woensdag 8 juni 2022

Het verhaal van Toon Schreurs

 - door Peter Schreurs -

Dit is het verhaal van Toon Schreurs, die op D-day 1944 toen hij in de ijssalon van Batastuzzi in de Klaasstraat enthousiast  Tommy, kom, Tommy  aan het zingen was, is opgepakt door de Gestapo. Na enkele dagen in Venlo op het politiebureau te hebben vastgezeten, is hij op transport gezet naar Amersfoort en vandaar naar Neuengamme. Vanwaar is hij nooit meer teruggekomen naar zijn geliefde Venlo.

Toon kort voor zijn arrestatie, met een gitaar gemaakt door zijn broer Haij met de naam van Tinie erop

 Toon Schreurs, geboren in Venlo op 20 december 1919 - Overleden in Neuengamme na 16 maart 1945 of Cap Arcona op 3 mei 1945    

Van jongst af aan was Toon waarschijnlijk een handige jongen. Op 11 mei 1936 had hij al een motorfiets met kenteken nr. P27211 Kort erna, op 15 juni 1936, haalde hij zijn zijn rijbewijs. Hij was toen zeventien jaar oud. Nogal een rijkdom voor een  zeventienjarige jongen destijds.       

                   


Toon wordt door zijn broers en vrienden getypeerd als een avontuurlijke lolbroek en een sjacheraar! Hij had daarom mogelijk ook contacten bij het Venlose verzet. Volgens diverse verhalen is Toon op 6 juni 1944, D-Day, in de Klaasstraat door de Gestapo gearresteerd bij een razzia in IJssalon Venezia van de gebroeders Battistuzzi. Naar verluidt zong hij Kom, Tommy, Kom en was hij er met vrienden aan het vieren. Toen de Duitsers vroegen, wie er aan het zingen was, is Toon waarschijnlijk door ene Rinus Weijers als de zanger aangewezen. Hij had bij zijn arrestatie zelfs enkele gouden tientjes op zak.

Hij is vervolgens opgesloten op het politiebureau in Venlo en op 9 juni 1944 op de trein gezet naar Amersfoort. Zijn vriendin Tinie uit mogelijk Cuijk zou hem tot Amersfoort  vergezeld hebben.  In Amersfoort volgde een beladen afscheid.

Toon vindt, zoals hij het zelf in zijn brief zegt, dat hij voor niks, voor een akkefietje is gearresteerd. De familie kan hem spoedig, na het uitzitten van een korte straf, terugverwachten. Daar ging hij vanuit, blijkt uit zijn brieven.

Mogelijk was het ook de redenatie van vader Schreurs. Eigen schuld, dikke bult en dus even een stevige les. Ik denk niet dat iemand van de familie toen verwachte dat hij hiervoor naar Duitsland afgevoerd zou worden. Vandaar mogelijk hun enigszins berustende opstelling.




In Amersfoort heeft hij, zoals hij schrijft in zijn eerste brief, nog diverse avonden bij meerdere leden van het Venlose verzetsleden vertoefd, zoals Van Omloo , Holland, Beer Smits, burgemeesterszoon Berger, Coehorst en consorten.  

Volgens zijn Häftlings Personal Karte is Toon met zekerheid op 8 september 1944 naar Neuengamme afgevoerd. Want er is op 8 september1944 slechts één groter transport van Amersfoort met 1.165 mannen naar Neuengamme geweest. De aankomst aldaar was op 10 september 1944. 

Toon is In Neuengamme geïnterneerd geweest totdat hij in Husum te werk is gesteld. Vanaf 25 september 1944 werden circa achthonderd  zwakkere gevangenen vanuit de ziekenboeg in Neuengamme in Husum tewerkgesteld. Dit heeft tot 27 december 1944 geduurd. De laatsten en dus ook de sterksten hebben het kamp afgebroken. 

De Nederlanders onder deze  groep zijn bekend en hier zat Toon niet bij. Aangezien hij op 3 januari 1945 nog in Neuengamme gezien is, is het zeer aannemelijk, dat hij reeds behoorlijk ziek was en daarom eerder vanuit Husum naar Neuengamme is teruggestuurd.

Verder is bekend dat de registratie van de overleden gevangenen in Neuengamme duurde tot 16 maart 1945 en daarna is stopgezet. Men neemt dus aan dat het merendeel  - het Rode Kruis spreekt van negentig procent - van de zieke en zwakke gevangenen van Neuengamme in de periode van 16 maart tot en 3 Mei reeds overleden is, zonder dat dit geregistreerd is.

Ook Fons Berger is in dezelfde tijd in Husum tewerk gesteld geweest ,  hij is in op 22 januari1945 in  Neuengamme overleden als gevolg van uitputting.

De laatste levenstekens van Toon Schreurs waren de volgende brieven, geschreven vanuit Amersfoort:

Eerste Brief (medio juli 1944)

Amersfoort, den ……………………

Beste allemaal

Zo juist een brief gekregen voor te schrijven. Hoe gaat 't U nog allemaal, ik hoop van uitstekend. Mamma en Pappa hoe gaat 't nog, en Haij werk je nog? Heeft Jac nog geschreven. Bericht me zo gauw mogelijk terug, en schrijf zo veel als U weet en wil, ik mag ’t niet, snapt U mij, kijk vooral niet naar m’n geschrijf, want ik lig op m'n krib, m'n brief schrijf ik op 'n helaas lege siroop blik. Enfin 't komt wel goed dat mag 'm niet hinderen tot heden toe zit ik nog altijd in Amersfoort. 't Is nu al 'n maand lang hè. lk kom onverwachts 'n keer naar huis Mamma, maar nog niet. lk ga s’ avonds  Omloo, Holland, Beer Smits, Berger, Coehorst en consorten (Venlonaren, onder wie verzetsmensen) opzoeken. Is Tinie met de kermis bij U geweest en komt ze nou en dan nog wel 'ns. 't Zou anders leuker zijn geweest als ik ook thuis was geweest. Maar dat komt wel eens weer 

Mamma, Pappa en alle andere bidt veel voor mij. Pietje en Jan hoe gaat 't met jullie. Neem me niet kwalijk nieuws weet ik niet. Ik heb wel van alles door elkaar geschreven, maar ja ik ben 'n beetje de kluts kwijt. Vandaag wat veel lang haver gehad. Nu eindig ik met veel groeten van mij en alle bekende. 

Tinie hoe gaat 't met jou, 't duurt lang hè, er gaat geen uur voorbij of mijn gedachte zijn bij jou. lk zing s‘morgens al die liedjes die je anders zong toen ik er nog was. Tinie denk je nog aan je beloften. Blijf je me trouw. 

Vele kussen, pieker niet. 

Toon

Tweede brief (medio augustus 1944)

Amersfoort, den ……………………

Liefste Ouders

Hoe gaat het met jullie allemaal? Wel goed hè. U ziet ik mag schrijven, weer 'n maand om, gelukkig. 

Wat denkt U onderhand wel Pappa en Mamma van mij, 't duurt lang hè, en dan voor zo'n niks, Pappa niks maal niks is 0? Dat was U gezegde wel ‘ns. Nou nieuws weet ik niet veel. Heeft Jac nog nieuws, wat zegt hij ervan? 

Mamma bent U nog aan 't dokteren. Houdt U maar goed. Ja nou je hier zo alleen weer zit en zo lang, zijn mijn gedachten steeds bij U Pappa en Mamma. U was toch alles voor mij, en hier mis je alles, ofschoon U 't toch wel anders had kunnen maken met Haij. Niet dat ik U 'n verwijt wil maken, nee Mamma. Enfin Mamma ik bid voor U en hoop dat U dat voor mij doet, doch met dat alles zie ik er weinig vooruitzicht in. 

Mamma maakt U zich geen zorgen over mij. Ik hoop doch maar weer gauw in U midden te zijn, dan kunnen we weer eens alles bespreken. Ik heb nog 'n paar regels over, die zijn voor Tinie, hoe gaat 't met haar Mamma? Nou ik moet eindigen. Pappa en Mamma en de anderen ik wens jullie 't allerbeste, heel veel groeten van mij, en aan alle bekende ook Tije en Marie en hoop op 'n spoedig weerziens. U zoon Toon.

Liefste Tinie,

Hoe gaat het met jou, 't duurt lang met mij hè, toch zullen we maar moet houden. Nieuws

Tinie is hier niet, ik hoop dat jij me des te

Meer kunt berichten, en hoop op 'n ...

Houd moed, vergeet mij niet, sch... (zegel met datum afgescheurd)

van jou …

Derde, uit het kamp gesmokkelde brief aan Tinie (tussen medio augustus en 8 september 1944)

Ik heb even gelegenheid om 'n clandestien briefje te schrijven. Hoe gaat het toch met je. Ik heb nog niets van je vernomen, heb je al geschreven. Ik mag maar eens per maand schrijven. Je neemt 't me toch niet kwalijk dat ik zo weinig kon schrijven, maar het ligt niet aan mij, alles wordt doorgelezen en de straf is mij. De laatste paar dagen gaat 't beter. Die dag dat ik geschreven heb was ik er niet te best aan toe, anders kan ik me er nog al doorheen zetten. Het word wel lang hè Tinie  (vouw in brief)

Wel hoe gaat 't met die bij Willie en alle anderen, ik hoop van goed. Hoe gaat 't bij Bert, is Marie al naar 't ziekenhuis geweest. Heb je nog iets vernomen, van Janus of Jan. Wat zegt Rinus (1). 

Tinie hoe is het s’ zondags en s‘woensdags? Je gaat toch naar ons hè. Tinie troost jij m'n moeder wat, kan ze zich nog al doorheen zetten. Tinie overdag gaat het nog al, wel s‘morgens om 5 uur op en s‘avonds om 9 uur naar bed. Tinie een troost heb ik, dat ik er niet aan twijfel dat zo blijft. 't Wordt hier geen elf tot half twaalf zoals thuis en s‘avonds valt er bij mij nog wel eens een traantje. Hoe is het gegaan op de terugreis, nog in Cuijk geweest. 

Ik nog dikwijls aan deze reis, vooral Tinie het afscheid was veel te zwaar hè. 't Enigste aandenken dat ik van je heb is 't zakdoekje. Ik heb 't wel twintig keer uit gewassen maar ik gebruik 't nog dagelijks. Jouw foto mocht ik niet meenemen. Ze hebben me alles afgenomen, maar dat mag hem niet hinderen. 

Ik schrijf wel heel klein maar ik hoop dat je er wijs uit kunt worden. Tiny je kunt me wel een heel groot plezier doen, ik krijg anders geen kans meer voor hier wat te ontvangen, want 't mag niet. Als je naar ons toe gaat, zeg tegen m'n vader dat hij na de aankomst van deze brief, maar het moet voor aanstaande dinsdag morgen zijn, bij van Hoogstraten in Blerick bij die rijwielzaak, bij 't postkantoor, de groeten overbrengen van zijn zoon Harry, die slaapt naast mij en die gaat de volgende week dinsdag of woensdag van hier naar Duitsland.

Hij moet dan van thuis een koffer met werkkleding gestuurd krijgen, dus ik heb een kans dat Pappa er een pak met rookgerei naar toe brengt. Bartels en Collin (2) doen er wel wat bij, en Haij 't liefst shag, sigaretten is ook goed. Zoveel mogelijk, want ik krijg anders geen kans meer. Als ik dat heb breekt de tijd en pieker je niet zo veel. 

Tiny zover m'n hartelijke dank. Tiny ik denk nog iedere dag toen we samen in de trein zaten. Tiny bid veel voor mij, heb je de noveen gehouden. Ik bidt ook voor jou iedere avond. Doe ze thuis veel groeten alle bekenden. Tiny zeg tegen m'n moeder, dat ze zich geen hoofdpijn maakt over mij, ik red mij wel, soms wel een traan. Nou tot een spoedig weerzien, en vergeet niet een brief in een pakje shag te duwen. Die vindt ik wel, schrijf veel. Pappa nu maak er wel een mooi pak van maar 't moet in een koffer laten doen geen pakje aan de koffer binden. 

IK BLIJF IN AMERSFOORT GA NIET NAAR DUITSLAND. 

TOON

(1) Rinus. Is dit de Rinus Weijers, van wie in de verhalen verteld wordt, dat hij Toon erbij gelapt heeft?

(2) Bartels en Collin   Dit zijn de buurmannen op de Hoogeweg resp. 11 en 9.

Toon en Tiny in gelukkiger tijden




Geen opmerkingen:

Een reactie posten