- door Albert Lamberts -
Begin 1945, zowat half Noord-Limburg was in de winter ’44 –’45 naar het noorden van het land geëvacueerd, wilde het bisdom Roermond weten hoe het de begeleidende zielzorgers was vergaan. Vooral wilde het bisdom weten hoe de andersgelovigen zich hadden gedragen ten aanzien van de katholieke, Limburgse evacuees.
17 januari '45: evacuatie. Weinig kon er mee. (foto uit Oorlog en herstel in Noord-Limburg. Uitgeverij Dagblad voor Noord-Limburg, tweede druk, 1950)
Niet een paar vragen, o
nee, het bisdom vroeg de geestelijke dienaren werkelijk het hemd van het lijf.
De vragen waren niet enkel gericht aan mede-geëvacueerde priesters, maar ook priesters,
die niet geëvacueerd zijn, en toch zielzorg voor geëvacueerden uitoefenen,
gelieve deze vragen ook te beantwoorden, mutatis mutandis.
Een van degenen, die het
vragenformulier werd geacht in te vullen was pater Raphaël van de paters
dominicanen aan de Kleine Beekstraat in Venlo.
Voor het antwoord op de
voorlaatste vraag, vraag 13, was de meeste ruimte vrijgelaten. De vraag luidde:
Korte beschrijving van heelen gang van zaken. En dan komt de toelichting
op de vraag: Klein historisch relaas: hoe alles verliep, waarbij verwezen
kan worden naar de antwoorden op bovenstaande vragen, (o.a. vanwaar en op
welken datum bent Uzelf vertrokken; reisroute, kamp, stopplaatsen van langere
duur, ongelukken, waar, wanneer aangekomen? Was U bij Uwe parochie? Is die
geheel of gedeeltelijk geëvacueerd? Hoeveel procent? Waar werden Uw parochianen
ingekwartierd? Welke kloosters of gestichten werden uit Uw parochie geheel of
gedeeltelijk geëvacueerd?
Nou, ga er maar aan staan. Pater Raphaël was nog niet teruggekeerd naar Venlo. Hij woonde nog, zo kunnen we opmaken uit zijn antwoord op 1 Personalia, sub 4: Tegenwoordig adres: 26 Januari – 15 Mei p/a Ds. J. Nieuwkoop, Noorderstr. Ulrum
Na 15 mei tot …. p/a R.
Oostshuis. Garage, Noorderstr. Ulrum (klein dorp ten oosten van de
Lauwerszee in het noordwesten van de provincie Groningen).
Na de vraag over
personalia barst het los: 2. Plaats. 1. Nauwkeurige naam van plaats(en) en
plaatsjes waar U werkt. Plichtsgetrouw vult pater Raphaël in: Gemeente
Ulrum, onvattend de volgende dorpen: Ulrum, Zoutkamp, Vishuizen, Hornhuizen,
Niekerk. 2. Onder welke Parochie en Dekenaat ligt dit terrein (met naam en
adres van den betreffende pastoor. 3. In welke Provincie en onder welke
Gemeente(n): Zoo enigszins mogelijk, make men of late men maken een klein
kaartje, waarop bedoeld gebied gedetailleerd wordt aangegeven met aanduiding van
afstanden en hoe dit gebied aan dat van andere geestelijken, die voor
geëvacueerden zorgen, grenst en daarin overgaat. Dat ging pater Raphaël
kennelijk iets te ver, want zijn antwoord was kort en krachtig: Groningen
Vraag 3 ging over andere geestelijken en religieuzen, maar op alle drie de daaronder gestelde vragen kwam een streep.
4. Kerkdienst. 1. Waar en
wanneer Kerkdienst (nauwkeurig opgeven aard van het gebouw, aan wien het
toebehoort, waar gelegen: als het een kerkgebouw is: van welke belijdenis, naam
van den resp. dienaar; dagen en uren, waarop Katholieke Kerkdienst pleegt
gehouden te worden enz.);
Wordt vervolgd.
Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.