- door Sef Derkx -
Voordat we met de bus bij het station vertrekken, gaan we kijken naar een gedenkzuil die door bijna iedereen over het hoofd wordt gezien. Toch staat hij er al sinds 2015. De sculptuur van Franck Sonnemans bestaat uit een kolom van rvs met bovenin een glasplaat. Het monument herinnert aan een donkere episode uit de Tweede Wereldoorlog: de Arbeidsinzet.
In
het najaar van 1944 zijn meer dan 7.000 jongens en mannen uit Noord- en
Midden-Limburg bij razzia’s opgepakt. Ze worden als dwangarbeiders in Duitsland
tewerkgesteld onder deplorabele omstandigheden. Een traumatische ervaring. Enkele
honderden sterven. Zij die thuis zijn achtergebleven, verkeren maandenlang in onzekerheid
over het lot van hun dierbaren. Meer dan de helft van de gedeporteerden vertrok
vanaf station Venlo. Vandaar deze plek, een perk voor de zijvleugel
aan de oostzijde. Historisch is er wat af te dingen op de locatie, maar dat is
muggenzifterij.
Theo Schouenberg (1914-1990) was een van arbeidslaven van de nazi’s; hij is een oom langs moederskant. In een schriftje dat is overgeleverd, heeft hij in steekwoorden notities gemaakt tijdens deze periode. Op donderdagmiddag 12 oktober 1944 wordt hij op transport gezet met bestemming Wuppertal-Varresbeek. Theo wordt aan het werk gezet in het nabijgelegen Elberfeld en Remscheid, waar hij puin moet ruimen. Hij ontmoet stadsgenoten, onder wie ene bakker Gerards en Sjraar Munten die vaak met het weinige eten in de weer zijn. Hij mist zijn vrouw en kinderen.
Op 23 november 1944 krijgt hij de eerste brief van thuis. Het stelt hem ietwat gerust; hij schrijft meteen een brief terug. Theo lijdt onder de verschrikkelijke omstandigheden, het gemis van zijn geliefden valt hem zwaar. Op 6 december 1944 schrijft hij: ‘De slechtste Sint-Nicolaas van mijn leven.’ Het nieuws van thuis, maakt het toch al moeilijke leven nog zwaarder: ‘Venlo nog steeds in Duitse handen. Honger en ellende. Hoop met vrouw en kinderen goed.’ Eerste Kerstdag celebreert een Limburgse priester de mis. Een dagje later is er een verzetje. Hij gaat naar de bioscoop in Lennep. Wat volgt is maandenlange wachten. Wachten op de capitulatie van de nazi’s en het einde van de oorlog, maar vooral wachten op een terugkeer. Via Düsseldorf en Luik arriveert hij op 10 mei 1945 in Oudenbosch. Twee dagen later loopt hij naar Deurne, waar auto’s klaar staan. Om vier uur die middag is hij terug in Venlo, ‘in de ruïnes van ons mooie stadje. Zo zijn dan 7 maanden vol ellende in Duitsland ten einde gekomen.’
Met dank aan Nelly Schouenberg.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten