel bovenwoningen. Littekens van verwaarlozing. Voor de eigenaren tellen alleen de huurpenningen van de winkels. Wat erboven gebeurt? Het is hen blijkbaar een zorg. Nou ja, zorgden ze er maar voor. 

Al jaren geleden werden er door de gemeente plannen gesmeed om etages boven winkels geschikt te maken voor bewoning. Het is bij plannen gebleven. De tijd lijkt rijp om deze leegstand aan te pakken. De behoefte aan woonruimte is enorm. Zeker onder studenten en jonge starters. De binnenstad zou ervan opfleuren, stukken levendiger worden. Ook ’s avonds als de luiken voor de winkels zijn neergelaten en de spookuren in het centrum beginnen. Hoe mooi zou het zijn wanneer vanaf Brouwersplaats met trappen en gaanderijen een toegang is naar de bovenwoningen? En nu we toch aan het dagdromen zijn. Waarom van de onvriendelijke Brouwersplaats niet een aantrekkelijke tuin gemaakt? 

Je kunt het ook positief benaderen. Brouwersplaats is een bijzondere plek in de binnenstad met veel potentie. Er is echter een omslag voor nodig.



Wanneer we een stukje doorlopen, komen we in het Knibbelstraatje. Hier heeft die omslag zich zo’n tien jaar geleden al voltrokken. Tegen de zijgevel van de opslagruimte van La Belle Alliance heeft de stichting Venlo Poëziet een paneel gemonteerd met het gedicht Alles blijft van Gerrit Komrij. Het eindigt met:

Je bent een deel van alles bij je leven.
En alles blijft bestaan wanneer je sterft.





















Op initiatief van Antares zijn aan de achterzijde van het voormalige weeshuis tien stadswoningen gebouwd. Er tegenover  is een complex met appartementen verrezen. De bovenste appartementen hebben een paraboolvormige kap. Architect Geert Mevissen heeft gekozen voor een combinatie van baksteen en zink. Een groot tegeltableau van brouwerij La Belle Alliance is dé eyecatcher van het Knibbelstraatje. 





Tot slot. Een mooi detail is de hardstenen schampstein tegen de zijgevel van café De Gaaspièp. Die voorkwam beschadigingen aan de muur als een voerman met paard en kar te druistig door het steegje reed.



Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl. 

    


maandag 24 januari 2022

Jacky Cordang, meer dan een eeuwige reserve (3)

- door Gerrit van der Vorst -  

Augustus 1958. Plichtsgetrouw had Jacky Cordang drie seizoenen op de reservebank gezeten. Natuurlijk had hij geweten dat hij niet meteen in het eerste zou komen, maar even natuurlijk hunkerde hij naar een echte kans, hoe goed hij ook kon opschieten met de Swink. Hij sloeg al die tijd geen trainingsavond over en bleef scherp. Bij zijn schaarse invalbeurten stond er telkens weer een uitstekende keeper.

Frans Swinkels stijlvol in actie tijdens Amsterdam - VVV (uh, 6-1 ..) op 11 mei 1958.

Maar na drie volle seizoenen met steeds minder minuten leek wel vast te staan dat de reservebank het hoogst haalbare zou zijn voor Jacky Cordang bij VVV. Natuurlijk speelde hij wel eens met de gedachte om terug te keren naar SVB, waar hij elke zondag zou kunnen keepen.

Maar opeens was daar zijn kans. In de voorbereiding op seizoen 1958/1959 klaagde Frans Swinkels wekenlang over pijn in zijn rug en rechterbeen. Het bleek ischias te zijn en het herstel zou minstens een week of zes vergen.

Jacky Cordang was tot dan toe overigens aan zijn schaarse invalminuten gekomen, omdat Frans Swinkels door zijn risicovolle stijl nog wel eens geblesseerd raakte (foto Nationaal Archief).

En zo zagen de VVV-supporters opeens die ‘eeuwige reserve’ in het doel van hun club staan, in plaats van de Swink. Hun bange voorgevoelens – die Cordang (26) was toch eigenlijk te klein als vaste keeper? – maakten al gauw plaats voor enthousiasme. De sportpers was meteen overtuigd. Thuis tegen ADO (1-1), uit tegen DWS/A (0-0) en thuis tegen Sparta (3-3) liet de toen meestal in een vlammend rode trui gehulde Cordang prachtige safes zien. De term ‘spectaculair’ viel.


Jacky Cordang in de tweede wedstrijd van het seizoen, DWS/A - VVV (0-0) op 31 augustus 1958, bijgestaan door Ton van den Hurk (foto Nationaal Archief). Rechts van hen Dick Schenkel die later ook voor VVV zou spelen.

Op 26 oktober 1958 manifesteerde Cordang zich als een topkeeper in de wedstrijd uit bij het Scheveningse SHS. VVV won met 1-2 en de 23.000 toeschouwers op Houtrust hadden magnifiek keeperswerk gezien van Cordang, die de twee punten voor VVV had gered. De pers uitte zich in superlatieven: ‘een heldenrol, ‘klassewerk’, Cordang had een ‘gigantische serie harde en moeilijke schoten’ gepareerd. De Maasbode vond dat Cordang, ‘eigenlijk reservekeeper’, de bekende SHS-doelman Wim Landman naar de kroon had gestoken.


Jacky Cordang verricht een van zijn vele safes in Scheveningen (collectie Willy Erkens)
 

Esso-plaat van Scheveningen Holland Sport, dat in 1971 met ADO verder ging als FC Den Haag.

VVV had in Jacky Cordang een eredivisiewaardige keeper, maar zijn stijl verschilde sterk van die van Frans Swinkels volgens de toenmalige VVV-watcher Theo Vincken van het Dagblad voor Noord-Limburg. Jacky Cordang was volgens Vincken een geweldige lijnkeeper, met een fenomenale reactie en sprongkracht. Hij had een felle, katachtige stijl van keepen. Bovendien beschikte hij over een ijzersterke mentaliteit.

Jacky Cordang heeft zich tevergeefs op de voeten van Blauw Wit-spits Erwin Sparendam gestort op 30 november 1958 tijdens Blauw Wit-VVV (5-2).

Jacky Cordang wordt op 16 maart 1959 tijdens Ajax - VVV (3-0) gered door Hay Lamberts (foto Nationaal Archief).

Hoe dan ook, Jacky Cordang maakte zich overtuigend waar in het streekelftal dat VVV na het vertrek van de grote vedette Faas Wilkes weer was. En zijn keeperswerk werd er niet minder op, toen trainer Willy Kment in november 1958 ook overdag begon te trainen, met spelers die zich daar voor vrij konden maken, zoals Jacky Cordang.

Trainer Willy Kment die later onder meer nog DOS en Feyenoord zou trainen.

VVV zat nu tijdelijk wel zonder goede reservekeeper. En dat probleem leek zich te wreken. In de week voor de thuiswedstrijd tegen het sterke Rapid JC werd Jacky Cordang overvallen door de griep. ‘Dan moeten we de keeper van het reserve-elftal maar opstellen’, had het VVV-bestuur volgens het Limburgsch Dagblad gemompeld. Maar tot ontsteltenis van het bestuur bleek derde doelman Van der Haar te kampen met een diepe brandwond. Van der Haar was in de wedstrijd DWS/A 2 - VVV 2 geblesseerd geraakt en had een infraroodlamp op de gewonde plek gericht. Helaas had hij de plek te fanatiek bestraald en keepen was voorlopig uitgesloten. Herman Teeuwen dan maar? Gelukkig herstelde Jacky Cordang net op tijd van de griep en kon hij – weliswaar zonder getraind te hebben – keepen. Wat heet? Cordang vervulde op 21 december 1958 opnieuw een heldenrol tijdens de bikkelharde wedstrijd VVV - Rapid JC (1-1).

De Esso-plaat met Rapid JC voor het seizoen 1958/1959.

De 9.000 toeschouwers dachten even niet meer aan de Swink die nu op zijn beurt de reservebank warm zou moeten gaan houden. Opportunisme is nou eenmaal het devies van het betaald voetbal. Waarom had VVV die Cordang verdorie niet eerder opgesteld?

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.

zondag 23 januari 2022

Museum van de Melancholie - Instuif

Af en toe is deze column een Museum van de Melancholie. Zoals vandaag, want we zien met een zweem van weemoed terug op de instuiven. Hoe lang is het geleden dat ik het woord instuif voor het laatst hoorde? Een eeuwigheid lijkt het wel.

- door Sef Derkx -

Voor bijna iedereen die in de jaren vijftig en zestig opgroeide, is de instuif nog altijd een bekend begrip. In de Encyclopedie van het Katholicisme uit 1955 lezen we dat instuiven een soort sociëteiten waren, waar moderne ontspanning werd geboden maar waar tevens aandacht werd geschonken aan populairwetenschappelijke, culturele en sociale vorming. De instuiven hadden tot doel de band te versterken tussen de kerk en de oudere jeugd. Begonnen in Amsterdam, verspreidde het fenomeen zich in de tweede helft van de jaren vijftig. De eerste Venlose instuif werd opgericht in het jaar 1956 in de parochie Sint Lambertus in Blerick. IL56.

Ons Huis

De progressieve, sociaal bewogen priester M. Claessen werd in 1955 benoemd tot kapelaan in Blerick. Hij nam contact op met Pierre Smeets, voorzitter van de parochiële jeugdraad. De kapelaan was enthousiast over een nieuw initiatief voor katholieke jongeren in Amsterdam en Nijmegen, de zogenaamde instuiven. Men ging vanuit Blerick op onderzoek naar beide steden en kwam enthousiast terug. Met als resultaat, dat op 1 december 1956 in Ons Huis in Blerick de allereerste activiteit was van IL56. Het was een optreden van Rademachers met aansluitend een dansavond waarop grammofoonplaten werden gedraaid. Hierboven hebben we een prachtige pentekening opgenomen van Jo Wijnhoven, waarvoor onze dank,

Instuif Lambertus 1956, kortweg IL56, werd een succes. Tot ongenoegen van behoudende priesters, met voorop pastoor Reijnders van de Antoniusparochie. Zij waren vooral gekant tegen de dansavonden. Ook de minimumleeftijd van zeventien bij IL56 was hun een doorn in het oog. De opponenten schakelden het bisdom in om IL56 de voet dwars te zetten. Kapelaan Claessen werd van hogerhand flink onder druk gezet. Uiteindelijk kozen Reijnders c.s eieren voor hun geld. Ze gingen eigen instuifavonden in de Antoniusparochie organiseren.

Op de avonden van IL56 kwamen honderden jongeren af die vijfenzeventig cent entree betaalden. Bekende orkesten uit de regio stonden er op de planken, zoals The Moodmakers, het Orkest Gerard Op ’t Roodt en The Jolly Fellows. In de pauzes en na afloop van het optreden werden platen gedraaid, waarbij het bestuur van IL56 ervoor zorgde steeds de nieuwste hits en albums te kunnen laten horen. In de vastelaovesperiode stonden artiesten op het programma als de broers Sef en Lei Hendrickx en de bekende muziekformatie De Wortelegaejers. Thema-avonden in bijvoorbeeld Tiroler of Beierse sfeer waren ongekend populair. De winst ervan ging naar de organisatie van culturele avonden en bezinningsbijeenkomsten.

Copacabana

Lidmaatschapskaart Instuif Copacabana van Math Aerts

Veel orkesten die optraden hadden een piano nodig, maar die was er niet in Ons Huis. Met hulp van Heineken werd een tweedehands piano gekocht voor 450 gulden. Inmiddels volgden meer en meer parochies in Blerick en Venlo met eigen instuiven. Nog steeds legendarisch zijn de instuifavonden in parochiehuis Copacabana aan de Leutherweg. Regelmatig organiseerden de instuiven een gezamenlijke bal in het Bondsgebouw of Ons Huis en soms ook in speeltuin Ons Buiten. De avonden met sprekers werden allengs minder, want de inkomsten uit de entrees dekten de kosten niet. Er moest altijd geld bij. Na verloop van tijd kregen de bestuursleden van het eerste uur van IL56 allemaal vaste verkering of een baan die veel tijd opeiste. Voor en na namen ze afscheid (wordt vervolgd).

Reageren? Interessante verhalen over instuiven? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

donderdag 20 januari 2022

Jacky Cordang, meer dan een eeuwige reserve (2)

- door Gerrit van der Vorst - 

De voetbalsport won het bij Jacky Cordang van de wielersport. In 1943 meldde hij zich als 11-jarige aan bij SVB. Hij begon als veldspeler, maar werd omgeturnd tot keeper. In het seizoen 1951/1952 debuteerde Cordang (19) in het eerste elftal van SVB. Al gauw genoot hij de reputatie van de beste keeper van de Limburgse tweede klasse.

Op 28 oktober 1951 stopte Jacky Cordang in de wedstrijd in en tegen Waubach op ‘meesterlijke’ wijze een hard ingeschoten strafschop van Juup Papenborg (links achteraan op de foto van uow02.nl).

In dat SVB-elftal liep overigens nog een kanjer rond, in de persoon van de iets jongere midvoor Coy Koopal, de beste voetballer die ooit uit Blerick kwam. Koopal vertrok in 1954 naar de nieuwe fusieclub Sportclub VVV ’03.

Op de foto scoort Coy Koopal op 17 maart 1956 de enige treffer bij Eindhoven-VVV (foto Nationaal Archief). Koopal voetbalde later voor Willem II en Fortuna ’54. Hij speelde 6 keer voor het Nederlands elftal.

Privé was het voor het ouderlijke gezin van Jacky Cordang een beroerde tijd. Moeder Maria Cordang-van Tulden werd ernstig ziek en overleed na een langdurig lijden in juni 1954, pas 50 jaar oud. Jacky Cordang (22) was wees, maar werd goed opgevangen door zijn stiefvader die hij als zijn vader beschouwde.

Jacky Cordang ging werken in de gezinszaak (foto Boy Coehorst/collectie Sef Derkx).

Een jaar later werd Cordang gecontracteerd door Sportclub VVV’03, tegelijk met zijn clubgenoot ‘Juupke’ (Jozef) Thews en Pierre Janse van het Blerickse VCH.

Zittend links Juupke Thews en Jacky Cordang voor een wedstrijd in het Olympisch Stadion in Amsterdam.

Voor een keeper op het hoogste niveau was Jacky Cordang met zijn 1,72 meter klein. De vijf maanden oudere, vaste VVV-doelman Frans Swinkels was weliswaar met zijn 1,75 meter ook niet de langste, maar de ‘Swink’ had zich bewezen als een uitstekende keeper.

Tijden veranderen. De Griekse doelman Kostas Lamprou van PEC krijgt tegenwoordig vaak kritiek vanwege zijn lengte, maar hij is altijd nog een centimeter langer dan Swinkels.

Frans Swinkels in volle actie tijdens een VVV-Feyenoord-ontmoeting.

Jacky Cordang compenseerde zijn gebrek aan lengte met een grote sprongkracht. Hij had tot dan toe gevolleybald en kon er aardig op los smashen. Zijn Blerickse volleybalmaten zagen hem dan ook niet graag vertrekken.

Toch zou zijn lengte altijd een ‘dingetje’ blijven. Meteen al bij zijn eerste echte invalbeurt. Volgens de website VVV-historie was dat Limburgia - VVV (2-1), op 4 september 1955, maar dat ging om luttele minuten. Twee weken later kwam vroeg in de tweede helft van Fortuna ’54 - VVV (2-3) de eerste serieuze test voor Cordang. De 16.000 toeschouwers en de sportpers zagen dat hij met meesterlijk keeperswerk niet onderdeed voor Swinkels. Maar prompt had De Volkskrant het over ‘de kleine reservedoelman’.

Fragment uit het wedstrijdverslag in De Volkskrant van 19 september 1955 (www.delpher.nl).

In 1956 kwalificeerde VVV zich voor de nieuwe eredivisie. Ondanks dat zijn naam bovenaan op het herinneringsbord stond, had Jacky Cordang dat seizoen slechts in totaal 180 keepersminuten gekregen.

In het seizoen 1956/1957 werden Jacky Cordang nog maar circa 125 competitieminuten toebedeeld. Maar met zijn klasse en mentaliteit stond hij er meteen als hij in moest vallen. Bijvoorbeeld toen de Swink op 24 februari 1957 tijdens VVV - Feyenoord (2-2) bevangen werd door de zenuwen. In de tweede helft verdedigde invaller Cordang het VVV-doel uitstekend. Dat vond ook het Algemeen Dagblad, maar schreef wel over een ‘manneke’!

Fragment uit het wedstrijdverslag in het Algemeen Dagblad van 25 februari 1957 (www.delpher.nl).

Jacky Cordang mocht verder nog wel halve vriendschappelijke wedstrijden en anderhalve bekerwedstrijd keepen, maar of hij daar veel plezier aan beleefde? Op 8 mei 1957 wipte Feyenoord VVV met 6-0 uit het bekertoernooi!

Feyenoord-midvoor ‘zwarte’ Toon Meerman (zittend, tweede van links) scoorde 5x tegen Jacky Cordang.

Dan het seizoen 1957/1958: zegge en schrijve 2 invalbeurten in de competitie en 2 in vriendschappelijke wedstrijden. Tijdens een vriendschappelijke oefenwedstrijd VVV - Willem II op 26 januari 1958, die overigens weinig vriendschappelijk verliep, was sprake van een opmerkelijke gebeurtenis. Frans Swinkels raakte bij de stand 3-3 geblesseerd. Hij werd vervangen door Jacky Cordang, om even later terug te keren als linksbuiten. Zo stonden in de slotfase van die wedstrijd Cordang en Swinkels gelijktijdig in het veld. Maar Frans Swinkels bleef onomstreden VVV’s eerste keeper.

Pleister op de wonde waren voor Jacky Cordang de twee laatste competitiewedstrijden van VVV 2, waarmee het tweede dat seizoen kampioen werd.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.

De Halte XXL van woensdag 19 januari 2022 - Geriffermeerd Kerkhaof

 - door Sef Derkx -

Het is een winterdag uit het boekje: fris en zonnig. Een verademing na een deprimerend etmaal met mist. We zijn uitgestapt bij bushalte Rooth op de grens met Maasbree. Doel van onze wandeling door het Dubbroek is het Gereformeerd Kerkhof. We hoorden verhalen dat op deze plek in voorbije eeuwen godloochenaars, zelfmoordenaars, landlopers en ongedoopte baby’s werden begraven. 

't Geriffemeerd Kerkhaof; datering onbekend, mogelijk kort na de Tweede Wereldoorlog (collectie Limburgs Landschap/met dank aan Edmond Staal)

Geschiedenissen met een donkere rand, waarvoor echter geen spoor van bewijs is. Ook de ‘voorbije eeuwen’  blijkt een fabel, zo oud is de dodenakker niet. Ze dateert van het jaar 1880, lezen we in de Blerickclopedie. In dat jaar nam de gemeente Maasbree, waartoe ook Blerick en Baarlo behoorden, het in gebruik als algemene begraafplaats voor de drie kernen. Het terrein werd afgebakend met hagen. Een gepland lijkenhuisje kwam er niet. Waarschijnlijk zijn niet-geïdentificeerde drenkelingen wel op deze verlaten plek ter aarde besteld. Zekerheid is er echter niet. Het begrafenisregister is spoorloos.

Op de website Oorlogsdoden Venlo 1940-1949, die is opgezet door Wiel Merkus en voortgezet door het Gemeentearchief Venlo, troffen we bij een vluchtig onderzoek het volgende gegeven aan over Richard Greife, gesneuveld bij de bevrijding van Blerick op 3 december 1944: Richard Greife, 18 jaar, op 6 september 1926 te Sprenge geboren, Pionier. Hij is eerst begraven geweest bij de kazerne in Blerick, vervolgens op het 'Gereformeerd kerkhof' te Maasbree. Laatste rustplaats op het Duitse oorlogskerkhof te Ysselsteyn, grafnummer O-8-190.

Interessant is de novelle De kapelaan van Bardelo van Emile Seipgens. Het verhaal werd in 1880 in afleveringen gepubliceerd is later herdrukt in de bundel Uit Limburg. Dit verhaal over een kapelaan die steeds meer twijfels krijgt over zijn roeping en op zijn sterfbed de laatste sacramenten weigert, bracht de schrijver in botsing met de kerk. Bardelo is Baarlo en over de laatste rustplaats van de afvallige dorpsgeestelijke zou ‘ergens op de hei’ zijn geweest. Om dan te denken aan het Geriffermeerd Kerkhaof is niet zo vreemd, toch?

Op deze januaridag in 2022 is het rustig in het Dubbroek, we horen in de verte alleen verkeersgedruis. We lopen door loofbos, dat af en toe onderbroken wordt door een rietveld of grasland. In het Dubbroek bevindt zich het brongebied van de Springbeek, die via Hout-Blerick naar de Maas stroomt. Het is jaren geleden dat we hier voor het laatst zijn geweest. Destijds op een broeierige zomerdag. We werden belaagd door zwermen bloeddorstige steekmuggen, die zich als kamikazepiloten op ons stortten. Het Dubbroek is voor een deel een oude Maasbedding. In de lagere gedeelten staat bijna altijd water. Een heerlijke biotoop voor een mug.  

Kruis op het Geriffermeerd Kerkhaof (collectie Limburgs Landschap/met dank aan Edmond Staal) 

We lopen naar het oosten, in de richting van Hout-Blerick. Een wandelaar met hond komt ons tegemoet. Natuurlijk kent hij ’t Geriffermeerd Kerkhaof, wat een vraag. Zijn vader heeft er vaak over verteld. Pap had met eigen ogen gezien, dat er in de Tweede Wereldoorlog Duitse soldaten werden begraven. Ook geallieerde militairen, die bij de bevrijding van Blerick waren gesneuveld, hadden er een graf gekregen. De verhalen over de plek waren zo akelig geweest, dat hij er als kind niet durfde te komen. Voor de zekerheid vragen we de weg. Het pad aflopen tot aan de verharde weg en je bent er. Vijf minuten later staan we er. Het Limburgs Landschap, beheerder van het Dubbroek, heeft de voormalige begraafplaats weer zichtbaar gemaakt door struikgewas te rooien en de hagen te snoeien en bij te planten. Een kruis en informatiebord herinneren aan de bijzondere geschiedenis van deze plek. 

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail; floddergats@xs4all.nl.