zondag 5 juni 2022

Joes en Petatte Nelke, mythe of legende?

 door Jos Wolbertus - 

Als we een willekeurig iemand in Tegelen vragen om enkele kernwoorden van de Tegelse carnaval te noemen zullen de namen Joes en Petatte Nelke snel valen. Wat is het toch dat deze twee personen in de Tegelse carnaval zo’n grote rol spelen? 


In 1960 schreef de redacteur van de Tegelse Courant, naar aanleiding van een fototentoonstelling bij fotograaf Lommen waar ook foto’s van het echtpaar te zien waren, een stukje over de beide bekende figuren. Kern van het artikel was dat zowel Joes alsook Petatte Nelke geen invloed uitoefenden op het openbare leven in Tegelen. Met andere woorden: een normaal echtpaar met een gezellig café. 

In 1977 schreef Frans Oehlen, redacteur bij de Tegelse Courant in een artikel over Joes en Petatte Nelke: 'of is het alleen maar de nostalgie (waaraan we allemaal zo’n beetje lijden) die ons Joes en zijn vrouw door een vergrootglas doen zien?' Ook in het artikel van 31 oktober 1952, geschreven na het overlijden van Nelke, schrijft men: 'Hoewel noch zij noch haar man op het openbare leven enige invloed uitoefenden of in onze plaats betekenisvolle functies hebben vervuld …'. Weer een ander artikel schrijft: 'dat het in het kleine kefeetje altijd tam-tam was, is bezijden de waarheid. Dat zou, gezien de kleine behuizing, niet eens mogelijk zijn. Zondagsmorgens kon het er wel eens druk zijn, althans in de zomerdagen als de beugelbaan was opgezet'. 

De geschiedenis van deze twee markante figuren napluizen is niet makkelijk. De stamboom van de familie is uiteraard bekend, het cafeetje ook, het uithangbord, het liedje enzovoort. Maar een eenvoudige vraag als hoeveel jaren was het café geopend is al moeilijk te beantwoorden. En waarom juist bij Joes? Ook in de vele andere cafés - rond 1900 waren het er in Tegelen circa honderd - werd volop feest gevierd. 


Zeker in en rondom de Hoogstraat. Deze straat stond bekend om zijn carnavalsoptochten en om zijn zaal Batavia waar veel verenigingen bijeen kwamen. Tijdens het carnaval en de kermis werden er grote feesten georganiseerd. 




En toch wordt steeds weer de huiskamer van Joes en Petatte Nelke als voorbeeld gebruikt. Feit is dat vooral het lied dat voor Joes en Petatte Nelke werd geschreven aan de populariteit van de twee mensen heeft bijgedragen. Zonder het bekende liedje hadden we waarschijnlijk nooit meer iets gehoord van het echtpaar. 

De ons tot nu toe bekende gegevens: Op 18 augustus 1895 trouwde Gustaaf Schreurs voor de tweede keer. Zijn eerste vrouw Maria Loeff stierf al op jeugdige leeftijd. Zijn tweede vrouw werd Petronella Muller. Joes was een harde werker, hij verdiende zijn dagelijkse boterham bij de Globe. Zo wordt althans vermeld. Eerst als gewoon fabriekswerker, later als vormer. Maar uit het Globe-nieuws van februari 1955 blijkt dat Joes pas op zijn 46e jaar bij de Globe is gaan werken. Wat heeft hij hiervoor gedaan? Toen Joes in 1895 trouwde met Nelke was hij soldaat in het 2e regiment infanterie. Omdat beiden geen geld hadden om de trouwkosten te betalen, werd er een attest van onvermogen afgegeven zodat het huwelijk kosteloos kon worden gesloten. 



Dat hij overdag gewoon moest werken toont aan dat de inkomsten van het café bij lange niet voldoende waren om een gezin groot te brengen. Deze inkomsten waren een prettige bijzaak. Joes was verder lid van het zangkoor Excelsior waar hij het vaandel mocht dragen. Dat deed hij dan ook met veel trots. Als zanger was hij een stuk minder getalenteerd, met zijn zware basstem gaf hij in ieder geval niet de toon aan. Op 1 mei 1940, vlak voor de Tweede Wereldoorlog, stierf Joes op 71e jarige leeftijd. Petronella, klein van stuk, werkte van jongs af aan bij de paters waar zij net als vele anderen aardappelen schilde. Vooral voor de vele Duitsers die in het Missiehuis retraite hielden, maar ook voor de vele honderden bewoners van het Missiehuis. De vrouwen deden dit enkele uren per dag, het was dus geen volledige baan. 


Nelke moet dit werk erg lang gedaan hebben, anders had zij hier beslist haar bijnaam Petatte Nelke niet aan overgehouden. Een bijnaam was trouwens in die tijd niet vreemd; honderden Tegelenaren en Steylersen hadden rond de eeuwwisseling een bijnaam. Ook na het huwelijk met Joes bleef zij deze bijnaam behouden. D’n Eike schreef het al in 1980: 'De ingang lag in de gevel, met een trapje af kwam je in het café. Direct naast de deur stond een tafel met de schone bierglazen. Achter in de cafékamer was een luik naar de kelder waar het bier werd getapt'. 


Echter, uit bovenstaande tekening blijkt dat de ruimte waar het kelderluik was, geen toegangsdeur naar buiten had. Deze deur was in de achterkeuken van waar men binnendoor in het woonvertrek kon komen. En hoe klein? Nogmaals de plattegrond van het huis waar Joes en Petatte Nelke hebben gewoond. De tekening is onderdeel van een aanvraag tot het vernieuwen zijner (G. Schreurs) woning gelegen aan de Hoogstraat. In 1925 is namelijk de woning van Joes onbewoonbaar verklaard. Als hij geen verbeteringen aanbrengt, zal hij de woning moeten verlaten. Joes richt zich dan ook met een vergunningaanvraag tot het college van B&W in Tegelen.

Enkele opvallende zaken in de vergunningaanvraag: 

Wijze van watervoorziening: welput met pomp 
Inrichting der privaten en urinoirs: in open schop, geen plafond  Voorzorgsmaatregelen te nemen: voorzichtigheid 
Wijze van afvoer der fecaliën: in open beerkelder 

Opmerkelijk is het volgende: daar waar men verdere opmerkingen en toelichtingen bij de vergunning kan zetten, schrijft Joes: grote geldzorgen, hulp! Dit kan alleen betekenen dat het café in 1925 al gesloten was. Aan de ene kant wijst de onbewoonbaarverklaring hierop en aan de andere kant de grote geldzorgen van Joes. 

Op de plattegrond zijn enkele maten aangegeven. Daaruit blijkt dat de kamer die D’n Eike omschrijft een afmeting had van 4,30 x 4,00 meter. In deze kamer was niet alleen het luik naar de kelder maar ook de trap naar de bovenverdieping. Het gehele café had een vloeroppervlak van iets meer dan 16 m2 , trouwens iets wat veel voorkwam in Tegelen. Tenslotte waren de meeste cafés in huiskamers of achterkamers gevestigd. Op 23 oktober 1925 krijgt Joes toestemming zijn woning aan te passen zodat bewoning weer mogelijk is. 


Maar wanneer is Joes met zijn café begonnen? Zeker weten we dat het in 1898 al open was. Dit is bekend uit de brief van pastoor Meertens die zich beklaagt over de herrie die uit de feesttent bij Joes komt. Ook in een artikel1 over de brand in de St. Martinuskerk in augustus 1898 wordt gemeld dat bezoekers van de dans
tent van Joes en Petatte Nelke tijdens de brand gewoon doorgingen met feesten en dat ze door de politie werden verwijderd. 

In 1901 plaatst Joes een kleine advertentie in het Venloosch Nieuwsblad dat er bij hem kienavonden worden georganiseerd met wild als prijs. In 1906 staat er nog een kleine advertentie in de krant waar men het over carnaval bij Joes en Nelke heeft. 


Hoogstraat 66 met plaquettes 

In mei 1912 is Joes medeondertekenaar van een verzoek aan de gemeenteraad om vergunning te verlenen tot het houden van dansmuziek op vastenavond en kermiszondagen. Circa 55 'kasteleins' ondertekenen het verzoek van wie G. Schreurs er één van is. In 1913 plaatst Joes nog een advertentie in de Venlosche Courant. Hij laat de inwoners van Tegelen weten dat er een carnavalsbal is bij Joes en Nelke, men kan er mastklimmen en na afloop is er hip hip hip hoera. 


In het overlijdensbericht uit 1952 schrijft men: 'jarenlang heeft zij met haar man een café met beugelbaan geëxploiteerd'. Ook hier geen vermeldingen van begin of eindjaar. Het is niet bekend of Joes, net als bij zeer vele andere cafés in Tegelen, een vergunning had voor het schenken van alcoholische dranken. De registratie hiervan was in de jaren 1900-1920 zeer incompleet. 

Uit: Dreej daag zwaaje - CarnavalsgeschiedenisTegelen 1850-1950, Jos Wolbertus (2011)

Reageren? Stuur Jos Wolbertus een e-mail: stjoseph@home.nl.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten