zondag 23 november 2025

Venlo, doe iets! - door Gerrit van der Vorst

Pointer, het KRO/NCRV-platform voor onderzoeksjournalistiek, heeft in 2020 de onteigening tijdens de bezetting van onroerend goed van Joodse burgers onder de aandacht gebracht. Van de 218 gemeenten die in de zogenaamde Verkaufsbücher voorkomen, hebben inmiddels 139 laten onderzoeken of er sprake is geweest van betrokkenheid bij foute transacties. 

Het Pointer-onderzoek.

De joodse NIHS-gemeente Limburg vroeg met een brief van 24 december 2021 aan de gemeente Venlo om zo’n onderzoek. In juli 2022 kondigde de gemeente aan dat historicus Fred Cammaert dat onderzoek zou uitvoeren. Die dateerde zijn rapport: februari 2024.


Het voorblad van het rapport ‘Balans van chronisch tekortschieten’ (februari 2024).

Wat opvalt, is dat het rapport zich niet beperkt tot onroerend goed-kwesties, maar feitelijk de hele lokale jodenvervolging behandelt. Zoals elders ook gebeurt. Is dat onjuist? Nee, dat zou natuurlijk de juiste insteek zijn geweest. Maar een analyse van die vervolging en de gemeentelijke betrokkenheid daarbij is wel een ander verhaal, waarbij foute transacties met onroerend goed een van de deelonderwerpen vormen.

Trouwens, als de vraag zou zijn geweest of de gemeente betrokken was bij de jodenvervolging was er geen onderzoek nodig. In 2014 bood ik in het stadhuis een exemplaar aan van mijn boek ‘Een diepzwarte sluier’. In dat boek – Cammaert verwijst circa 75 keer naar een of meer pagina’s – staan voldoende redenen voor ruimhartige excuses.

Burgemeester Scholten neemt ‘Een diepzwarte sluier’ in 2014 in ontvangst.

Maar oké, in juni van dit jaar is het meer dan vijftien (!) maanden oude rapport eindelijk vrijgegeven door de gemeente, vergezeld van een raadsinformatiebrief. B&W kondigden excuses aan, maar nu vraagt men zich binnen en buiten Venlo af waarom die excuses er maar niet komen. Omroep Venlo besteedt daar in het radioprogramma De Rotonde aandacht aan. Mede naar aanleiding van de excuses die de burgemeester van de gemeente Valkenburg aan de Geul aan bood. De vertraging is nu al zeer groot en vermindert de waarde van excuses sterk. Zo lastig kunnen terechte en beloofde excuses toch niet zijn?

Burgemeester Daan Prevoo van Valkenburg aan de Geul: ‘Eerlijk zijn schaadt nooit.’ (Still uit L1-uitzending.)

De gemeente Venlo gaat buitengewoon onhandig om met de kwestie. Op de eerste plaats bevat de raadsinformatiebrief kanttekeningen die de waarde van excuses verder ondermijnen.


De eerste conclusie in het rapport ‘Balans van chronisch tekortschieten’ van Fred Cammaert is in strijd met de kanttekening dat er wel degelijk sprake was van verzet bij de gemeente.

Weg met de kanttekening dat de heffingen voor achterstallige belastingen en weggelekt leidingwater ‘vanuit hedendaags perspectief’ onterecht waren. Onterecht waren die schandelijke heffingen in het toenmalige perspectief ook al.


Nog schandelijker was dat de gemeente telkens weer de deurwaarder naar de toch al zo zwaar beproefde Philip Cohen, de voorman van de joodse gemeente, stuurde.

Weg met de kanttekening dat de joodse begraafplaats toch teruggegeven was. Die kanttekening klopt feitelijk, maar suggereert dat de gemeente een keuze had en netjes overdroeg. No way:

·       - De gemeente kocht de begraafplaats en naastgelegen bouwgrond op een moment dat het er naar uitzag dat niemand van de gedeporteerde inwoners terug zou keren. ‘Kopen’ is een groot woord: de gemeente kreeg de grond, omdat ze een lening van 1.000 gulden schrapte: de joodse geloofsgemeente zou die lening toch nooit meer kunnen aflossen, dacht men. De lening verdween dus uit de boeken.

·       - Toen er wel overlevenden bleken te zijn, moest de gemeente de begraafplaats natuurlijk als de wiedeweerga teruggeven. ‘Geven’ is eveneens een groot woord, want een slimme ambtenaar moet bedacht hebben dat dan die geschrapte lening van 1.000 gulden ook wel weer terug in de boeken kon worden gezet. De joodse voorman in Venlo, Philip Cohen, die waarachtig andere zorgen had, werd aangesproken op de verplichtingen van de voormalige joodse geloofsgemeente. Er was over 1943, 1944 en 1945 nog niets afgelost (...). Zo waren de gemeentelijke manieren.

·       - En in één adem werd Cohen gedwongen om het achterstallige beheer en de oorlogsschade aan de begraafplaats te repareren. Alsof de gemeente als tijdelijke eigenaar geen verantwoordelijkheid droeg voor de staat van de begraafplaats.

De Venlose omgang met de joodse begraafplaats valt op geen enkele manier te nuanceren.

De plaquette voor Philip Cohen op de poort van het Synagogeplein moet gezien worden als achterstallig, persoonlijk eerbetoon aan Cohen, omdat de gemeente Venlo in 1965 ten onrechte geweigerd had om hem te betrekken in de jaarlijkse lintjesregen van die tijd: ‘te weinig verdienste’ (foto John Decker).

Weg met de kanttekening dat er wel meer mensen met hun zorgen bij de gemeente kwamen. We hebben het hier over berooide overlevenden van een verschrikkelijke massamoord, die niet met hun zorgen bij de gemeente kwamen, maar waarbij die gemeente aanklopte met kille invorderingen.

Deze en de andere kanttekeningen en nuanceringen hadden achterwege moeten blijven. Ze roepen de vraag op of men in Venlo wel echt doordrongen is van de noodzaak van excuses. Voor hetzelfde geld kunnen kanttekeningen geplaatst worden, die het erger maken. Zoals bijvoorbeeld het gebruik van paspoorten met de grote J’s voor ‘Jood’ in augustus 1945, wat voor de betrokken inwoners schokkend moet zijn geweest.


Lydia Kohnke-Mahler, gemengd gehuwde joodse Venlose, kreeg in augustus 1945 van de gemeente Venlo een paspoort met grote J’s, zoals de nazi’s dat tijdens de bezetting verordonneerd hadden (met dank aan Lily Kohnke).

De voorgenomen genoegdoening roept ook onnodig discussie op. Een bedrag van €50.000 voor een educatief pakket juich ik toe. Zeker als de diepe ellende van joodse vluchtelingen in de jaren dertig als onderwerp een plaats krijgt in dat pakket. Als grensstad werd Venlo immers intensief geconfronteerd met die vluchtelingenellende.


Kindvluchteling Fred Haberfeld (9 jaar oud) uit Wenen werd in december 1938, na de Reichsprogromnacht, in Venlo gearresteerd en terug de Duitse hel ingestuurd, samen met zijn ouders en drie familieleden. Kleine Fred werd in 1942 vermoord in Auschwitz.

Maar weg met het bedrag van €400.000 (!) voor een nieuwe muur rond de joodse begraafplaats? Dat bedrag doet er niets toe. Dat de begraafplaatsen in goede staat overgedragen worden, is niet meer dan normaal, zeker indachtig de gang van zaken in 1945.

Overigens worden er dan nog danig verloederde begraafplaatsen geschonken. Zo is het graf van de op 1 november 1944 in Hout-Blerick vermoorde Otto Grünthal onvindbaar. Zie eveneens de onherkenbare graven van het echtpaar Maisonpierre-Compris. Het is dan ook de vraag wat de gemeente Venlo aan onderhoud heeft gedaan en voor die €5.000 aan jaarlijks onderhoudsbudget gaat doen.


Onderhoud op de begraafplaats wordt ook wel uitgevoerd door de Stichting Boete en Verzoening. Op verzoek hebben medewerkers dit jaar het graf van Bertha Oster-Kann opgeknapt.

Tenslotte is er een bedrag van €2.500, als genoegdoening voor de NIHS-Limburg. Dat bedrag vindt de NIHS-Limburg veel te laag. Gedacht werd aan budget voor een mikwe (ritueel bad) en een thorarol (gebedsrol) in Maastricht. De vraag voor de gemeente Venlo is wellicht waarom/of compensatie niet beter lokaal tot uiting zou moeten komen. Opgemerkt moet worden dat de joodse geloofsgemeente in Venlo in de jaren zestig ten onder ging aan de discussie orthodox versus liberaal. Zeker is dat niet iedereen zou toegetreden zijn tot de orthodoxe NIHS-Limburg (alle mij bekende nazaten zijn ook niet toegetreden). Ter herdenking van de joodse Venlonaren die wèl toegetreden zouden zijn, en omdat de NIHS-Limburg per slot het onderzoek heeft aangevraagd – zou een gebaar denkbaar zijn. De bepaling daarvan laat ik graag aan de gemeente.

Maar het bedrag van €2.500 slaat in elk geval nergens op. Het is het equivalent in euro’s van onterechte naoorlogse heffingen. Die kille berekening ademt weinig schuldbesef, maar vooral geldt dat die heffingen in 1945 door Cohen uit privé-middelen zijn voldaan. De berooide overlevenden vormden immers nog geen functionerende en draagkrachtige geloofsgemeente.

Venlo, doe iets! Hierbij roep ik B&W van de gemeente Venlo op om met spoed ruimhartig excuses aan te bieden voor het onomstotelijke feit dat de Joodse inwoners in die verschrikkelijke jaren in de steek gelaten zijn. Met weglating van kanttekeningen en nuanceringen. Er is geen Joodse gemeenschap in Venlo meer en de excuses horen daarom vooral gericht te zijn op de nazaten van de voormalige Joodse Venlonaren en op Joodse Nederlanders in het algemeen. 

Daarmee zijn we bij een volgend onderwerp. Ook de Sinti-slachtoffers uit Venlo verdienen excuses en compensatie. Het feit dat al hun bezittingen – woonwagens met inhoud – als onbruikbaar en waardeloos werden beoordeeld, ontslaat de gemeente Venlo niet van haar herdenkingsplicht jegens die arme mensen.

Zie ook de Floddergatsblog ‘Argumenten voor aanvullende Holocaust-herdenking door Venlo’ van 6 oktober 2019.

Reageren? Stuur Gerruit van der Vorst een email: gp.vandervorst@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten