Pointer,
het KRO/NCRV-platform voor onderzoeksjournalistiek, heeft in 2020 de
onteigening tijdens de bezetting van onroerend goed van joodse burgers onder de
aandacht gebracht. Van de 218 gemeenten die in de zogenaamde Verkaufsbücher voorkomen,
hebben inmiddels 139 laten onderzoeken of er sprake is geweest van betrokkenheid
bij foute transacties.
Het
Pointer-onderzoek.
De
joodse NIHS-gemeente Limburg vroeg met een brief van 24 december 2021 aan de
gemeente Venlo om zo’n onderzoek. In juli 2022 kondigde de gemeente aan dat historicus
Fred Cammaert dat onderzoek zou uitvoeren. Die rondde zijn rapport af in februari
2024.
Het
voorblad van het rapport ‘Balans van chronisch tekortschieten’ (februari 2024).
Wat
opvalt, is dat het rapport zich niet beperkt tot onroerend goed-kwesties, maar
feitelijk de hele jodenvervolging in Venlo behandelt. Zoals elders ook gebeurt.
Is dat onjuist? Nee, dat zou natuurlijk de juiste insteek zijn geweest. Maar een
analyse van die vervolging en de gemeentelijke betrokkenheid daarbij is wel een
ander verhaal, waarbij foute transacties met onroerend goed een deelonderwerp
vormen. Trouwens, als de vraag zou zijn geweest of de gemeente betrokken was
bij de jodenvervolging was er geen onderzoek nodig. In 2014 bood ik in het
Venlose stadhuis een exemplaar aan van mijn boek ‘Een diepzwarte sluier’. In
dat boek – Cammaert verwijst circa 75 keer naar een of meer pagina’s – staan
meer dan voldoende redenen voor ruimhartige excuses.
Burgemeester
Scholten neemt ‘Een diepzwarte sluier’ in ontvangst.
Maar
oké, in juni van dit jaar is het anderhalf jaar oude (!) rapport eindelijk
vrijgegeven door de gemeente, vergezeld van een raadsinformatiebrief. B&W
kondigden excuses aan, maar nu vraagt men zich binnen en buiten Venlo af waarom
die excuses er maar niet komen. Omroep Venlo heeft daar in het tv-programma
Nedinsco-plein en het radioprogramma De Rotonde aandacht aan besteed. Mede naar
aanleiding van de excuses die de burgemeester van de gemeente Valkenburg aan de
Geul aan bood. De vertraging is nu al zeer groot en vermindert de waarde van
excuses sterk. Zo lastig kunnen terechte en beloofde excuses toch niet zijn?
Burgemeester
Daan Prevoo van Valkenburg aan de Geul: ‘Eerlijk zijn schaadt nooit.’ (Still
uit L1-uitzending.)
De
gemeente Venlo gaat buitengewoon onhandig om met de kwestie. Op de eerste
plaats bevat de raadsinformatiebrief kanttekeningen die de waarde van excuses sterk
ondermijnen.
De
eerste conclusie in het rapport ‘Balans van chronisch tekortschieten’ van Fred Cammaert
is is in strijd met de kanttekening dat er wel degelijk sprake was van verzet
bij de gemeente.
Weg met
de kanttekening dat de heffingen voor achterstallige belastingen en weggelekt
leidingwater ‘vanuit hedendaags perspectief’ als onterecht waren. Onterecht
waren die schandelijke heffingen in het toenamlige perspectief ook al.
Nog
schandelijker was dat de gemeente telkens weer de deurwaarder naar de toch al
zo zwaar beproefde Philip Cohen, de voorman van de joodse gemeente, stuurde.
Weg met
de kanttekening dat het joodse kerkhof toch teruggegeven was. Die kanttekening klopt
feitelijk, maar suggereert dat de gemeente een keuze had en netjes overdroeg.
No way:
·
De
gemeente kocht het kerkhof en naastgelegen bouwgrond op een moment dat het er
naar uitzag dat niemand van de gedeporteerde inwoners terug zou keren. ‘Kopen’
is een groot woord: de gemeente kreeg de grond, omdat ze een lening van 1.000
gulden schrapte: de joodse geloofsgemeente zou die lening toch nooit meer kunnen
aflossen, dacht men. De lening verdween dus uit de boeken.
·
Toen
er wel overlevenden bleken te zijn, moest de gemeente het kerkhof als de
wiedeweerga teruggeven. ‘Geven’ is eveneens een groot woord, want een slimme
ambtenaar moet bedacht hebben dat dan die geschrapte lening van 1.000 gulden ook
wel weer terug in de boeken kon worden gezet. De joodse voorman Philip Cohen,
die waarachtig andere zorgen had, werd aangesproken op de verplichtingen van de
voormalige joodse geloofsgemeente. Er was over 1943, 1944 en 1945 nog niets
afgelost (...). Zo waren de gemeentelijke manieren.
·
En
in één adem werd Cohen gedwongen om het achterstallige beheer en de
oorlogsschade aan het kerkhof te repareren. Alsof de gemeente als tijdelijke eigenaar
geen verantwoordelijkheid droeg voor de staat van het kerkhof.
De
Venlose omgang met het joodse kerkhof valt op geen enkele manier te nuanceren.
De plaquette voor Philip Cohen
op de poort van het Synagogeplein moet gezien worden als achterstallig,
persoonlijk eerbetoon aan Cohen, omdat de gemeente Venlo in 1965 ten onrechte
geweigerd had om hem te betrekken in de jaarlijkse lintjesregen van die tijd:
‘te weinig verdienste’ (foto John Decker).
Weg met de
kanttekening dat er wel meer mensen met hun zorgen bij de gemeente kwamen. We hebben
het hier over berooide overlevenden van een verschrikkelijke massamoord, die
niet met hun zorgen bij de gemeente kwamen, maar waarbij die gemeente aanklopte
met kille invorderingen.
Met deze
en de andere kanttekeningen kunnen excuses inderdaad achterwege blijven. Maar voor
hetzelfde geld kunnen kanttekeningen geplaatst worden, die het erger maken.
Zoals bijvoorbeeld het gebruik van paspoorten met de grote J’s voor ‘Jood’ in augustus
1945, wat voor de betrokken inwoners schokkend moet zijn geweest.
Lydia
Kohnke-Mahler, gemengd gehuwde joodse Venlose, kreeg in augustus 1945 van de
gemeente Venlo een paspoort met grote J’s, zoals de nazi’s dat tijdens de
bezetting verordonneerd hadden (met dank aan Lily Kohnke).
Op de
tweede plaats is de voorgenomen genoegdoening ook zo onhandig behandeld. Al
juich ik een bedrag van €50.000 voor een educatief pakket toe. Zeker als de diepe
ellende van joodse vluchtelingen in de jaren dertig als onderwerp een plaats
krijgt in dat pakket. Als grensstad werd Venlo immers veel geconfronteerd met
die vluchtelingenellende.
Kindvluchteling
Fred Haberfeld (9 jaar oud) uit Wenen werd in december 1938, na de
Reichsprogromnacht, in Venlo gearresteerd en terug de Duitse hel ingestuurd, samen
met zijn ouders en drie familieleden. Kleine Fred werd in 1942 vermoord in
Auschwitz.
Weg met
het bedrag van €400.000 (!) voor een nieuwe muur rond de joodse begraafplaatsen?
Dat bedrag doet er niets toe? Dat de begraafplaatsen in goede staat
overgedragen worden, is niet meer dan normaal, zeker indachtig de gang van
zaken in 1945.
Overigens
wordt er dan nog danig verloederde begraafplaatsen geschonken. Zo is het graf
van de op 1 november 1944 in Hout-Blerick vermoorde Otto Grünthal onvindbaar.
Zie ook de onherkenbare graven van het op 14 juli 1944 vermoorde echtpaar Maisonpierre-Compris.
Het is dan ook de vraag wat de gemeente aan beheer heeft gedaan en voor die €5.000
gaat doen.
Onderhoud
op de begraafplaats wordt ook wel uitgevoerd door de Stichting Boete en
Verzoening. Op verzoek hebben medewerkers dit jaar het graf van Bertha
Oster-Kann opgeknapt.
Tenslotte
is daar de genoegdoening van €2.500 voor de NIHS-Limburg, zijnde het equivalent
in euro’s van de onterechte naoorlogse heffingen. Dat bedrag – ademt ook al
weinig schuldbesef – slaat nergens op, want die heffingen zijn in 1945 geheid
door Cohen uit privé-middelen betaald. De berooide overlevenden vormden bepaald
nog geen functionerende en draagkrachtige geloofsgemeente. Is er een andere
grondslag te bedenken voor genoegdoening aan de NIHS-Limburg, waar gedacht
wordt aan budget voor een mikwe (ritueel bad) en thorarol (gebedsrol) in
Maastricht? De joodse geloofsmeente in Venlo ging ten onder aan de discussie
orthodox versus liberaal. Zeker is dat niet iedereen zou toegetreden zijn tot
de NIHS-Limburg (nazaten doen dat ook niet). Voor de joodse Venlonaren die wel
toegetreden zouden zijn, en omdat de NIHS-Limburg per slot het onderzoek heeft aangevraagd
heeft – zou een gebaar denkbaar zijn. De bepaling daarvan laat ik graag aan de
gemeente.
Venlo,
doe iets! Hierbij roep ik B&W van de gemeente Venlo op om met spoed
ruimhartig excuses aan te bieden voor het onomstotelijke feit dat de joodse
inwoners in die verschrikkelijke jaren in de steek gelaten zijn. Met weglating
van kanttekeningen en nuanceringen. Er is geen joodse gemeenschap in Venlo meer
en de excuses horen daarom vooral gericht te zijn op de nazaten van de
voormalige joodse Venlonaren en op joodse Nederlanders in het algemeen.
Daarmee zijn
we bij een volgend onderwerp. Ook de Sinti-slachtoffers uit Venlo verdienen
excuses en compensatie. Het feit dat al hun bezittingen – woonwagens met inhoud
– als onbruikbaar en waardeloos werden beoordeeld, ontslaat de gemeente Venlo
niet van haar herdenkingsplicht jegens die arme mensen.
Zie ook de Floddergatsblog ‘Argumenten voor
aanvullende Holocaust-herdenking door Venlo’ van 6 oktober 2019.
Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een email: gp.vandervorst@xs4all.nl.