vrijdag 27 mei 2022

Muzikale gloriejaren in Venlo

De jaren zestig zijn als een waterscheiding in de tijd. De wereld veranderde. Vertrouwde rolpatronen bleken sleets. Normen en waarden werden tegen het licht gehouden en herijkt. De jeugd emancipeerde en ontwikkelde een eigen smaak en levensstijl.

-  door Sef Derkx - 

Vooral muziek bracht jongeren bij elkaar. Als een nieuwe LP van je favoriete groep was uitgekomen, draaide je die avonden lang. Het liefst in het gezelschap van wat betreft muzikale voorkeur gelijkgestemde vrienden en vriendinnen. De muziekcultuur bloeide in Venlo in de periode van pakweg 1965 tot 1975. In de Prins van Oranje aan de Kaldenkerkerweg werden de zogenaamde ‘Indische avonden’ georganiseerd, waar lokale en nationaal bekende bands optraden.

Les Mystères (particuliere collectie) 

Door mee te helpen met het naar binnen brengen van hun installatie, kon ik er in 1966 of 1967 gratis het concert bijwonen van Cuby & The Blizzards met Harry Muskee als frontman. Bijzonder zijn de herinneringen aan The Outsiders met Wally Tax, de zanger met de langste haren van Nederland. Als sanctie op mijn doldriest pubergedrag mocht ik er niet heen. Tegen het tijdstip dat de show begon, fietste ik snel naar frituur De Prins aan de Prinsenstraat. The Outsiders stonden een sigaret te roken aan de achterzijde van De Prins. Iemand maakte in gebaar duidelijk dat ze naar binnen moesten komen. Enkele tellen later klonk een luid gegil van vrouwelijke fans. De drummer tikte af en de band viel in.

Kaldenkerkerweg met rechts ingang Prins van Oranje (met dank aan Math Aerts - Groot Venlo van Arcen tot Belfeld)

In De Prins van Oranje kwam indertijd de fine fleur van de Nederlandse beatmuziek. Maar het was niet het enige podium. In parochiezalen als Copacabana, De Maagdenberg, ’t Knibbelke en Ons Huis traden lokale en regionale bands op. Je kon ook terecht in Tegelen, Maasbree, Sevenum. Horst en Beringe om te genieten van muziek. In cafés en sociëteiten, zoals de HTS-soos aan de Panhuisstraat en het O.O.C. aan de Heutzstraat, traden groepen op. In Venlo en omgeving woedde vanaf de jaren zestig een waar muziekvirus, dat tal van bands heeft voortgebracht zoals The Vampires, Les Mystères, Scarface, Static, Trip, Obsession, Pat Cool en Decennium.

Colney Hatch, zomer 1974 (collectie Peter Keysers)

Colney Hatch (Ben Fikkert, toetsen en zang; Frank Jessen, gitaar; Peter Keysers, bas; Theo Thomassen, gitaar en zang; Huub Schell en later Mark van Keulen, drums) debuteerde na lang repeteren op nieuwjaarsdag1974 in bar-dancing-discotheek Het Centrum in Velden. De band trad enkele jaren met succes op in Nederland en Duitsland, viel uiteen, kwam ongeveer tien jaar geleden weer samen en nam het album Opaque op met nummers van vroeger. 

In de periode van de heroprichting interviewde ik basgitarist Peter Keysers: 'Eind jaren zestig, begin jaren zeventig waren veel jongeren actief bezig met muziek. We zaten op de middelbare school of waren er net af en repeteerden in de opslagruimte van de winkel van Fikkert-Noy. De ouders van onze toetsenist en zanger Ben Fikkert hadden een speciaalzaak met comestibles en wijn aan de Parade. Hun voorraad stond in een gebouw bij de Hogeschoorweg. Elk vrij uur oefenden we er. We waren gek van muziek. De vader van Ben was er ook af en toe om iets op te halen voor de winkel. Soms opende hij een fles en zei dat we die wijn maar eens moesten proberen. Het was echt een hele bijzondere plek.

Het repertoire dat de groep speelde, voornamelijk nummers van Ben Fikkert, wordt in een knipsel uit het E3 Journaal van 1974 gekarakteriseerd als een synthese van klassiek, jazz, swing, softrock en soul. Muziek die een brede doelgroep aansprak. De bandnaam was bijzonder. Colney Hatch was de naam van een stadje in Engeland met een instituut voor psychiatrisch patiënten. Het klonk goed en riep associaties op met de populaire Engelse folkrock.


O.O.C. op de hoek van Kaldenkerkeweg en Heutzstraat (foto Sjaak Peters)
Affiche O.O.C., ontwerp Sjaak Peters (particuliere collectie)

Moosegang (foto Sjaak Peters)

Met zoveel bands in Venlo en omgeving verwacht je dat de concurrentie en afgunst groot geweest moeten zijn. Het tegendeel was waar, legde Peter Keysers uit: 'Er was een fijne sfeer onderling. Als wij bijvoorbeeld in een grotere zaal moesten spelen, leenden we de installatie van de jongens van Koster van Decennium. Ze gaven het zo mee. In het O.O.C. ontstond midden jaren zeventig het muziekcollectief dat landelijk trendsettend was. We deelden de repetitieruimten, de installatie en opnameapparatuur. Tussen de bands waren kruisbestuivingen. Het was heel inspirerend. Het O.O.C. kreeg een huisband, de latere Moosegang. Ik speelde bas, we hadden een repertoire van Latin, funk en salsa. Je zou een boek kunnen schrijven over Venlose bands uit die tijd.' 

Dat is een mooie uitdaging. Aan de slag, Peter

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten