- door Sef Derkx -
Uitstappen bij halte Karbindersstraat en wandelen naar de halte Urbanusweg. We kunnen het van harte aanbevelen. Eerder op deze warme novemberdag waren we bij het beeldje van de Truuj Bolwater. Een legendarische heldin, ontsproten aan de rijke Venlose fantasie. Jammer dat de met kauwgum beplakte sculptuur zo nietszeggend is. Het is geen stoere vrouw over wie je met gedrevenheid kunt vertellen, maar een kleuter met een vaandel. Licht gedesillusioneerd hebben we de eerste de beste bus genomen naar de halte Karbindersstraat.
We wandelen naar het aandoenlijke
kunstwerk tegenover de Aldi. Een creatie van leerlingen van de basisschool, gestimuleerd
door kunstenares Jozefien Koelman. Het beeld bewaart de herinnering aan Agnes
Huijn. Een zeventiende-eeuwse adellijke dame naar wie een straat is genoemd,
alsook een carré met arbeiderswoningen gebouwd in 1938. Het kan maar meteen
gezegd zijn, deze Agnes Huijn is géén legende zoals Truuj Bolwater. Ze was een jonge
vrouw van vlees en bloed. Met een levensverhaal dat in onze optiek wemelt van
de wonderlijkheden. Agnes Huijn is opgenomen in het gezaghebbend naslagwerk
‘1001 Vrouwen uit de Nederlandse Geschiedenis’, samengesteld door Els Kloek. Dit
is niet voor niets.
Op de bankjes bij het kunstwerk ter herinnering aan Agnes Huijn in Genooi zitten buurtbewoners vaak te kletsen. Vandaag ontbreken ze. Agnes Huijn (1613-1641) zou er niet om gemaald hebben. Eenzaamheid en stilte waren diepe kernwaarden in haar leven. Geboren op het kasteel van Amstenrade, trad ze als twaalfjarige in bij de zusters annunciaten in Venlo. Het slotklooster stond aan de zuidzijde van de Kleine Beekstraat. De jonge tiener nam afscheid van alles en iedereen; contact met de wereld buiten de kloostermuren was uit den boze. In de geest van het spirituele leven van die tijd vastten de religieuzen op vele dagen in het jaar. Op het gevaarlijke af zelf. Om fysiek lijden te ervaren geselde de jonge Agnes zich. Naar verluidt droeg ze onder haar habijt een riem met haakjes, die haar huid doorboorden. In de context van onze tijd hebben we het over anorexia en automutilatie. In haar biografie worden de beproevingen en pijnigingen waaraan Agnes Huijn zich blootstelde, omschreven als deugdzaam en godvruchtig. Aan haar korte leven kwam een einde in 1641. Twee jaar later opende men haar graf in de kloosterkapel om haar schedel als relikwie te vereren. In de Franse tijd werd het klooster van de zusters onteigend. Het gebeente van Agnes Huijn werd herbegraven in de kapel van Genooi.
Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten