- door Sef Derkx -
Nooit
geweten. Het idyllische Kerkepäörtje heeft geen eigen huisnummers. De
kadastrale kaart leert dat het postcodes zijn aan de Grote Kerkstraat. De onderhorigheid
van het straatje met de mooie dialectnaam gaat aan het hart. Op weg naar
bushalte Nolensplein lopen we meestal door het Kerkepäörtje. Het is een oase
van weldadige rust in de binnenstad.
Over rust gesproken, een soort overtreffende trap is de eeuwige rust. Generaties Venlonaren hebben hun dierbare en minder dierbare overledenen hier begraven. Het deel van het kerkhof dat aan de noordzijde van de kerk lag, werd ‘Duustere Kerkhaof’ genoemd. Het lag in de schaduw, vandaar de benaming. Op het schaduwrijke deel woonde de doodgraver en stond het knekelhuis. Het kerkhof in hartje stad is tot in het eerste kwart van de negentiende eeuw in gebruik geweest. In 1820 kwam er een begraafplaats buiten de Roermondsepooort, aan de Broekestraat-Ganzestraat. De huidige begraafplaats aan de Wylrestraat dateert van 1903. Terug naar ’t Kerkepäörtje. In 1910 werd de pastorie van de kerk vergroot. Bij de graafwerkzaamheden stootte men op fragmenten van zeventiende-eeuwse grafkruisen. Ze zijn gemetseld in de zijgevel van de kerk. Twee exemplaren die nog redelijk gaaf waren, werden tegen de muur geplaatst.
Enkele jaren geleden is op initiatief van de gemeente de grafstèle van Carolus Schrijnen (1797-1870) geplaatst op ‘t Kerkepäörtje. Het grafmonument stond oorspronkelijk op de begraafplaats aan de Broekestraat-Ganzestraat.
Schrijnen werd in 1829 bevorderd van onderpastoor tot pastoor van Sint-Martinusparochie. Vier jaar later werd hij de eerste deken van Venlo. Hij was een energieke, gedreven man die in no time al jaren slepende financiële kwesties oploste. Het aantal kapelaans kon door hem worden uitgebreid tot vijf, wat neerkwam op één kapelaan op duizend gelovigen. Na jarenlang soebatten om middelen kon hij in 1826 het startschot geven voor het herstel van het dak en de vloer van de Sint-Martinuskerk. Maar geheel onomstreden was de pastoor-deken niet. Hij was rechtlijnig in de katholieke geloofsleer. Atheïsten, vrijmetselaars, inwoners die onverschillig stonden tegenover het geloof én vastelaovesvierders werden door hem vanaf de preekstoel verketterd. Met de liberale burgemeester Karel Bontamps kon hij niet door één deur. De burgervader had een zaal ter beschikking gesteld voor een benefiet-toneelvoorstelling ten behoeve van de armen. Schandelijk in de visie van Schrijnen, een ‘regelrechte aansporing tot zonde’.
Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.



Geen opmerkingen:
Een reactie posten