maandag 20 april 2020

Het verblijfs- en bewakingskamp voor politieke gevangenen in Steyl


(door Gerrit van der Vorst)

De overkant van de Maas werd eerder bevrijd dan Venlo. Daar begon men ook eerder met het oppakken van verdachten. Vanaf 1 december 1944 werden die opgesloten in het gebouw van de Landbouwschool in Horst. Er is weinig bekend over de omstandigheden, maar duidelijk mag zijn dat zo’n schoolgebouw beperkte faciliteiten bood als een gevangenis.


De RK Landbouwschool in Horst werd eind 1944 afgezet met prikkeldraad en tijdelijk als kamp voor politieke delinquenten uit Noord-Limburg gebruikt (www.heemkundehegelsom.nl).

Het was een wild-west-periode. De meeste arrestaties geschiedden door de Binnenlandse Strijdkrachten, waarbij zich razendsnel allerlei ‘foute’ figuren aansloten. Zo kon het iemand, die ten onrechte als ‘fout’ werd aangemerkt, overkomen dat hij met veel machtsvertoon en wapengekletter werd gearresteerd door een voormalige zwarthandelaar in een BS-overall of door een politieman die tijdens de bezetting joodse mensen had gearresteerd (de jodenvervolging was bij de zuiveringen geen issue). 


Mannen van de Binnenlandse Strijdkrachten arresteerden zonder de vereiste mentale vaardigheden en zonder wettelijke kennis en bevoegdheden (NIOD). Er werd voortdurend met wapens gezwaaid. 


Arrestatie van een vrouw door twee gewapende BS’ers (NIOD).


Een NSB’er moest van acht uur ‘s ochtends tot zes uur 's avonds staan en had het tot grote hilariteit in zijn broek gedaan (NIOD).

Vanuit de leunstoel van nu waren het hoogst verwerpelijke taferelen. Maar in de bevrijdingsroes waren ernstige misstanden niet te voorkomen. De cellen van politiebureaus en gevangenissen puilden in korte tijd uit. Daarom ging men over op totaal ongeschikte ruimten, zoals scholen, kazernes, loodsen, fabriekshallen en voormalige concentratiekampen. Na de bevrijding van Venlo werden hier politieke delinquenten vanaf 20 maart 1945 ondergebracht in de Deutsche Schule in de Julianastraat. 


 De Duitse school in Venlo (Fotovakschool, University of Applied Photography..

Er moest al gauw huisvesting voor langere tijd komen, met aanzienlijk meer capaciteit. Daarvoor kwam men uit in Steyl, waar de Missie-paters het gebouw van hun drukkerij beschikbaar stelden. Op 12 februari 1941 was het Missiehuis van Steyl in beslag genomen en daarna was de machtige rotatiepers weggehaald uit de drukkerij. (In 1947 of 1948 werd die pers teruggehaald uit het toenmalige Tsjecho-Slowakije.) Het gebouw stond dus leeg en werd voorlopig niet gebruikt. In mei 1945 werd begonnen met de inrichting als kamp en vanaf 1 juni kwamen de gevangenen.


Advertentie in het Dagblad voor Noord-Limburg van 1 juni 1945, waarin een kok werd gezocht met ervaring in de militaire keuken.

Wie nu denkt dat de paters een redelijk prettige omgeving hadden aangeboden voor al die maatschappelijke verschoppelingen zit er flink naast. Het gebouw was zwaar beschadigd, alle ruiten waren kapot en op de daken ontbraken veel pannen.

Het gebouw bood in totaal een bruto vloeroppervlak van 3.713 vierkante meter, verdeeld over 4 verdiepingen. Op de begane grond 967 vierkante meter, 833 op de eerste verdieping, 983 op de tweede en 916 op de derde plus een torenkamertje van 14 vierkante meter. Beslist niet te royaal voor soms meer dan 750 (!) gevangenen en alle bijbehorende voorzieningen zoals slaapzalen. Dat geheel boden de paters aan voor een ‘spotprijs’ van 16.000 gulden per jaar –uiteraard exclusief verwarming e.d. – welk bedrag later na protest van de accountant van het Militair Gezag verlaagd zou worden.


Delinquenten in een kamp in Heerlen (NIOD). De een op schoenen, de ander op klompen en weer een ander op kousenvoeten?

Idem.

De rechteloze verdachten kwamen in Steyl terecht in een haveloze omgeving, waaraan veel opgeknapt moest worden. De eerste lichting van circa 170 mannen en 80 vrouwen in juni kwam veel te kort. De sanitaire voorzieningen en overige leefomstandigheden waren volstrekt onvoldoende. Er was een groot gebrek aan tafels, banken, bedden, strozakken, keukenbenodigdheden en wat dan ook. Aan kleding en schoeisel ontbrak het eveneens. Dat laatste was een probleem voor de exploitatie van het verblijfs- en bewaringskamp Steyl. Het kamp moest zich namelijk zelf bedruipen, door de dwangarbeid door de gedetineerden en dat ging grotendeels om werk buiten het kamp. Zonder kleding en schoenen konden veel gedetineerden die dwangarbeid niet verrichten.
Dwangarbeid door politieke delinquenten in Veenhuizen.

Het mag duidelijk zijn dat er sprake was van schrijnende leefomstandigheden voor mensen die alles hadden verspeeld.


De stille getuige van al die ellende, het gebouw van de drukkerij in de latere staat.

Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.

1 opmerking: