zaterdag 25 september 2021

Heldenmoed werd Jan Theelen fataal (2)

 - door Gerrit van der Vorst - 

Politieagent Jan Theelen moest zich in 1942 verantwoorden bij de Sicherheitsdienst omdat hij – geüniformeerd nog wel – ontsnapte Franse krijgsgevangenen had geholpen. Hij kwam weg met de smoes dat het volgens hem Frans sprekende Belgen waren geweest. Hij hielp vervolgens ook bemanningsleden van gecrashte geallieerde vliegtuigen. En veel ander illegaal werk verrichtte de jonge agent vanaf 1942 als initiatiefnemer en secretaris van een illegaal comité dat maandelijks 400-600 voedselpakketten bij Nederlandse krijgsgevangenen in Duitsland bezorgde.







Begin 1943 kreeg Jan Theelen van NSB-korpschef Carel de Bruijn een beoordeling, waaruit bleek dat Theelen zijn instelling bepaald niet verborg tegenover de ‘foute’ korpschef (Gemeentearchief Venlo, personeelsdossier Jan Theelen).

Dat Jan Theelen niet afkerig zou zijn van illegaal werk, begonnen zijn meerderen gaandeweg wel te vermoeden. Dat bleek in juli 1943, toen een nieuwe korpschef aantrad, de SS’er Otto Couperus. Die werd via zijn moeder bedreigd – lang zou hij geen plezier hebben van zijn nieuwe baan in Venlo – en probeerde meteen uit te zoeken wie daar achter zat. Nummer 1 op zijn lijstje van vijf verdachten stond de inmiddels 23-jarige Jan Theelen.

Korpschef Otto Couperus mocht de SS-runes dragen, maar vanwege zijn Indo-Europese echtgenote werd hem geen volwaardig SS-lidmaatschap toegestaan (foto NIOD).

Couperus vroeg zijn ondergeschikte op de koffie, in het Villapark, en probeerde hem uit te horen, maar Jan Theelen gaf geen krimp. Vervolgens schakelde de korpschef de joodse V-mann (verrader) Menasse Ekstein alias banketbakker Hendrik de Vos in. Ekstein benaderde Theelen op zijn kostadres in de Van Cleefstraat, met de mededeling dat hij Couperus wilde vermoorden. Theelen was echter getipt en arresteerde de verrader. Omdat de man bij fouillering op het politiebureau Couperus’ briefje met vijf namen bij zich bleek te dragen, werd het geval een geweldige afgang voor de korpschef.

De foto van Menasse Ekstein in Het Contra-Signaal, waarin de illegale beweging waarschuwde voor gevaarlijke verraders. Ekstein werd na de oorlog tot de doodstraf veroordeeld, maar uiteindelijk stond hij in 1958 weer op vrije voeten. Hij overleed in 2007 in Lelystad.

Jan Theelen zette zijn illegaal werk onverdroten voort, alsof er niets gebeurd was. Als ‘politiemol’ gaf hij waarschuwingen en andere informatie door aan de illegale beweging, terwijl hij gelegenheid bood om afluisterapparatuur te plaatsen in de kamer van de korpschef. Hij verspreidde verzetsbladen en ging bovenal een centrale rol vervullen in de regionale afdeling van de Landelijke onderduikorganisatie (LO). Als duikinspecteur ‘Nicolaas’ werd hij verantwoordelijk voor het zoeken naar onderduikadressen en de verzorging van onderduikers in Venlo en omstreken.



De geschiedenis van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) – ontstaan in februari 1943 – begon met acties van de illegaal werkers Helena Kuipers-Rietberg en dominee Frits Slomp (foto’s Wikipedia).

In Venlo bevond zich ook een afdeling van de militaire verzetsorganisatie Ordedienst (OD). Op 19 februari 1944 verscheen in de LO-centrale op Goltziusstraat 39 de ex-politieman Frans van Bilsen uit Tilburg. Die stond in Het Contra-Signaal van de illegale beweging (abusievelijk) gesignaleerd als verrader. Op verzoek van de LO formeerde de gewapende OD in grote haast een liquidatiecommando, bestaande uit twee OD-leden en Jan Theelen (LO). Van Bilsen, die later nota bene ook een verzetsman bleek te zijn (!), werd in de Tweede Graaf van Loonstraat neergeschoten, maar was niet meteen dood.

In 2015 bracht Doerak Film de documentaire ‘De liquidatie van mijn vader’ uit.

Frans van Bilsen zou ongewenste mededelingen kunnen doen, bijvoorbeeld aan de opgeroepen politie, arts en geestelijke. Jan Theelen keerde terug naar de plaats delict – hij zou toevallig op bezoek zijn geweest bij een nabij wonende neef – en verhoorde koelbloedig de zwaargewonde. Die verklaarde dat hij op Goltziusstraat 39 was geweest, waarna drie zoons van het daar woonachtige gezin Ex met spoed moesten onderduiken. Toen Theelens snelle aanwezigheid werd onderzocht, tipte een collega hem dat hij ook meteen moest onderduiken.

De signalering van vier voortvluchtigen in het Algemeen Nederlands Politieblad. Ze werden verdacht werden van betrokkenheid bij de moord op Frans van Bilsen. Van links naar rechts de gebroeders Ru, Karel en Paul Ex en Jan Theelen.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten