- door Gerrit van der Vorst -
Altijd als ik door de Gasthuisstraat stiefel, gaat mijn blik onwillekeurig naar het voormalige muziekwinkeltje van de firma Quak. Het vloeroppervlak van muziekparadijs Sounds aan de Parade is minstens 40 keer zo groot, om over het verschil in assortiment maar niet te spreken. ‘Quak’, doorgaans met 2 dames achter de toonbank, was stampvol als er pakweg 5 klanten waren. Het winkeltje speelde een superbelangrijke rol voor mijn Venlose generatie.
De muziekwinkel Quak in de jaren zestig (met dank aan Will Soree).
De winkel in vol bedrijf (met dank aan Sef Derkx).
Het muziekaanbod voor schoolgaande jeugd was schraal in de jaren zestig, om maar een understatement te gebruiken. Niks muziekzenders, cd’s, dvd’s, Spotify enzovoorts. We waren lang aangewezen op de radio. De AVRO bracht de Arbeidsvitaminen voor – de naam zegt het al – de werkende klasse en dus tijdens de schooluren. Op vrijdagmiddag moest je naar huis racen, want Tijd voor teenagers van de VARA begon al om 17.00 uur. En op zondag zaten we vaak met klamme handen als de middagmaaltijd uitliep, want het muziekprogramma van Radio Luxemburg was wat ongelukkig geprogrammeerd. Dat was het wel en zulke programma’s duurden maar een uurtje. Nee, er zat weinig muziek in het puberleven van toen.
Vanaf 1961 presenteerde Herman Stok het programma Tijd voor teenagers (Wikipedia).
Ons geluk kon dan ook niet op, toen mijn vader met een platenspelertje aan kwam zetten. Zeker weten dat hij niet goed voor ogen had hoe die vernieuwing zou uitpakken. Het was in 1960. Dat weet ik omdat we ons meteen naar ‘Quak’ spoedden, om de nummer 1 van de hitparade van Tijd voor teenagers te scoren. Dat was ‘Kom van dat dak af’ van Peter Koelewijn en zijn Rockets. Dat nummer stond 25 weken op 1 en die periode werd in Huize-Van der Vorst met maanden verlengd.
Het grijsgedraaide 45 toeren-plaatjes van Peter Koelewijn.
In al onze vrije uren klonk het ‘Hee, hee, heeej, kom van dat dak af!’ Horendol werden ze ervan, mijn ouders. Maar er was niets meer aan te doen. De vooruitgang was niet te stoppen. Zelf kochten ze hele andere muziek, zoals ‘Langs de Rijn’ van het accordeonduo Schriebl en Hupperts. Dat vonden wij op onze beurt geen muziek. Gelukkig hadden Pa en Ma weinig tijd om zelf plaatjes te draaien.
Het 45 toeren-plaatje ‘Langs de Rijn’ kostte in 1964 toch nog 3 gulden en 95 cent (het is nu tegen elke aannemelijk bod te koop).
Later kregen we een platenwisselaar waar wel acht plaatjes in konden. Je moest een stukje plastic uit het hart van de plaatjes drukken, om ze te kunnen stapelen. Een singletje viel met een klapje op haar voorganger, als het aan de beurt was om gedraaid te worden. We hielden aanvankelijk ons hart vast voor beschadigingen, maar de plaatjes die ‘Quak’ leverde, bleken ertegen bestand. Ook tegen de tand des tijds trouwens. Ik heb onze collectie deels bewaard en meer dan 60 jaar later kan ik ‘Schlafe mein Princhen’ (Papa Bue’s Viking Jazzband; nummer 7 van onze collectie) nog steeds zonder al te veel gekraak spelen. Idem dito ‘Langs de Rijn’ van Schriebl en Hupperts (44), maar dat plaatje is dan ook nauwelijks gedraaid.
De complete collectie van huize-Van der Vorst.
Steeds vaker togen we naar ‘Quak’ om nieuwe plaatjes aan te schaffen. Bij al die plaatjes hoort nu een geschiedenis.
Runaway (26)
kon je bijvoorbeeld zo lekker uit volle borst meebrullen – ‘I wa wa wa wa wonder!’ – niet vermoedend dat zo’n succes uiteindelijk de opmaat zou
zijn naar de tragische zelfdoding van zanger Del Shannon.
Del Shannon (Wikipedia) was de artiestennaam van Charles Weedon Westover (1934-1990).
En neem het zeemanslied ‘Junge, komm bald wieder’ (37) van de Oostenrijker Freddy Quinn die minder vaak op zee was dan we dachten. Hij heet trouwens in werkelijkheid Franz Eugen Helmuth Manfred Nidl (nu 91 jaar) en had in 2019 nog een advies voor zijn bewonderaars: ‘Die drei Fans, die vielleicht noch leben, möchte ich zurufen: “Haltet euch tapfer – und nehmt rechtzeitig eure Pillen!”’ Dat zullen we dan maar doen.
Freddy Quinn in 1971 (Wikipedia). Jaren later ontstond er deining over teksten waarmee hij bijvoorbeeld de Vietnam-oorlog verdedigde.
Mijmeren boven een stapel oude 45 toerenplaatjes. Nog steeds vind ik die muziek van toen mooi, wat misschien ook wel wat zegt over mijn muzikale ontwikkeling. Vinyl is weer in opkomst. Dat brengt me tot een ode aan de dames Quak. Die overigens de achternaam Theelen droegen, leerde ik van de blog van Sef Derkx (klik hier: Muziekhuis K.G. Quak) over de geschiedenis van het winkeltje. Zo lang dat leeg staat, zou men het van mij weer mogen aankleden als het winkeltje van toen. Een soort kijkdoos naar het vinyle verleden van Venlo, als herdenking van al die muzikale gelukzaligheid die mijn generatie toen uit de Gasthuisstraat haalde.
Het leegstaande winkeltje anno 2022.
Een raambiljet doet nog enig recht aan het verleden van het pand.
Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten