donderdag 13 april 2023

Van nul tot nu van woensdag 12 april 2023 - Begerige Oranje-ogen op Venlo

- door Albert Lamberts  - 

Net als tijdens de Tweede Wereldoorlog voelden ook eeuwen eerder mensen die konden lezen en schrijven zich geroepen verslag te doen van belangrijke gebeurtenissen, zoals belegeringen, gewapende uiteenzettingen en bezettingen. Zij leverden zogezegd de bouwstenen voor de latere geschiedschrijvers. (Ooggetuigen-) verslagen, vastgelegd in vaak fraaie handschriften. Het zal geen verwondering wekken, dat uitgerekend kloosterlingen, waarvan velen immers de kunst van lezen en schrijven beheersten, zich geroepen voelden om belangrijke gebeurtenissen vast te leggen.



Twee opnames uit het fraaie museum tegen de Luif: De vesting Venlo ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog. Links de enorme stadstoren. Rechts het Romerhuis. De buste van Frederik Hendrik. (foto’s Albert Lamberts)

Enkele voor de stad Venlo significante gebeurtenissen werden bijvoorbeeld in vroeger eeuwen vooral vastgelegd door zusters. Uiteraard was de stichting van een klooster voor de nonnen van groot belang en daarover werd dan ook uitvoerig aantekening gehouden. Prachtig voorbeeld daarvan is natuurlijk de Kroniek van het klooster in de Oode: hier begint ter eeren Godts en Maria zijn ghebenedijde Moeder de fundati des cloosters inde oode. Ende voorts vervolgende van onze zalighe veranderinge hoe wij gecome zijn tot de oorden vande ghebenedijde Moeder Godts en Mahet Maria Genoept (bedoeld is natuurlijk genoemd) de oorde der Annunciatie. De geschiedschrijving begon eerst in 1614,  bijna tweehonderd jaar na de fundati, maar de kroniek vervolgde met gedetailleerde verslagen niet alleen betreffende het klooster en het kloosterleven, maar ook over het wedervaren van de stad.

De zusters hadden oog voor wat zich afspeelde binnen, maar ook buiten de kloostermuren, want niet alleen de zuster der Annunciaten schreef in prachtig handschrift een kroniek, enkele kilometers zuidelijker en ongeveer dertig jaar later hanteerde een zuster van het klooster Trans Cedron de pen om verslag te doen van een beleg van Venlo, in dit geval het beleg door Frederik Hendrik, die in 1632 de stad voor de Staatsen had veroverd, haar in 1637 weer had moeten prijsgeven, maar – houd u vast voor de volgende volzin -: Int jaer ons heeren 1646 is noch eens geheel onverwacht voor Venlo gekomen den Prins van Oranje met zijn leger: men en hadde te voren niet eens daervan hoeren zeggen, maar wel hadden wij over langen tijd gehoert, hoe dat den vreden, welcke tot Munster getractirt worde, souden haest gesloeten worden, daer wij en alle menschen seer naer verlangden, om die groten miserien daer wij soo vele jaeren in geweest waren; daarom was een jegelijck ende wij oock van deze goede tijdinges eer verblijdt, maer ons blijdschaep is seer haest in groote droefheit en benautheit verandert, sienden ons van den guesen widerom beleggert want het was maer 9 jaer geleden dat wij konincks geworden waeren, ende die benautheijt hadden wij te meer eenendeels om dat wij noch eens onder de Kettersche Regeeringe geweest waren, ende veel benautheijt geleden en vtgestaen hadden, ten anderen dat wij seer vreesden dat sij ons nu den vrijdom niet en souden laeten, van onsen goddelijcken dienst te doen int openbaer, gelijck sij te voor ons toegelaeten hadden.

Het was het tweede bezoek van Frederik Hendrik, die in onze geschiedenisboekjes de stedendwinger werd genoemd, aan Venlo, zoals boven al vermeld. Volgens de kroniekschrijfster in het klooster was wederom sprake van een hachelijke situatie, want de E.W. moeder recommandirden ons allemael seer hertelijck, dat wij nacht ende dag souden gebed houden. Pater Bartelomeus Moenen kwam vijf dagen achter elkaar de communie uitreiken om de zusters te meer ontstecken in de devotie. Bovendien maande moeder overste haar zusters penitencie te doen, ende onszelven te verootmoedigen voor Godt almachtig.

De volgende keer zal ik verder verslag doen van het beleg van 1646, maar nu reeds kan al wel worden verteld, dat het beleg niets uithaalde. Prins Fredrik Hendrik stierf in 1647. Hij is in Venlo echter allerminst vergeten. Verleden jaar werd aan de stadzijde van het stukje oude stadsmuur aan de Maas, de Luif, een klein museum ingericht en geopend. En wiens borstbeeld prijkt daar pontificaal? Juist, een mooie buste van de jongste zoon van Willem van Oranje, die Venlo tweemaal belegerde; eenmaal met succes: prins Frederik Hendrik.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten