zaterdag 20 januari 2024

Van nul tot nu van woensdag 17 januari 2024 - Eeryk de Put (Erycius Puteanus)

- door Albert Lamberts -

 (Vervolg van 5 december)

Terug naar Puteanus en maar gelijk de ongewisheid wegnemen: Erycius Puteanus heeft voor zover bekend de geschiedenis van het Overkwartier niet opgetekend.

In  De Maasgouw, Weekblad voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- Letterkunde van 9 januari 1879 schreef Jean Baptist Sivré (1818 – 1889), onder andere stadsarchivaris van Roermond en redacteur van De Maasgouw, het volgende: Of Puteanus aan het verlangen der staten voldaan en die geschiedenis geschreven heeft, durven wij niet te verzekeren, want in druk is zij nooit verschenen: daar hij echter tot het jaar 1646 leefde en derhalve al den tijd had om zich van den hem opgedragen last te kwijten, is het misschien mogelijk dat zijn manuscript nog hier of daar verscholen ligt.

Puteanus was weliswaar uitermate productief, zoals in de vorige afleveringen al vermeld, maar tot op heden is geen geschiedschrijving van het Overkwartier van zijn hand bekend. Het is ook maar zeer de vraag of de geleerde tijd had voor een dergelijk omvangrijke klus. Hij was docent aan de Universiteit van Leuven, gaf tientallen studenten uit vele landen van Europa bij hem thuis les, schreef gedurende zijn leven duizenden brieven (bewaard in vele bibliotheken en archieven), was hoofd van een kinderrijk gezin en vond daarnaast nog tijd zich met zijn geboortestad bezig te houden. Hij volgde de ontwikkelingen van en in Venlo, dat tijdens de Tachtigjarige Oorlog (de oorlog was van 1568 tot 1648 en Puteanus leefde van1574 tot 1646 en leefde dus alleen maar in oorlogstijd) een zeer turbulente periode meemaakte, op de voet en bemoeide zich er ook meermalen mee.

 

Het medaillon van Erycius Puteanus (het tweede van links) in de voorgevel van het Venlose stadhuis (foto's Albert Lamberts)

De correspondentie tussen Puteanus en de plaatselijke magistraat getuigt van een innige relatie, ondanks het feit, dat Puteanus ver weg in zijn kasteel in Leuven woonde. Bijvoorbeeld zette hij zich in 1617 enorm in voor het herstel van de drie jaarmarkten, behorend tot de bij de verlening van de stadsrechten in 1343 toegekende privileges.

Voorts getuigde van zijn niet aflatende interesse in het wedervaren van zijn stad zijn ijverig streven voor de opbeuring en instandhouding der latijnsche school in 1620 en 1621. De bewaarde brieven verhelen ook geenszins, dat Puteanus er alleszins behagen in schepte zijne geboortestad voortdurend met raad en daad bij te staan en ter bevordering van haar welzijn werkzaam te wezen.

Puteanus’ bemoeienissen werden door de magistraat zeer wel op waarde geschat. Ondanks zijn zeer drukke werkzaamheden in Leuven kwam Puteanus toch regelmatig naar Venlo, waar hij steeds met alle egards werd ontvangen. Uit de stadsrekeningen blijkt bijvoorbeeld dat hij in 1612, 1614, 1618 en 1619 in Venlo vertoefde. Genoteerd staat: 1618. Den 16 Junij op ’t stadthuyss als doctor Puteanus en die 2 sohnen van don Louys de Velasco hier waeren met sargeant Maior Capitein Ornando en Francisco maeltijt gehalden en gedroncken …   

 Puteanus is niet vergeten: een straat naar hem vernoemd, een medaillon in het stadhuis, het roemruchte Gezelschap Puteanus, enz. 

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten