- door Albert Lamberts -
Her en der in de regio hebben of hadden de kermisexploitanten hun attracties opgebouwd. Moderne, vaak hightech bouwwerken. Heel wat anders dan de eenvoudige draaimolens van voorheen. Nu gaat het hoog, is het razendsnel. Vroeger was de grote rups wel zowat het summum naast de botsauto’s. Wel stonden er toen meer tentjes met bezienswaardigheden en boden sommige zelfs regelrecht sensatie.
Een kraam met zoetigheden (foto collectie Albert Lamberts)
De berentent bijvoorbeeld. Daar konden dappere mannen het gevecht aangaan met een beer. Over die berentent is trouwens wel een aardig verhaaltje te vertellen, waarin de doelman van de Venlose Hockeyclub een belangrijke rol speelt. 26 mei 1953, aanvoerder Piet Nefkens moest zijn ploeg oppeppen voor de belangrijke wedstrijd tegen het Haagse HHYC enkele dagen later. Nefkens had zijn eigen methode. Op die 26ste mei toog hij met zijn ploeggenoten, na het nodige aan Bachhus te hebben geofferd, naar de kermis in Blerick. Bij de berentent werd halt gehouden en daar werd keeper Maan Jacobs nietsvermoedend door grinnikende clubgenoten naar voren geschoven om de confrontatie met bruintje aan te gaan. De doelman wist, eenmaal met de beer in de ring, niets anders te verzinnen dan tegen de beer aan te hangen, het beest uit evenwicht te brengen en er bovenop te belanden. Hij werd tot overwinnaar uitgeroepen en mocht 2,50 gulden incasseren. VHC won in Den Haag met 4-0 en werd kampioen van Nederland. Missie geslaagd.
En dan was er de vlooientent, waar ‘getemde’ vlooien uit hun onderkomen, luciferdoosjes, werden gepakt en door de dresseur voor piepkleine zilveren karretjes werden ingespannen en vervolgens rondjes draaiden of andere kunstjes uitvoerden.
Absoluut vermakelijk, zeker voor de pubers, was de tent van de Sterrenparade, waar enkele jonge dames in voor die tijd gewaagde pakjes hun danskunsten vertoonden.
Interactie was er ook, want behalve krachten meten met de beer konden de flinke Venlose jongens daarvoor ook terecht in de bokstent. Eén familie had nogal wat sterke boys in de gelederen. Het verhaal gaat als volgt: de kermisattracties gingen na het middaguur open, dus ook de bokstent. Al snel werd, terwijl de boksers en worstelaars (waaronder ene Johnson en Baby Austin; sta niet in voor juiste spelling) een ware show opvoerden, een oproep gedaan: wie durfde zijn krachten met een van de boksers te meten. Voor de mannen van de Venlose familie een kolfje naar hun hand. Een goed half uur later kwamen zij met winstpremie naar buiten en moest de bokstent voor enige tijd sluiten; de boksers moesten worden opgelapt.
Vroeger besloeg de kermis het hele Nolensplein. De botsauto’s stonden steevast aan de zuidzijde van het plein, tegenover de ijssalon van Meijers. Kraampjes met snoepgoed zoals wijnbollen, wijn-, kaneel- en boterstokken stonden aan de oostzijde tussen plein en park, waar kinderen ook touwtje konden trekken of de grotere jeugd zich een prul bij mekaar kon schieten aan de schiettent. Aan de andere kant van de straat stonden de goktentjes, waar vooral werd verloren.
Wordt vervolgd
Reageren? Stuur Albert Lamberts een email: albertlamberts@home.nl.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten