donderdag 19 juni 2025

Van nul tot nu van woensdag 18 juni 2025 - Volgorde van de Sacramentsprocessie

- door Albert Lamberts -

Het is misschien wat oneerbiedig, een sacramentsprocessie of bronkprocessie in één zin te noemen met een carnavalsoptocht en inhoudelijk slaat dat natuurlijk ook nergens op, maar er is toch ergens een overeenkomst. In de carnavalskranten wordt vrijwel altijd de opstelling van de diverse optochten bekend gemaakt; vroeger gebeurde dat ook in de kerkenblaadjes voor de processies door de katholieke gemeenschap: ietwat oneerbiedig inderdaad, maar het ging toch ook echt om de opstelling.

De jaarlijkse Sacramentsporocessie op de Parade in Venlo, juni 1930 (foto Limburgsch Illustratie van 21 juni 1930)

Voor de veertig-minners: in de Rooms-Katholieke Kerk wordt (werd) tijdens een processie een geconsecreerde hostie in een monstrans op plechtige wijze door een priester door de straten van een stad of dorp gedragen. De priester gaat bijna aan het einde van de processie onder een zogeheten processiehemel, die op de vier hoeken door dragers boven de priester zijn hoofd wordt gehouden.

Processies waren vroeger in katholiek Nederland grote gebeurtenissen, die plaatsvonden onder andere op de tweede donderdag na Pinksteren, Sacramentsdag, dit jaar is dat donderdag 19 juni.

Ook in Venlo trok de Sacramentsprocessie. Heel Venlo trok mee en wie niet, die stond op zijn minst langs de route.

Het was een hele organisatie, vandaar dat ruim van tevoren een programma werd opgesteld en de volgorde van scholen, gildes, muziekgezelschappen, verenigingen, enz. enz. bekend werd gemaakt. Op een A5tje werd de volgorde van de - in het geval van documentatie voor dit artikel - 43 nummers meegedeeld.

Het kruis ging vooraf en werd gevolgd door de Bruidjes met Lam Gods (1ste groep). Daar sloten bij aan de Kleuterschool, de Koninklijke Philharmonie en de kinderen van de 4e en 5e klas a) jongens, b) meisjes. Netjes gescheiden dus. De jeugd van het wijkhuis kreeg nummer 6 en de Bruidjes (2e groep) volgden. Vervolgens de Gidsengroep St. Irmina, de leerlingen van de huishoudschool St. Anna. Het eerste R.K.-gezelschap was het R.K. Vrouwengilde, afdeling Venlo. Onder nummer 13 liepen mee de Vrouwen niet behorende bij bovenstaande verenigingen zoals op 10 de O.L. Vrouw Hemelvaartcongregatie en op 11 de Meisjesgroep Marianum. Omdat het zo veelzeggend is, hieronder de volgende nummers:

Meisjesgroep O.L. Vrouw Loretto-school; Groep H. Maria, Koningin der wereld; studenten der H.T.S.; R.K. Trommel- en Fluitercorps; Verkennersgroep Sinter Merte; K.A.B. en haar vakverenigingen; R.K. Handelsreizigersver.; Alg. R.K. Ambtenarenver. P.T.T.; R.K. Politieambtenver.;l Werknemende Middenstand; Kath. Bond voor het Gezin; R.K. Jonge Tuinders; R.K. Jonge Middenstand; R.K. Middenstandsver. en haar vakverenigingen; St. Adelbert-vereniging en R.K. Werkgeversvereniging; A.R.K.O. Deputatie onderofficierenver. St. Martinus, R.K. Militairenvereniging; Leden van de Aartsbroederschap v.h. Allerh. Sacrament; Herdertjes en Bruidjes (3e groep); Koninklijke Fanfare; het zangkoor van de Martinuskerk; Eerwaarde Zusters; Eerw. Broeders; Bruidjes (4e groep); Eerw. Paters Dominicanen en Eerw. Heren Geestelijken.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stur Albert lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

De Halte XXL van woensdag 18 juni 2025 - Giselle Kuster

 - door Sef Derkx- 

De bus naar Velden staat enkele minuten na vertrek bij Station Venlo vast in de file op de Burgemeester van Rijnsingel. Slakkengang? Nee hoor, een vitale slak kruipt sneller. In Duitsland zijn de winkels gesloten, ‘bei uns in Venlo’ niet. Vandaar de file. Getergd besluiten we bij de eerste de beste halte uit te stappen. Tien minuten later zijn we eindelijk  bij De Beerendonck. Museum van Bommel van Dam wordt vandaag het alternatief. Sinds enkele weken staat er de tentoonstelling ‘Onbegrensd - Het leven & werk van Giselle Kuster’.


Het prachtig vormgegeven boek dat de expositie begeleidt, hebben we afgelopen dagen goeddeels uitgelezen. Daardoor is de presentatie in het museum over de van origine Venlose kunstenaar een soort van weerzien. Die expositie blijkt  met liefde samengesteld.



Giselle Kuster (1911-1972) was enig kind van een kleermakersechtpaar. Het gezin woonde aan de Steenstraat. Het meisje tekende graag en werd daarin gestimuleerd door haar ouders. Ze had talent en kreeg les van een jonge Hongaarse kunstenaar die op vleugels van de liefde in Venlo was neergestreken, Ferenc László Hernady Vandzsura. Na haar middelbare school vertrok Giselle naar Luik, waar ze twee jaar aan de academie studeerde.


Tijdens het verblijf in Luik verhuisden haar ouders naar de Peperstraat en richtten er een atelier in voor dochterlief. Dat werd een epicentrum voor artistiek Venlo van voor de Tweede Wereldoorlog. Zullen de gesprekken er ook gegaan zijn over de benarde situatie voor kunstenaars in buurland Duitsland? In 1937 werden op instigatie van de nazi-autoriteiten zo’n 16.000 kunstwerken uit
  musea verwijderd, die als ontaard werden beschouwd. Het ging veelal om werken van expressionisten. Kunstenaars, schrijvers en journalisten trokken weg uit Duitsland. Vaak zullen ze over station Venlo zijn gereisd. Het is meer dan aannemelijk dat Kuster en haar vrienden en vriendinnen mee hebben gekregen, dat de vrijheid in het buurland werd uitgewist. Hoe zullen ze erop gereageerd hebben?

Kuster maakte in deze jaren illustraties voor kranten en tijdschriften, reclamewerk voor bedrijven en modetekeningen voor onder meer de bekende Venlose firma Receveur. Ze werkte bovendien aan schilderijen, beïnvloed door vooral het expressionisme. Giselle was bij veel activiteiten in Venlo betrokken. Zo was ze het creatieve brein achter de wagens in de carnavalsoptochten, die werden georganiseerd door Jocus. Giselle werd een Bekende Venlose, over wie de kranten schreven (wordt vervolgd).

Reageren Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl. 

dinsdag 17 juni 2025

Is het zaadje van de Passiespelen Tegelen in Overloon geplant?

- door Jos Wolbertus -

Volgend jaar, 2026, zal er weer een opvoering zijn van het Passiespel in Tegelen. Vanaf 1931 wordt er, met tussenpauze van vier of vijf jaar in de Doolhof aan De Drink een boeiend toneelspel opgevoerd welk sinds het begin honderdduizenden mensen naar Tegelen bracht. Maar hoe is het zover gekomen?

Hoewel op de website van de Passiespelen het jaar 1926 als oprichtingsjaar voor de openluchtspelen in Tegelen wordt genoemd is het toch pas februari 1927 worden als er een vergadering bijeen wordt geroepen in café De Gouden Berg aan de huidige St. Martinusstraat.  

26 februari 1927. Bron: Limburger Koerier via Delpher

Het fenomeen openluchttheater is dan niet vreemd, uiteindelijk zal Nederland een zestigtal theaters in de openlucht krijgen.  Dus ook in Tegelen. 

De Verloren Zoon, Overloon 1925. Bron: Delpher

De aanleiding.

Hoewel Tegelen destijds, en wellicht nog, bekend stond om zijn muzikale en culturele verenigingen bestond er zoiets als een openluchtspel nog niet. In 1925 komt daar, tijdelijk, verandering in. Maar niet door Tegelenaren zelf maar door toneelspelers uit Overloon. In Overloon is namelijk in 1925 net een nieuw theater geopend onder de naam “de Victorieklef” In dat jaar wordt het spel “De Verloren Zoon” opgevoerd door de Overloonse toneelvereniging. Een succes, het aantal geplande opvoeringen moet worden uitgebreid. Ook in Tegelen hoort en leest men van dit succes en men nodigt het Overloonse gezelschap uit om het spel ook in Tegelen op te voeren en wel in De Doolhof. Met twee bussen vol spelers vertrekt men naar Tegelen. En net als in Overloon wordt ook in Tegelen de opvoering een succes. Het zaadje is geplant. 

Bron: Delpher

Het vervolg

Zoals al gemeld wordt er twee jaar later een vergadering bijeen geroepen om te komen tot een eigen openluchtspel in Tegelen. Gekozen wordt voor de voorstelling Franciscus. Geen vreemde keuze want in 1927 wordt het 7e eeuw van de H Franciscus  gevierd. In Venlo zijn grote feesten gepland en de keuze voor Tegelen om ook deze Heilige te eren is dan ook niet vreemd. 

Medewerkers eerste openluchtspel 1927 krijgen koffietafel aangeboden. Bron: Gemeentearchief Venlo

 Bij de opening laat de voorzitter duidelijk aan het publiek weten, de Doolhof is van en vóór Tegelen en er zal niet toegestaan worden dat andere gezelschappen hier gebruik van maken. De tijd zal anders uitwijzen. 

Franciscusspel. Bron: Gemeentearchief Venlo

Het spel, opgevoerd door 100 amateur-acteurs, begeleid door een koor van 180 zangers en door het orkes Mignin, wordt een succes. De omgeving van de Doolhof wordt geroemd, het op een na mooiste van Limburg.  Citaat in de Maasbode: “Als een stolp welft de hemel zich over deze oase, de groenend opduikt in de uitgestrektheid van hei en wei”.

Advertentie voor het Franciscusspel. Bron: Delpher

Maar dezelfde Maasbode heeft ook kritiek, zo hebben de banken geen rugleuningen wat bij de lange zit toch wel gewenst was en het “geleur” met bier en chocolade tijdens de voorstelling wordt door de toeschouwers als ergerlijk ervaren. “Gebruik daarvoor de pauze” is het advies van de Maasbode. 

Deze komende drie jaren zullen er nog andere opvoeringen komen. Ondertussen bezoekt het bestuur Oberammergau en verwondert zich daar aan de opvoering van het Passiespel. In 1931 neemt men het besluit om ook in Tegelen de lijdensweg van Jezus uit te beelden. 

Ook in 2026 zal er weer een spel worden opgevoerd, mogelijk aangepast aan de huidige tijd.


Reageren? Stuur Jos Wolbertus een e-mail: stjoseph@home.nl.

donderdag 12 juni 2025

De Halte XXL van woensdag 11 juni 2025 - Grand Canal du Nord

- door Sef Derkx/foto's auteur -

Boekend is er bekaaid afgekomen in De Halte. Sterker, we hebben er  nog nooit over geschreven. De reden? Arriva laat het dorp links liggen. Ook rechts trouwens, afhankelijk vanuit welke richting de bus komt. Om soelaas te bieden in het isolement is tien jaar geleden een bijzonder initiatief genomen. Vrijwilligers gingen zorgen voor openbaar vervoer op afroep van en naar Boekend. Een decennium later is het werkgebied uitgebreid en zijn onder de vlag van Wensauto De Bekkerie bijna vijftig vrijwilligers actief. Vanwege dit kroonjaar zijn we uitgenodigd een rit mee te maken.

We zijn door chauffeur Joep en gastvrouw Marianne opgehaald en brengen eerst andere gasten naar hun bestemming. Vervolgens rijden we binnendoor van Maasbree naar Boekend. In dit buitengebied waren we nog nooit. We genieten van het uitbundige voorjaarsgroen. Enkele dagen groeizame regen heeft gezorgd voor een soort van explosie. Onze bestemming is een bruggetje aan de Kockerseweg over de bedding van het Grand Canal du Nord, beter bekend als de Noordervaart. Het grootse kanaalproject van Napoleon Bonaparte had vooral een handelspolitiek motief. De Hollandse zeehavens moesten erdoor worden getroffen. Een kanaal  tussen Antwerpen, Venlo en Neuss zou Schelde, Maas en Rijn verbinden. Door de rechtstreekse verbinding over water kon Antwerpen hét handelscentrum van West-Europa worden. In 1807 werd met de werkzaamheden begonnen.

In Maasbree en Blerick waren in 1809 en 1810 zo’n drieduizend werkers actief, geworven uit de regio Luik en Herstal. Velen werkten in het grondverzet. Zwaar werk, dat werd verricht met schop en kruiwagen. Voor de bouw van bruggen, kades en sluizen waren ervaren bouwvakkers nodig. De klei voor de stenen was afkomstig uit kleiputten in de buurt; de stenen werden gebakken in veldovens. De kanaalwerkers waren arbeidsmigranten avant la lettre. Ze waren ingekwartierd bij de lokale bevolking of woonden in keten bij het werk. Vaak met hun familie. Hoe zal de autochtone bevolking hebben aangekeken tegen de invasie van zoveel werkers uit den vreemde? We weten het niet.

In 1810 werd het koninkrijk Holland in zijn geheel gevoegd bij het keizerrijk Frankrijk. De Hollandse zeehavens verloren hun autonome concurrentiepositie ten opzichte van Antwerpen. De aanleg van het kostbare Grand Canal du Nord was daardoor overbodig. Het kanaalproject werd op een laag pitje gezet in 1813. Van uitstel kwam afstel. In Boekend is de droge bedding van het kanaal nog zichtbaar als stille getuige van een megalomaan plan.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

zondag 8 juni 2025

Van nul tot nu van woensdag 4 juni 2025 - Onhygiënisch (2)

- door Albert Lamberts -

Ik had het verleden week over de onhygiënische toestanden in Venlo. Weliswaar had de sloop van de vestingwerken na 1867 plaats, maar het gebied binnen de vroegere muren behield vooralsnog zijn verstikkend en ongezond klimaat. Nauwe steegjes, oude en vaak bouwvallige bouwwerken en industriële bezigheden met zijn vervuilende consequenties tussen de bewoning.

Beeld van de sanering van de Jodenstraat. Helemaal rechts het Romerhuis (collectie Albert Lamberts)

In de tweede helft van de negentiende eeuw bezocht auteur J. Craandijk, die Limburg doorkruiste, Venlo en zijn kritiek op de stad was niet mals. In 1883 schreef hij: Venlo is een doodsche, sombere stad, waar niet veel is, dat het oog aangenaam doet. Zelfs de Martinuskerk – thans basiliek – ontkwam niet aan zijn kritiek. De kerk was recent nog gerenoveerd door de befaamde architect Cuijpers uit Roermond, maar toch schreef Craandijk over de wat vervallen en verwaarloosden ingang.

Deze kritiek was van toepassing op wat Craandijk zag, maar hij kon niet achter de voordeuren kijken. En juist daar was het nog veel erger. Daar was juist de ontmanteling van de vesting mede schuld aan. Waterlopen werden gedempt waardoor afvalwater vaak geen uitweg naar de Maas kon vinden en kelders en straten deed onderlopen. Het was een smeerboel. Vuil, waterpoelen, mestvaalten en ook de veel te smalle steegjes werkten ziektes in de hand. Venlo stond te boek als een van de smerigste steden van Nederland en als een stad met een hoge kindersterfte. Tussen 1896 en 1900 stierven 18,3 kinderen per duizend in het eerste levensjaar, een aantal dat in 1915 was gereduceerd tot het toch nog schrikbarende aantal van 11,5.  Overigens kampten veel grote steden in Nederland met hoge kindersterftecijfers. Vanzelfsprekend was het bovengemiddelde alcoholgebruik in Venlo – het hoogste van Limburg - mede van invloed op de gezondheid, zeker in de wijken waar alles gebeurde wat God onder de zon verboden had. Een gemeenteverslag uit 1894 vermeldt het buitensporig gebruik van jenever. Onmiskenbaar dat ook de armoede in de arbeidersgezinnen een rol speelde in de tekort schietende woonomstandigheden.

Er gloorde echter hoop op betere tijden. Als een vanuit de hemel gezondene vestigde zich in Venlo een apotheker, Hermanus van Rijn, die plaats nam in een pas opgerichte districtscommissie, die de plaatselijke gemeentelijke gezondheidscommissie verving en die zich, samen zijn collega’s Van der Grinten (van het latere Océ) en Schrijnen  intensief met de verbetering van de hygiënische omstandigheden in Venlo ging bezighouden, eerst als wethouder en vervolgens als burgemeester. In samenwerking met de nog jonge wooncorporatie werden sloppenwijken rigoureus aangepakt, werd een vergunningstelsel voor cafés ingevoerd en werd prostitutie uit de stad verbannen. De oprichting van een lokale Groene Kruisvereniging met als grote stimulator Dr. Oscar Wolters sorteerde ook wezenlijke verbetering van de algehele gezondheidssituatie en… de encycliek Rerum Novarum van paus Leo XIII pleitte voor verbetering van de werk- en leefomstandigheden van de arbeider. 

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

zaterdag 7 juni 2025

De Halte XXL van woensdag 4 juni 2025 - Jan Berden

- door Sef Derkx/fotos Facebookgroep Blierick, Hou-Blierick en d'n Bookend  -

Halte Pepijnstraat in Blerick is bijna voor de deur van de kringloopwinkel van Chris van Hoogstraten. We komen er graag, de eigenaar heeft altijd een vriendelijk woord. Zijn hond Fientje is een schatje. B&C is bovendien een interessante kringloopwinkel van de oude stempel. Je loopt voorzichtig over een smal paadje tussen stapelingen van de meest uiteenlopende objecten. Winkelen is er schatgraven. In het pand op de hoek met de Van Haeffstraat zat vroeger de bakkerij en kruidenierswinkel van het gezin Berden. Wanneer het koud en vochtig is en de ruiten beslagen zijn, kun je onder een bepaalde hoek de oude belettering nog lezen die op de etalageruit stond.

Hoek Pepijstraat en Van Haeffstraat, eind jaren '40

Bakkerszoon Jan Berden stuurde onlangs zijn oorlogsmemoires op. Hij had de theatervoorstelling … Eindelijk vrij! op de Groote Heide bezocht en was er zo van onder de indruk, dat hij zijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog graag  wilde delen. Centraal in zijn kroniek staat het verschrikkelijke geallieerde bombardement op de Maasbruggen van zaterdagmiddag 28 oktober 1944. De bommen misten hun doel en kwamen onder meer terecht op de Van Haeffstraat en Pepijnstraat. Het gezin Berden zat in de extra gestutte kelder en hoorde plots een oorverdovende knal. Het huis schudde op zijn grondvesten: ‘Flessen melk vielen om. Overal dwarrelde stof. Na enige tijd stilte, verbazing en ontreddering kwam de overbuurman Hovens aan het kelderraam roepen of er nog leven was.’ Het huis was gedeeltelijk getroffen door een bom. Elders in Blerick waren negentien doden te betreuren op deze zaterdagmiddag. Om de hoek in de Van Haeffstraat kwamen acht mensen om het leven.

Op 5 november 1944 stond de binnenstad van Venlo na weer een bombardement op de Maasbruggen in brand: ‘Het was een enorm vuurwerk, waarbij je als het ware de krant kon lezen.’ Kleine Jan Berden was een jongetje van bijna zeven jaar. De herinneringen aan de bombardementen hebben hem nooit verlaten.

Het gezin bleef nog enkele weken wonen in het zwaar beschadigde huis. Ze vertrokken daarna naar Hout-Blerick, waar ze onderdak kregen bij bakker Cupers. Eind november 1944 werd Hout-Blerick bevrijd. De inwoners werden geëvacueerd door de geallieerden: ‘Het was behoorlijk koud en het sneeuwde. Van de voettocht door de bossen naar Maasbree herinner ik me nog de gebrekkige, met witte linten afgezette zijkanten van de weg. Vanwege de mijnen. De resten van een opgeblazen boerenkar en paard lagen er nog. In Maasbree aangekomen, werden we over onze hele lijf ontluisd met DDT-pasta.’

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

maandag 2 juni 2025

Van nul tot nu van woensdag 28 mei 2025 - ‘Ellendigen, hygyiënische toestand in de stad’ (1)

 - door Albert Lamberts -

Niettegenstaande de Inspecteur en de Adjunct inspecteur al het mogelijke doen om den ellendigen, hygiënischen toestand, waarin Uwe gemeente verkeert, te doen veranderen, stuit het Geneeskundig Staatstoezicht nog steeds op den onwil van Uwe zijde in het volledig opvolgen  der aan de hand gedane middelen; verbeterde afvoer van water, zuiver houden van de bodem, riolen en goten, opruimen van de onreinheid op straten, het vervoer van meststoffen, afsluiting van slecht watergevende pompen, naleving van de epidemiewet, aldus een brief van de Geneeskundige Raad voor Noord-Brabant en Limburg van 4 juli 1884.


De Geneeskundige Raad stelde nadrukkelijk, dat het aantal artsen in Venlo voldoende was, maar het is echter de vraag of deze artsen veel hebben kunnen uitrichten tegen de vloedgolf van epidemische ziekten, die de bevolking over zich heen liet gaan.

Venlo was, dat mag duidelijk zijn, een vieze en ongezonde stad om in te wonen. Best verklaarbaar, immers de stad was binnen haar muren overbevolkt.

Ga maar na: toen Venlo de stadsmuren bouwde in de veertiende eeuw telde de stad tegen de drieduizend inwoners, eind negentiende eeuw waren dat er ongeveer drie keer zoveel. De mensen wóónden niet alleen binnen de muren, maar hadden er ook hun winkel, hun bedrijfje als zoutziederij, bierbrouwerij, leerlooierij pijpenfabriek, peperkoekenfabriek, enz. Bovendien was veel grond binnen de muren eigendom van de rooms katholieke kerk en dus onttrokken aan beschikbaarheid voor woningbouw. De mensen woonden (te) dicht op elkaar en ja, letterlijk zelfs onder elkaar. De smalle straatjes, zoals nu nog bijvoorbeeld het Ursulastraatje, waren het gevolg van ruimtegebrek. Licht en lucht ontbraken.

Een andere factor van doorslaggevende aard betreffende de hygiëne: men hechtte er niet zoveel waarde aan. Mestvaalten, mestkuilen, straatvuil en waterpoelen in de openbare ruimte waren meer regel dan uitzondering. De gevolgen laten zich niet moeilijk raden. Het was, kort gezegd, een grote smeerboel en dat was de Geneeskundige Raad voor Noord-Brabant en Limburg bepaald niet ontgaan. In 1884 werd daarom een gemeentelijke Gezondheidscommissie in het leven geroepen, waarin drie door de raad gekozen raadsleden zitting in hadden. Belangrijk resultaat van het werk van deze commissie was het aanleggen van een drinkwaterleiding. Het zal niemand  verbazen, de stuwende kracht in deze commissie was ene H.B.J. van Rijn, apotheker van huis uit, die zich in Venlo had gevestigd. Zoals ook tijdens zijn langjarig burgemeesterschap wilde Van Rijn met eigen ogen de situaties zien en wat hij zag stemde hem absoluut niet vrolijk. Hele wijken waren verloederd en verstoken van de meest primaire voorzieningen. Helschriksel, Maasschriksel, Roermondsepoort en Jodenstraat waren concentraties van alles wat op het gebied van hygiëne ontbrak. Slapen en wonen in dezelfde ruimte was gewoon, toiletten waren er niet of nauwelijks, mest werd opgeslagen, soms zelfs in huis, voor gebruik in de landbouw.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: floddergats@home.nl.