Het waren woelige
tijden voor de familie Schreurs op de Hoogeweg, zoals blijkt uit enkele
verhalen, het dagboekje van Haij Schreurs, direct na de bevrijding en het Rode
Kruis rapport.
De familie is de oorlog redelijk goed doorgekomen, maar op 6 juni 1944 (D-day), de dag dat de invasie aan de Franse kust is begonnen en het de hoop op het einde van de oorlog is toegenomen, beginnen voor de familie Schreurs echt slechte tijden.
Toon is die avond al D-day aan het vieren in de Klaasstraat bij IJssalon Battisstuzi, als hij door de Duitsers wordt opgepakt. Hij wordt opgesloten op het politiebureau tot 9 juni en wordt vervolgens met de trein naar Amersfoort vervoerd. Op een of andere manier is het mogelijk geweest dat zijn vriendin Tinie hem daarbij vergezeld heeft. In Amersfoort volgde een zeer zwaar afscheid!
Dat er eventueel mogelijkheden (in ieder geval wel plannen) zijn geweest om Toon, toen hij in Venlo op het politie bureau zat, vrij te krijgen is onduidelijk. Maar de meningen onderling van Opa en enkele broers waren hierover wel verdeeld. Dit heeft voor wat spanning gezorgd, maar is gezien de situatie en de risico’s wel te begrijpen.
Dan wordt Venlo zwaar gebombardeerd door de geallieerden in oktober/november 1944 en er vallen honderden doden.
Op 28 december wordt de binnenstad, inclusief de Hoogeweg tot spergebied verklaart. Dat wil zeggen dat alle bewoners hun woningen moeten verlaten en tijdelijk ondergebracht worden in door de Burgemeester Zanders daarvoor gevorderde panden. Zoals Oostsingel 1A van de Familie van der Veen, sinds 1-11-1921 Ontvanger der Rijksbelastingen tot de oorlog.
Met het gevolg dat de familie Schreurs tijdelijk tot hun evacuatie op 16 januari in dit huis aan de Oostsingel (nu Burg. Van Rijnsingel) gewoond heeft. De twee zonen Sef (Joep 15 jaar) en Schraar (Sjra 17 jaar) waren vanaf dat moment al in Sevenum bij familie Sijbers ondergebracht. Na de evacuatie van de familie op 16 januari, bleef Haij als oudste (23 jaar) met zus Truus (20 jr, op 24 januari alsnog geëvacueerd), daar alleen achter tot aan de bevrijding. Hij kon zo ook enigszins over hun daar opgeslagen spullen waken.
Op 10 januari 1945 vaardigt Burgemeester Zanders een evacuatiebevel uit.
Het grootste gedeelte van het gezin Schreurs is bij de familie van boer Bouwman in Winsum opgenomen. Hierover zijn er goede verhalen en is er nog steeds contact met de familie Bouwman.
Het verblijf van twee meisjes bij de andere boer was volgens verhalen minder plezierig en wordt dus ook nagenoeg niet besproken!
Eerst in mei 1945 kunnen vader en moeder met de 5 kinderen pas weer terugkeren naar de puinhopen in Venlo, in de hoop dat de andere kinderen het overleeft hebben en hun huis niet al te beschadigd is!
Hier moesten de aankomend paters loopgraven graven. Jac hielp daarnaast ook nog bij het verzorgen van de gewonden. Hierbij heeft hij toen Tyfus opgelopen en is vervolgens met een boerenkar naar het ziekenhuis in Groningen gebracht. Hier is hij gebleven en heeft daar ook de bevrijding van Groningen tussen 13 en 18 april meegemaakt. Hij was waarschijnlijk eind april weer thuis op de Hoogeweg.
De hele familie zit dus verspreid over het hele land zonder contact met elkaar te hebben en zonder te weten hoe het de anderen vergaat. Vader Piet, moeder Mia, Mientje, Jantje, Mia, Pietje en Truus zitten in Winsum. Toon zit dan in Neuengamme, Jac ergens in een kamp in Drente, Sef en Schraar in Sevenum en Haij, als enige in Venlo ergens in een huis op de Oostsingel.
Een week na de bevrijding, weet Haij nog steeds niet of de rest van de familie nog leeft, omdat 1) de evacuatie trein volgens de verhalen was gebombardeerd en 2) dat hij nog steeds niets van iemand heeft vernomen. Ook wordt er in het Noorden van het land nog steeds gevochten. Het enige signaal dat hij tot nu toe heeft opgevangen is dat van Sef en Schraar. (Schraar stond op 11 Maart in Blerick bij de Maasbrug, onderweg naar huis)
De Hoogeweg is door de Duitsers al eerder tot Spergebied verklaart, met als gevolg dat nu ook de Engelse Tommy’s tijdens en tot minstens nog 2 weken na de bevrijding op de Hoogeweg13 hun bivak gemaakt hebben, met kantoor, gaarkeuken en al. Haij kon eerst de woning niet in, na een paar dagen kreeg hij een kamer en uiteindelijk na ca 2 weken was de woning weer helemaal vrij. Samen met zijn verloofde Jo Hanraths heeft hij in die 2 weken bij stukjes en beetjes de woning weer bewoonbaar gemaakt. Ze hebben alle rommel zo veel mogelijk opgeruimd en de diverse beschadigingen (ramen etc.) van vooral de Duitsers en ook een beetje van de Engelsen provisorisch gerepareerd.
Uiteindelijk blijkt dan ook uit het bijgaande Rode kruis rapport, dat opgemaakt moet zijn nadat Jac al is thuis gekomen (dus ergens eind april) en nadat Sef en Schraar ook inmiddels al weer thuis zijn, er met Jo Hanraths en ene Theodoris van Dijk erbij er inderdaad 6 personen op de Hoogeweg wonen op het moment van opname. De evacuees zijn op dat moment nog niet terug maar die moeten medio mei 1945 teruggekomen zijn, na de bevrijding van het Noord Oosten van Nederland (algehele bevrijding 5 mei 1945)
Langzaam begint het bij Haij Schreurs ook weer zakelijk te kriebelen. Op 28 april heeft hij echter de draad opgepakt en staat er zowaar weer een advertentie in de krant.
Rode Kruis bewonersreport van wijk H. Hart Hogeweg 13, opgenomen tussen eind april en voor de terugkomst van de Venlose evacuees in Mei 1945
Eigenlijke
bewoners: Opa, Oma, Toon, Haij, Sjaak, Truus, Sjra, Joep, Mien,
Jan, Mia en Piet
Aanwezige bewoners mei 1945: Haij, Sjaak, Sjra, Joep
Medebewoners mei 1945: Theodoris van Dijk, geb Brunsum, ?, Johanna Hanraths
24-1-1945: Truus ook naar Winsum in Groningen
Vermist: Toon, door de Duitsers opgepakt op 6-6-1944
Geen opmerkingen:
Een reactie posten