- door Albert Lamberts -
Zondag 3 December. De Duitschers beginnen er mee bepaalde straten tot Sperrgebiet te verklaren en de menschen op zeer korten termijn uit hun huis te zetten. Pater Ambrosius van Adrichem o.p. putte in augustus 1945, enkele maanden na de bevrijding, uit zijn geheugen om Langer dan ik beloofde … een verslag van de Venlosche oorlogsgebeurtenissen en een kaartje te maken.
De dominicaan was een van de velen die een verhaal schreven of een dagboek bijhielden over het laatste halfjaar van de oorlogshandelingen in Venlo. Bij de een is sprake van een gedetailleerde verslaggeving, de ander is summier. De een vertelt hoe Kerstmis 1944 werd doorgebracht, in schuilkelders, in spanning. De ander kijkt al een hele tijd vooruit naar de dreiging van de evacuatie.
Het verslag van pater Ambrosius over de kerstdagen van ’44 bijvoorbeeld is zeer, zeer beknopt in tegenstelling tot zijn verslaglegging over de bombardementen. Nauwkeuriger gezegd: over Kerstmis 1944 schrijft hij niet. Over zijn latere beknoptheid verontschuldigt hij zich nadrukkelijk: Ik heb getracht kort en zakelijk te zijn en ik hoop dat U het niet onvolledig zult vinden. Nou ja, lees maar mee. Hij springt na 3 december 1944 (de dag dat Blerick werd bevrijd) naar donderdag 11 januari: Er wordt bekend gemaakt dat de evacuatie onherroepelijk door zal gaan. Zondag 14 Januari. De Grünen zetten de bewoners van de Veldenscheweg en omgeving op straat.
Zijn collega-pater Roemer is veel uitgebreider van stof in zijn dagboek, dat hij bijhield vanaf 1 september 1944 tot april 1945. Maar hij heeft het voornamelijk over huisvesting, nadat door de bombardementen hun patersklooster en College Albertinum volledig waren verwoest. Pater B. van de Meiracker schreef: 23 Dec. Heb ik op de Vijverhof biecht gehoord voor de menschen uit de buurt. 24 Dec. Biecht gehoord voor de menschen uit de buurt van de ’12 Apostelen’ (huizen aan Urbanusweg – Hogeschoor in Venlo) bij de boer Beaumont en daarna op de fabriek van Russel-Tiglia. Kerstnacht een op de Vijverhof mis gelezen voor de menschen uit de buurt, om 5 uur. Daarna bij de boer Beaumont in de koeienstal en in de fabriek van Russel-Tiglia.
Ook een telg uit de
bekende Venlose ondernemersfamilie Van der Grinten hield een dagboek bij tussen
25 augustus 1944 en 13 mei 1945. In aanloop naar Kerstmis ’44 had de familie al
heel wat doorstaan, onder andere door Duitse ‘inwoning’. De grootste
schuilkelder in de fabriek was inmiddels de woning geworden. We weren ons
duchtig, koken op spiritusstellen die geweldig roeten, zijn zo zwart als de
plaat en trachten ons toch zo goed mogelijk schoon te houden. Kerstmis. Toch
nog een feest, met Annemie lekker gekookt, een echt menu! 30 December. Het
Sperregebiet wordt zoo uitgebreid dat we onze schuilkelder moeten verlaten.
Een uitgebreid verhaal schreef een broeder van O.L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis. Zijn klooster direct naast de Sint-Martinuskerk stond met Kerstmis ’44 zo goed als leeg. De broeders waren uitgezworven over talloze adressen aan de rand van de stad.
Het dagboek Zo maar een greep uit de belevenissen van de broeders te Venlo in de oorlogsjaren 1940 – 1945 is vrij uitgebreid. Daar waar hiaten zaten werden door een lotgenoot aanvullingen gedaan, puttend uit de herinneringen.
Op Kerstmis werd er in verschillende kelders en kamers feest gevierd. Onze broeders luisterden op verschillende plaatsen deze plechtigheid met gezang op. Op de Straelseweg hadden de broeders een programma van kerstliederen gedrukt met de cyclostyle zodat de mensen gezamenlijk konden meezingen. De drie H.Missen werden voor die dag in de grote toneelzaal opgedragen, waar naast het altaar op het toneel een mooie kerststal met versiering was aangebracht.
Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten