donderdag 16 februari 2023

Van nul tot nu van woensdag 15 februari 2023 - Nummer 75 van de Träöt

- door Albert Lamberts - 

 Nee, geen vastelaoves-jubileum, dat niet, maar in de niet-vastelaovestijd wel degelijk een opmerkelijke mijlpaal, bereikt door de Träöt, Staatskrant van ’t Jocus-Riek. Er waren al wat andere carnavalsuitgaves aan vooraf gegaan, zoals Kikerikiki en een Vastalaovend-Blaedje, maar die bleken niet echt levensvatbaar. Nou, de Träöt dus wel. Anderhalve week geleden mocht Jocusprins Gijs I het eerste exemplaar van nummer 75 in ontvangst nemen. (In verband met de watersnoodramp in Zuid-West-Nederland in 1953 verscheen dat jaar geen Träöt).

Piet Camps aan het werk voor de Träöt. (foto Albert Lamberts)

Eigenlijk niet zo verrassend, dat de Träöt zijn 75ste uitgave beleeft, want in 1948 werd een wel heel sterk fundament gelegd door een team van deskundige lieden, aangevoerd door de toenmalige directeur van het Dagblad voor Noord-Limburg, Piet Stroeken, en door Vors Joeccius XI Toon Schrijnen, apotheker van beroep.  En dan waren er natuurlijk de begenadigde schrijvers, die hun gewaardeerde bijdragen vrijwel wekelijks in het Dagblad zagen gepubliceerd. Piet Stroeken zelf bijvoorbeeld, Pierre Ververgaert van de Wolbaal en Mr. Piet Müller, buurman van de krant aan de Grote Kerkstraat. Het werd ook meteen duidelijk gemaakt dat deze Staatskrant van ’t Jocus-riek was beejeingeprakkezeerd en oetgegaeve op duzelig hoëg bevel van de vors zelf en de Raod van Elf: bevattende alles waat beslaote en noëits beslaote is of zal waere; vaerder alle ordonnantiën, bevele, waarschuwinge, verzeuke, bneuminge, ônt- en verslage euver Jocus en ziene staot. Voilà, nogal ambitieus zou je kunnen denken, maar nogmaals: er stond een team van deskundige en gedreven echte vastelaovesminnaars in de startblokken. En van meet af aan verleenden illustere illustratoren hun hogelijk gewaardeerde medewerking: Eugène Winters, die onder andere tekende voor het ontwerp van de voorpagina, en de nog zeer jonge Piet Camps. Om even terug te komen op die voorpagina: Eugène Winters, die op deze plek al eens uitgebreid aan bod kwam, tekende de figuur Valuas – vermeend stichter van Venlo – die op een träöt blaast, waaruit allerlei feestende figuurtjes tevoorschijn komen.  

De kop op de voorpagina van de eerste Träöt. (collectie Albert Lamberts

De initiatiefnemers vonden het nodig een introductie op te nemen op de voorpagina van de allereerste Träöt, die op 11 november 1948 verscheen. Met gelijk aardige woordspelingen.

As te den iërsten toën oet de träöt môs haole, dan kin ut dich gebeure, det dich enne gruumel in de träöt schuut en det ’t geluud dan maar hiel schraol en heis wuurd. Veural as te zoe weinig van meziëk kins wie ik. Maar as te d’r dan eine geträöt hebs dan geit ’t al weer vuël baeter.

Iedereen werd opgeroepen aan de vastalovesviering zijn of haar bijdrage te leveren, van herte mei te werke. Niet langs de kant gaan staan en alleen maar hoera te roepen of  kukeleku te kreije en dan gauw naor hoes te gaon en achter de kachel te gaon kritisere waat baeter en waat joeksiger kôs, maar vooral meedoen, zo luidde het devies. Staek de plavuuse oët de mouwe en doot zelf mei.

Daar is geen woord Spaans bij.

Het zaadje viel in vruchtbare bodem; links en rechts werden de plavuuse uit de mouwen gestoken. Om ons tot de Träöt te beperken: de Staatskrant bleek zeer levensvatbaar. Ven zes pagina’s A3-formaat tot de kloeke uitgave van 2023: een compleet boekwerk in full colour van maar liefst honderd pagina’s met verhalen, foto’s, veel foto’s, prachtige foto’s, voornamelijk van Hofleverancier Reinier Linders, nieuws over Jocus en de ontelbare humoristische advertenties. Die laatste categorie was tientallen jaren het domein van Piet Camps, die zich daarmee een eeuwigdurende roem verwierf.  Zelfs in de 75ste  uitgave van de Träöt staan nog annonces, die op Piet Camps’ tekentafel zijn ontworpen. Op de voorpagina heeft de Jocushaan het träöten van Valuas overgenomen en voor het binnenwerk tekent een enthousiast team van tientallen, die zich de hartekreet van Vors Joeccius XI Toën Schrijnen ter harte hebben genomen. Schrijnen besloot zijn introductie aldus:  Aan de “Träöt” meuge ein lank en  vruchbaaer geluud gegaeve zien.

Nou, die wens in verhoord. Een 75-jarig jubileum heeft als symbool: kroonjuweel. Welnu, de Träöt is absoluut  een kroonjuweel van Jocus.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten